basis vergroeid; stijl draad vormig; stempelschijf dik, met
eene kleine, kort 2-spletige spits; eitjes in elk hokje
4. Besvruchten 2, vrij of aan de basis vergroeid,
eivormig of min of meer spoelvormig. schuin of terug-
gekromd, niet openspringend, met een vleezigen vrucht-
wand, zonder vruchtmoes, éénzadig of door de naar
binnen gedrongen zaadlijst schijnbaar tweehokkig en
tweezadig. Zaden eivormig of langwerpig; kiemwit vlee-
zig, glad; zaadlobben eivormig-bladachtig; kiemworteltje
recht.
Onbehaarde boomen met tegenoverstaande, lederachtige,
glanzige, dunnervige bladeren. Bloemen klein, in dichte
of min of meer pluimvormige eindelingsche of schijnbaar
okselstandige bijschermen.
Aantal soorten 3, waarvan eene in tropisch Afrika, eene in Penang,
H. corymbosa Boxb.en eene op Java, H. Sundana Mig. Een groot
aantal andere-soorten zijn vroeger in dit geslacht beschreven, doch
later ingedeeld in Alyxia B. Br., Chilocarpus BI., Melodinus Forst.
en Wrightia B. Br.
44. T H E V E T IA L.
Kelk 5-deelig, van binnen aan de basis met oo klieren
en met spitse, uitgespreide segmenten. Bloemkroon trech-
tervormig, met van onderen cilindrische, plotseling tot
een klokvormige keel uitgespreide buis en breede, in den
knop ineengedrongen en naar links dekkende lobben.
Meeldraden boven in de buis ingeplant, daar binnen besloten
en verborgen door behaarde schubben; helmdraden
met een lang, puntig uitsteeksel, dat onder aan de stempelschijf
is vastgehecht; helmknoppen klein, naar voren
gebogen, elliptisch _ toegespitst, zonder aanhangsels aan de
basis der helmhokjes. Schijf napvormig, dik, den eierstok
bijna geheel insluitend. Eierstok ondiep of diep 2-lobbig,
2-hokkig; stijl draadvormig; stempel tot een dikke schijf
uitgezet en met eene korte, dikke, 2-lobbige spits; eitjes
in elk hokje weinige, vastgehecht aan weerszijden van
eene sterk vooruitspringende zaadlijst. Steenvrucht meer
breed dan lang, samengedrukt, loodrecht op het tusschen-
schot, met een harde, 2-hokkige kern, waarvan elk hokje
door de in twee platen gespleten zaadlijst in 2 vakjes is
verdeeld, waarvan niet zelden een ledig is, terwijl het
andere een zaad bevat. Zaden breed, met scherpen of
min of meer gevleugelden rand, met de voorzijde aan
de zaadlijst vastgehecht; zaadhuid vrij dik, vliezig; kiemwit
ontbrekend; zaadlobben min of meer cirkelvormig,
samengedrukt, vleezig; kiemworteltje kort, zijdelingsch.
Onbehaarde kleine boomen of heesters. Bladeren afwisselend,
1-nervig of dun vinnervig. Bloemen groot,
geel, zeer welriekend, in gering aantal aan eindstandige
bij schermen.
Aantal soorten omstreeks 7, in tropisch en subtropisch Amerika
te huis behoorend. In Nederlandsch Indië wordt ééne soort, Th.
nereifolia Juss., veel gekweekt.
15. CER B ERA L.
Kelk 5-deelig, zonder klieren, met vrij lange, stompe
of spitse segmenten. Bloemkroon trompet- of min of meer
trechtervormig; met cilindrische boven het midden meestal
verwijde buis en eenigszins verwijde keel, die van binnen,
boven de helmknoppen met behaarde of onbehaarde
schubben is bezet en onder de helmknoppen met verheven
klierachtige langsribben, die de onderzijde van den stempel
aanraken; lobben 5, breed, uitgespreid in den knop
ineengedraaid en naar links dekkend. Meeldraden binnen
de buis besloten; helmknoppen in de keel of in
de buis geplaatst, lancetvormig, toegespitst, zonder aanhangsels
aan de basis der hokjes. Schijf ontbrekend.
Vruchtbladen vrij; stijl draadvormig; stempel tot eene
dikke schijf verbreed en met eene korte, dikke, 2-lobbige
spits; eitjes in elk hokje 4, boven elkander geplaatst aan
weerszijden van eene zeer vooruitspringende zaadlijst.
Steenvruchten, door mislukking meestal slechts een, el-
lipsoid- of kogelvormig, met een dunne vleezige buitenlaag
van den vruchtwand en eene dikke, vezelig-hout-
achtige binnenlaag. Zaden 1—2, breed en samengedrukt,
schildvormig vastgehecht aan de vergroote zaadlijst en,
waar er 2 voorkomen, gescheiden door eene dubbele,
vezelig-lederachtige plaat; kiemwit ontbrekend; zaadlobben
dun of dik vleezig; kiemworteltje zeer kort.
Kleine, onbehaarde boomen. Bladeren afwisselend of
verspreid, lang, vinnervig, met dunne, ver uiteenstaande
zijnerven en netvormig verspreide aderen. Bloemen groot,