Delivaria Juss. met duidelijk 5-lobbigen zoom, wordt ook tot dit
geslacht gebracht. Hiertoe moeten behooren de beide soorten die
in Nederlandsch Indië voorkomen, A. ilicifolium L., met breed
lancetvormige schutblaadjes; A. ebracteatus Vahl. zonder schutblaadjes.
Sommige auteurs trekken deze twee soorten samen.
23. C RO S SA N D RA Salisb.
Kelksegmenten 5, min of meer stijfvliezig, spits, zeer
ongelijk, het achterste langwerpig of lancetvormig, de
beide voorste soms hoog vergroeid, de beide zijdelingsche
in den knop buiten gelegen, lijnvormig. Bloemkroonbuis
dun, cilindrisch, min of meer gekromd, naar de keel kort
verwijd; zoom schuin, uitgespreid, met 5 hreede, uitgerande,
in den knop dakpanswijze dekkende lobben, waarvan
de beide achterste dikwijls kleiner zijn, de beide
zijdelingsche in den knop buiten, de voorste binnen is
gelegen. Meeldraden 4, tweemachtig, in het midden van
de buis of daarboven bevestigd en er binnen besloten;
helmdraden kort ; helmknoppen 1-hokkig, met een geste-
keld helmbindsel en een langwerpig, stomp hokje. Spleten-
stuifmeel. Schijf onduidelijk. Stijl aan den top min of
meer knotsvormig, kort, 2-lobbig; eitjes in elk hokje 2.
Doosvrucht langwerpig, min of meer spits of stomp,
4-kantig met platte zijden en van achteren gevoorde
kleppen. Zaden 4 of door mislukking minder, plat-samen-
gedrukt, min of meer cirkelvormig, dicht gestekeld of
beschubd, aan kleine werphaken vastgehecht.
Kale of bij de bloeiwijze behaarde heesters of half-
heesters. Bladeren gaaf of golvend-getand. Bloemen
oranjekleurig, rood of geel, ongesteeld, alleenstaand in
de oksels van tegenoverstaande schutbladen aan dichte,
langwerpige of lange, eindelingsche of schijnbaar oksel-
standige, gesteelde of zittende aren. Schutbladen eivormig
of lancetvormig, glad of gestreept, gaaf of gewim-
perd-gezaagd, in 4 rijen, dicht dakpanswijze opeengeschoven;
schutblaadjes lijnvormig.
Aantal soorten 47, in tropisch Azië en Afrika. Eene soort van
Engelsch Indië, Cr. undulaefolia Salisb., wordt o. a. op Java gekweekt.
24. PH L O G A C A N T H U S Nees.
Kelk diep 5-spletig of bijna 5-deelig; segmenten lijnvormig,
borstelachtig toegespitst. Bloemkroonbuis langzaam
naar boven verwijd; zoom 2-lippig, bovenlip in
den knop binnen gelegen, opgericht of gekromd; kort
2-lobbig, of 2-spletig, met uitgespreide lobben, de onderlip
korter, teruggeslagen-uitgespreid, breed 3-lobbig, de mid-
denlob in den knop buiten gelegen. Volkomen meeldraden
2, de voorste, in het midden of lager ingeplant,
een weinig korter dan de bloemkroon of er een weinig
boven uitstekend, helmdraden uiteenstaand, aan de basis
een weinig verbreed, met de korte staminodiën min of
meer vergroeid; helmknoppen langwerpig, 2-hokkig, ruggelings
vastgehecht, met evenwijdige, gelijke, stompe
hokjes. Duigen-stuifmeel. Schijf dik, vleezig; stijl draadvormig,
aan den top dikwijls verdikt, spits of stomp;
eitjes in elk hokje oo. Doosvrucht lijnvormig, rolrond
of stomp 4-kantig, van af de basis 2-hokkig. Zaden
breed eivormig of cirkelvormig, plat samengedrukt, met
spitse werphaken.
Heesters of hooge kruiden, behalve de bloeiwijze kaal
of zelden zachtharig. Bladeren gaafrandig of min' of
meer getand, dikwijls groot. Bloemen wit, rood of groen,
in bijschermen, die öf in groote eindelingsche óf in kleinere
okselstandige. bloeispietsen staan. Schutbladen en
schutblaadjes klein.
Aantal soorten 10, in Engelsch Indië, waarvan sommige niet
ver van het gebied der Flora van Nederlandsch Indië, waar Phl.
curviflorus Nees en Phl. thyrsiflorus Nees soms gekweekt worden
aangetroffen.
25. A N D R O G R A PH IS Nees.
Kelk 5-deelig, met lijnvormige en nagenoeg gelijke,
dikwijls kleine slippen. Broemkroonbuis dun, van boven
vaak gekromd, in een korte keel verwijd of van voren
min of meer bultig; zoom 2-lippig ; bovenlip in den knop
binnen gelegen, opgericht, smal, hol, gaaf of kort 2-spletig;
onderlip van boven uitgespreid, 3-spletig, middelste slip
buiten gelegen in den knop. Meeldraden 2, in het midden
van de buis of hooger ingeplant, een weinig korter
dan de bloemkroon of er een weinig boven uitstekend,
met meestal afgeplatte of gebaarde helmdraden; helmknoppen
samennijgend, 2-hokkig, nabij de basis ruggelings
vastgehecht, met evenwijdige, stompe, gelijke of