V O O R B E R I O H T
BIJ DE UITGAVE VAN HET
TWEEDE DEEL, Tweede Stuk.
De vermeerdering zijner werkzaamheden aan ’s Rijks
Herbarium en vervolgens zijn vertrek naar Nederlandsch
Indië hebben het den schrijver onmogelijk gemaakt aan
de „Handleiding” zooveel tijd te wijden als hij zich in
den aanvang had voorgesteld. Bovendien heeft de samenstelling
van dit deel van het werk veel meer tijd gevorderd
dan de voorgaande stukken, wegens de belangrijke
toename der litteratuur, die voor elke familie moest geraadpleegd
worden, en waardoor soms eene geheele omwerking
der familie noodzakelijk werd. Door het een en
ander is er eene langdurige staking in de uitgave gekomen,
waarvoor de schrijver zich verplicht rekent aan
het publiek zijne verontschuldiging aan te bieden. Hij
hoopt dat het hem gelukken zal de beide nog ontbrekende
stukken na niet al te langen tijd te doen volgen.
Bij de bewerking van dit stük, evenals in het overige
gedeelte is in hoofdzaak het standaardwerk van Bentham
en Hooker gevolgd en de geslachtsbeschrijvingen zijn
veelal hieruit overgenomen. Evenwel zijn er zoowel
hierin als in de nomenclatuur in verband met eigen
onderzoek en de sedert verschenen litteratuur veelvuldige
wijzigingen gebracht.
Voor sommige families werd door hem het geheelé
materiaal in het Rijks Herbarium te Leiden aan een
vernieuwd onderzoek onderworpen. Bij andere heeft hij
zich alleen aan de bestaande litteratuur gehouden.
Zoowel hieraan als aan de Herbariën werden de gegevens
voor de soortenlijsten ontleend. De volledigheid
hiervan werd, voor zoover de Flora van Celebes betreft,
belangrijk vermeerderd door de welwillend verleende
inzage der manuscriptlijst van het Herbarium, door den
Heer Koorders op dat eiland verzameld.
Bij de familie der Apocynaceae had de Heer Valeton
de vriendelijkheid het manuscript na te zien en er hier
en daar aanvullingen en verbeteringen aan toe te voegen.
De Heer Vuyck heeft den schrijver zeer verplicht
door den tijdroovenden arbeid der perscorrectie op zich
te nemen.
Hun allen wordt hierbij gaarne door den schrijver van
harte dank gezegd.
Buitenzorg, 22 Febr. 1898.
J. G. BOERLAGE.