A A N V U L L I N G DER L I T T E R A T U U R
VAN HET
TWEEDE DEEL, EERSTE STUK.
De consequente toepassing der regels van de botanische
nomenclatuur, welke bij de bewerking van Engler en
P rantl’ Natürliche Planzenfamiliën zijn gevolgd, heeft
geleid tot de omdooping van vele geslachts- en soorts-
namen, die volgens de tot dusver geldende regels en de
nomenclatuur in Bentham en Hööker’s Genera Plantarum
waren aangenomen. Ook zijn de inzichten omtrent de
omgrenzing der geslachten in de beide genoemde werken
vaak verschillend.
Daar in de Handleiding als regel de nomenclatuur
van de Genera Plantarum is gevolgd, meenen wij de in
overeenstemming hiermede aangenomen, in het eerste
stuk opgegeven namen voor de geslachten en soorten te
moeten handhaven. Echter geven wij ter vergelijking de
lijst der Rubiaceae. van Nederlandsch Indië, volgens
Schumann, voor zoover zij in de Natürliche Pflanzen-
familien worden vermeld, met bijvoeging van de daarmede
overeenstemmende namen van onze bewerking der
familie. Bij de andere families van het eerste stuk waren
deze verschillen in de benamingen reeds opgegeven of
er was overeenstemming met de geslachtsnamen van
Bentham en H ooker.
Wat betreft de samenstelling der families moet vermeld
worden dat van de Ericaceae het geslacht Clethra L.
als type van een afzonderlijke afzonderlijke familie Cle-
thraceae, is afgescheiden, terwijl de Vacciniaceae als onder-
familie bij de Ericaceae zijn gevoegd en dat de Styraca-
cea<e op het voorbeeld van Miers, weder in twee families,
de Styracaceae en de Symplocaceae zijn gesplitst.
RUBIAOEAE VAN NEDERLANDSCH INDIE,
volgens K. SCHUMANN,
In Engler und Prantl’s Natürliche Pflanzenfamilien.
I. C in c h o n o id e a e .
A. Cinchoninae.
1 . CONDAMINEAE.
1. Bikkia Reinw.
Commersoniana K. Schum. (B. grandiflora Reinw.)
Gaudichaudiana K. Schum.
2. Oldenlandieae. (Hedyotideae).
2. Lerchea L.
longicauda R. Br. (L. longicauda L.)
3. Dentella Forst.
repens Forst.
4. Xanthophytum Reinw.
fruticulosum Reinw.
5. Oldenlandia Plum. (Oldenlandia L., Hedyotis L., Allaeophania
Thw.)
Sect. I. Tetragyrieia (Allaeophania Thw.)
rugosa K. Schum. (A. rugosa Boerl.)
Sect. II, Involucrella (Hedyotis L . Sect. Involucrella.)
Sect. III. Hedyotis (Hedyotis L. Sect. Eu-Hedyotis.)
Auricularia K. Schum. (H. Auricularia L .)
pinifolia K. Schum. (H. pinifolia Wall.)
Sect. IV. Anotidiopsis. (Hediotis L. Sect. Anotidiopsis.)
trinervia Retz.
hirsuta L. f. (H. stipulata R. Br.)
Sect. V. Diplophragma (Hedyotis L . Sect. Diplophragma.)
Maingayi K. Schum. (H. Maingayi Hook, f.)
Sect. VI. Dimetia (Hedyotis L . Sect. Dimetia, Hedyotis L .
Sect. Dyctiospora.)
vaginata K. Schum., (H. vaginata Reinw.)
Sect. VII. Eu-Oldeniandia. (Oldenlandia L. subgenus Eu-Olden-
landia.)
corymbosa L.
Sect. VIII. Gonotheca (Oldenlandia L. subgenus Gonotheca.)
paniculata L.
nudicaulis Roth.
6. Anotis D C.
7. Spiradiclis Bl.
caespitosa Bl.
8. Ophiorrhiza L. (Ophiorhiza L.)
Mungos L.
9. Jackia Wall.
ornata Wall.
10. Argosteina Wall. (Argostemma Wall.)