cetvormige slippen. Bloemkroonbuis recht of gekromd,
aan de korte of lange basis dun, naar boxen in een
lange of klokvormige keel verwijd; zoom uitgespreid;
lobben 5, weinig in grootte verschillend, eivormig of
breed, de beide achterste in den knop binnen, de voorste
buiten gelegen. Meeldraden 4, tweemachtig, onder de
keel bevestigd, binnen de bloem besloten, alle volkomen
of de beide achterste tot draadvormige staminodiën verminderd;
helmdraden aan de basis weinig verbreed, in
zijdelingsche paren tot elkander genaderd of samen vergroeid
; belmknoppen langwerpig, 2-hokkig, met nagenoeg
gelijke hokjes, die op gelijke of ongelijke hoogte bevestigd
en aan de basis gestekeld of stomp zijn. Raam-
stuifmeel. Schijf ringvormig of kort napvormig. Stijl aan
den top stomp of kort 2-lobbig; eitjes in elk hokje 2.
Doosvrucht langwerpig, aan de basis in een langen, niet
uitgeholden steel samengetrokken. Zaden 4 of door mislukking
minder, ei- of cirkelvormig, plat-samengedrukt,
soms dik en rimpelig, zaadlobben soms dikvleezig,
Neerliggende opgericbte of min of meer klimmende
kruiden of balfheesters of opgericbte heesters. Bladeren
vleezig, gaafrandig. Bloemen wit, blauw of paars, dikwijls
groot, alleenstaand of in bundels in de oksels van
tegenoverstaande kleine smalle schutbladen, zittend of
kort gesteeld en tot een eindelingsche, afgebroken aar
verbonden of dikwijls eenzijdig langs de takken van een
bloeispietsvormige pluim. Schutblaadjes zeer klein.
Aantal soorten omstreeks 20, in de tropische gewesten der oude
wereld.
29. ERANTHEMUM L.
Kelk diep 5-deelig. Bloemkroonbuis lang, nauw, niet
of zeer weinig aan den top vèrwijd; zoom uitgespreid,
met nagenoeg gelijke lobben of de beide achterste het
kleinst. Meeldraden twee onder in de bloemkroonbuis
bevestigd; helmhokjes aan een breed belmbindsel op
dezelfde hoogte ingeplant, van onderen stomp of spits,
het buitenste dikwijls langer. Gtespen-stuifmeel. Staminodiën
dikwijls aanwezig, draad vormig. Bierstokbokjes
elk met 2 eitjes. Doosvrucht langgesteeld. Zaden 4 of
minder, rond of bijna 4-kantig, vlak, glad of met groefjes.
Werphaken spits of min of meer stomp. Onbehaarde heesters
of kruiden met vaak grofgetande bladeren. Bloemen
alleenstaande of meerdere in de oksels van schutbladen
en verbonden tot aarvormige, vertakte of enkelvoudige
bloeiwijzen.
Aantal soorten omstreeks 60, in alle tropische gewesten. Dit
geslacht komt in Lindau’s bewerking der familie in Engler und
P rantl ’s Natürl. Pflanzenfam. voor onder den door R adlkofer
voorgestelden naam Pseuderanthemum. Daarentegen werd de naam
Eranthemum door L indau op het voorbeeld van R adlkofer gegeven
aan de planten, die in de Genera Plantarum onder den
naam Daedalacanthus Anders, voorkwamen. Zie omtrent deze om-
dooping hij Daedalacanthus.
30. G-RAPTOPHYLLCTM Nees.
Kelk kort, min of meer 5-deelig, met smalle, spitse,
nagenoeg gelijke slippen. Bloemkroonbuis schuin of inin
of meer gekromd, naar boven verwijd; zoom 2-lippig;
bovenlip in den knop binnen gelegen, opgericht en gekromd,
hol, kort, met 2 korte, naar achteren gekromde
lobben; onderlip uitgespreid tot het midden of dieper
3-spletig, middenlob in den knop buiten gelegen. Meeldraden
2, in de keel bevestigd, de voorste een weinig
korter dan de bovenlip; helmdraden aan de basis verbreed
en afloopend; helmknoppen langwerpig, 2-hokkig,
ruggelings vastgehecht, met lijnvormige, evenwijdige,
gelijke, stompe hokjes. Raam-stuifmeel. Staminodiën 2,
klein en knotsvormig, aan de basis der helmdraden.
Schijf ringvormig. Stijl draadvormig, met spitsen top;
eitjes in elk hokje 2. Doosvrucht langwerpig, hard, in
een langen steel samengetrokken. Zaden meestal door
mislukking 2, cirkelvormig of min of meer vierkant, plat
samengedrukt, rimpelig en met kuiltjes in de oppervlakte,
werphaken spits.
Onbehaarde heesters, met tegenoverstaande, gaafrandige,
of in ééne soort doornachtig getande, vaak gevlekte
bladeren. Bloemen rood, kort gesteeld, in veelbloemige
bijschermen of bundels, die een dichte, eindelingsche
bloeispiets vormen of in de oksels der bladeren van eenjarige
takken staan. Schutbladen en scbutblaadjes klein.
Aantal soorten 4, in Australië, ééne soort in tropische gewesten
algemeen gekweekt, Gr. hortense Nees.