AANVULLING VAN HET TWEEDE DEEL,
TWEEDE STUK.
Fam. LXXXV. APOCYNACEAE.
p. 348 in het OVERZICHT DER GESLACHTEN als nieuw
geslacht bijvoegen:
Delphyodon. Bloemkroon wijd cilindrisch. Schijf urnvormig.
Eierstok onverdeeld, met vleezige tanden op den top. Kelk met
5 breede klieren.
p. 385 achter het geslacht EPIGYNUM invoegen:
DELPHYODON K. Schum.
Kelk klein, met 5 breede, geschubde, getande, tegenover
de lobben geplaatste klieren; lobben bijna vrij,
stomp, in den knop smal dakpanswijze dekkend. Bloemkroon
wijd cilindrisch, min of meer lederachtig, met
korte, stompe, naar rechts dekkende lobben. Meeldraden
in het midden der buis bevestigd; helmdraden kort;
helmknoppen kaal, pijlvormig, hard, aan de basis met
gekromde, staartvormige aanhangsels. Schijf kaal, urnvormig,
met samengetrokken, getande of gave monding.
Eierstok half onderstandig, volkomen, tot aan den top
2-hokkig, doch onverdeeld, met vele eitjes in elk hokje,
aan den top met 4 vleezige tanden, die boven de schijf
uitsteken; stijl naar boven verwijd; stempel spits.
Klimmende heester met onbehaarde bladeren en trosvormige
bijschermen; schutbladen klein.
Eéne soort, D. oliganthus K. Schum.: in Duitsch N. Guinea.
Het geslacht, beschreven in Engler, Botan. Jahrb. XXIV, Beibl.
IV, p. 31, staat volgens den schrijver in de nabijheid van Epigi-
num Wight., doch wijkt daarvan af door de urnvormige schijf, den
gaven eierstok met de vleezige tanden op den top en de klieren
in den kelk.
I INT ü E X
VAN HET
TWEEDE DEEL.
De groepen, hooger in rang dan de families, zijn aangegeven met
vette kapitalen, de families met gewone kapitalen, de onderfamilies en
de synoniemen der famielies met cursieve kapitalen, de n us en su
tribus met vette letters, de geslachten met gewone Romemsche letters,
de svnoniemen der geslachten en de secties met cursieve letters. Men
vindt de families en geslachten, behalve op de aangegeven bladzijden,
ook in de Overzichten, waar zij voorkomen met het nummer, dat aan
het hoofd der beschrijving staat. Yan de sectienamen zijn alleen die
opgenomen, welke den vorm van een geslachtsnaam hebben, dus noch
die op ae eindigen, noch die gevormd zijn uit den geslachtsnaam met
Abena Schauer (Stachytarp
h e t a ) ............................. 670
Absinthium Gaertn. (Dichrocephala)......................
117, 236
ACANTHACEAE . . . . 605
Acantheae......................611, 620
ACANTHOIDEAE 609, 619, 656
Acanthostemma BI (Hoya)
431, 439
Acauthus L ................... 639, 660
Achillea L ........................215, 243
Achras L ..........................303, 311
Achyrospermum BI. . 707, 716
Acmella (Spilanthes) . 208, 242
Acmella (Wedelia) . . . . 241
Acranthera Arn. . . • 55, 127
Acranthera (Mussaenda). . . 55
Acrocephalus Benth . . 695, 713
Actegeton BI. (Azima) . . • 338
Adenema Don (Enicostema)
466, 472
Adenolepis Less. (Bidens) 212, 243
Adenolepis (Cosmos) . . ■ 211
Adenosacme Wall. 59, 128, 723
Adenosacme R. Br. 538, 552, 577
Adenosma R. Br. . . 538, 552
Adenosma (Cardanthera)
625, 656
j Adenosma (Ebermaiera) . . 656
j Adenosma (Lepidagathis). . 660
Adenosma (Limnophila) . . 552
Adenostemma Forst. . 173, 235
Adhatoda (Calophanes) . . 659
Adhatoda (Justicia). . 651, 662
Adina Salisb................ 28, 120
Adina (Cephalanthus) . . . 28
Adina (Nauclea) . . . . • 31
Aegialitis R. B r .. . • 275, 278
Aegianilitis Presl. (Aegialitis)
....................2(6, 278
Aegiceras Gaertn. . iv, 291, 295
Aegiceras (Climacandra) . . 291