Aantal soorten 3—4 in tropisch en subtropisch Azië. Miquel
vermeldt voor Java twee soorten, A eg Indica Roxb. en Aeq. Gen-
tronia Miq.
Aeginetiae.
Indica Roxb — Orobanche Aeginetia L. (Java.)
Centronia Miq. — Centronia mirabilis BI. — Gasparinia
mirabilis Zoll, et Mor. — Gasparinia admirabilis Hassk.—
Centronota mirabilis D C. {Java.)
Fam. x c y . l e n t ib ü l a r ia c e a e .
Bentham et Hooker, Gen. Plant. II, p. 986. — Miquel, Fl. Ind.
Bat. II, p. 995 en Sum. p. 572. — Baillon, Hist. PI. XI, p. 347
( Utricularieae). — Hook, Fl. Br. Ind. IY, p. 328, — Kamienski
in Engl. u . Prantl, Nat. Pflanzenfam. Lief. 83 (Th. IV, Abth.
3b). — Goebel, in Ann. Jard. Bot. Buitenz. IX (1890).
Bloemen tweeslachtig, onregelmatig. Kelk onderstan-
dig, 2—5-deelig, in den knop met open of meer of minder
breed dakpanswijze dekkende lobben of segmenten. Bloemkroon
vergroeidbladig, met korte van voren in een spoor
verlengde buis en 2rlippigen zoom; bovenlip in den knop
binnen gelegen, opgericht of uitgespreid, gaaf uitgerand
of 2-spletig; onderlip meestal grooter, uitgespreid, aan
de basis meestal bol naar boven en soms de keel afsluitend,
gaaf of met drie uitgespreide of neergeslagen gave
of uitgerande of tweespletige lobben waarvan de middelste
soms zeer klein is. Meeldraden 2, aan den voorkant der
bloem, aan de basis van de bloemkroon bevestigd, met
de lobben van de onderlip afwisselend, binnen de bloem-
kroonbuis besloten, dikwijls met gekromde dikke helm-
draden; helmknoppen nu eens in het verlengde der helm-
draden, dwars, éénhokkig, dan weder, waar de helmdraden
meer gekromd zijn, naast elkander en evenwijdig met de
achterzijde aan den helmdraad vastgehecht, met twee
wijd uiteenstaande min of meer ineenvloeiende hokjes.
Schijf ontbrekend. 'Eierstok bovenstandig, ei- of kogelvormig,
1-hokkig, met een zeer korten stijl of een ziftenden
stempel, die uit twee gelijke of zeer ongelijke
met stempelkliertjes bekleede plaatjes bestaat, waarvan
de achterste soms zeer groot, de voorste soms zeer klein
is. Eitjes talrijk, anatroop, een kogel- of eivormige op
den bodem van den eierstok geplaatste al of niet gesteelde
zaadlijst dicht bedekkend. Doosvrucht kogel- of eivormig,
vliezig of min of meer korstachtig, met 2—4 kleppen
of op onregelmatige wijze openbarstend. Zaden talrijk,
de zaadlijst dicht bedekkend, nu eens langwerpig en
opgericht, dan weder lensvormig of neergedrukt, schildvormig
aan de zaadlijst bevestigd en door drukking hoekig;
zaadhuid dun, gestreept, rimpelig of netvormig geaderd,
zelden met haken of borstels; kiemwit ontbrekend;
kiem van den vorm van bet zaad met dikke min of meer
ineengesmolten zaadlobben.
Moeras- of waterplanten, soms epiphytisch, met wortel-
rosetten, waartusschen een bloeistengel opstijgt. Bladeren
nu eens éénvormig vleezig en onverdeeld, dan weder
deels bladachtig, deels vertakt in draad vormige en met
blaasjes bezette slippen, dan weder geheel uit zulke slippen
samengesteld, soms geheel tot kleine schubben verminderd.
Bloeistengels opgericht, éónbloemig of trosvormig,
zonder of met kleine schutbladen.
Aantal soorten ongeveer 250, verspreid in alle deelen der wereld
met een vochtig tropisch of gematigd klimaat.
EENIG GESLACHT VOOR NEDERLANDSCH INDIË i).
UTRICT JLARIA L.
Kelk 2-deelig of diep 2-lobbig, met gelijke of nagenoeg
gelijke, soms onder de vrucht vergroote segmenten. Spoor
der bloemkroon meestal gekromd. Bovenlip opgericht,
gaaf, uitgerand of 2-spletig; onderlip meestal grooter,
uitgespreid, soms zeer breed, aan de basis bol naar boven
of met drie bulten, met uitgespreiden of neergeslagen,
gaven, gekartelden, 3-lobbigen of doordat de middenlob
2-spletig is, 4-lobbigen of doordat deze geheel ontbreekt,
2-lobbigen rand. Helmdraden meestal dik, sterk gekromd;
helmknoppen aan de rugzijde vastgehecht, evenwijdig,
met min of meer vrije wijd uiteenstaande of volkomen
ineenvloeiende helmhokjes. Stempelplaatjes nagenoeg gelijk
of het voorste klein of ontbrekend. Doosvrucht
2-kleppig of onregelmatig openbarstend. Zaden eivormig,
1) Miquei. vermeldt in deze familie nog Benjaminea Mart. dat als
een synoniem van Limosella bij de Scrophulariaceae is gebracht.