lobben door Hooicer; in- de h'lovct of Br. Ind. weder hiervan afgescheiden.
38. A G A N O SM A . Don.
Kelk 5-deelig, met smal lancetvormige toegespitste,
zelden langwerpig-eivormige segmenten en met priem-
vormige klieren aan de basis of zonder deze. Bloemkroon
trompetvormig, buis zeer kort; keel: lang cilindrisch, met
gebaarde langsbanden achter de helmknoppen; lobben
lancetvormig, lijnvormig-langwerpig of hreed: en afgerond;
in den knop naar rechts dekkend en nagenoeg: niet
gedraaid. Meeldraden, aan: de basis van de keel ingeplant
binnen de bloem besloten;, helmknoppen pijlvormig, stüfi,
over den stempel samenneigend; en met dezen vergroeid.;
helmhokjes. met stijve aanhangsels aan de basis. Schijf
5-lobbig, napvormig. Yruchtbladen in den eierstok 2,. vrij
met ruwharige- topjes,, zelden onbehaard;: eitjes- in elfc
hokje talrijk, in vele rijen ; kokervruchten kort of lang
lijnvormig, rolrond, recht, of gekromd;;: zaden eivormig
of lijnvormig-langwerpig,. plat, onbehaard, niet gesnar
veld, kiemwit weinig; zaadlobben, langwerpig; kiemwor-
teltje kort.. _
Stevige altijdgroene klimmende heesters met tegenoverstaande
uiteenstaand vinnervige bladeren. Bloemen groot
of van middelbare grootte in eindelingsche viltachtig
behaarde, tuilvormige bijschermen.
Aantal soorten 5, in Engelsch- en Nederlandsch-Indië. Mén verdeelt
het geslacht in 2 'secties : 1 . Amphineurion, met eivormig
langwerpige kelkslippen en onbehaarde vruehtbladen, die in de
bloem grooter zij n dan de schijf en zich. later to t zeer lange koker-
vruchten ontwikkelen. 2. Meiadetlia, met zeer lange kelkslippen,
en in dé bloem binnen de schijf besloten vruehtbladen, die zich
tot dikke kokervruchten ontwikkelen.
39, E P IG Y N UM . Wight.
Kelk klein 5-spletig, van binnen zonder klieren, met
spitse lobben. Bloemkroon trompetvormig, met lange bij
de meeldraden verwijde buis en eene onbeschubde door
lange zachte haren gesloten keel; lobben 5> in den knop
ineengedraaid en naar rechts dekkend, naar links gewrongen.
Meeldraden onder het midden in de buis besloten;
helmdraden. zeer kort; helmknoppen lijn-pijlvormig, toegespitst
aan den stempel samenkomend,, en zeer weinig
met dezen samenhangendhelmhokjes aan de basis in
ledige aanhangsels verlengd. Yruchtbladen van den eierstok
2, onderling vrij, maar schijnbaar onderstandig daar
zij geheel besloten, zijn binnen de vleezige,, de kelkbuis
bekleedende schijf;, van achteren met deze vergroeid en
door de 5/ korte,, om, den stijl vergroeide, schijflobben
bedekt zijn; stijl draadvormig; stempel dik, langwerpig
kegelvormig, aan de basis tot een ring of een neergeslagen
smal vlies verbreed;, eitjes im elk vruchtblad
talrijk. Kokervruchten vanaf de basis vrij, lang lijnvormig,
rolrond. Zaden lang, samengedrukt, (door een
vleugel of een haarkuif gekroond?).
Hoogklimmende min of meer windende- grijsharige
heesters met tegenoverstaande, uiteenstaand vinnervige
bladeren. Bloemen blauwachtig, van buiten viltachtig
grijsharig in dichte min of meer op hoofdjes gelijkende
bij schermen, die in de toppen der takken tuilen vormen.
Aantal soorten 4 of 5 in Malakka en Borneo.
40. BA IS SEA . A. D G.
Kelk kleinv 5-deelig, van binnen aan de basis met 5—
10 klieren of zonder klieren, met stompe segmenten.
Bloemkroon trompetvormig, met cilindrische aan de
meeldraden weinig verwijde buis,, en samengetrokken
onbeschubde, doch soms eeltachtig verdikte keel; lobben
5, meestal smal, in den knop ineengedraaid en naar
rechts dekkend, naar links gewrongen. Meeldraden onder
het midden in de buis besloten, met zeer korte helm-
dradfen; helmknoppen pijlvormig, zeer weinig toegespitst,
om den stempel samenkomend en in het midden met
dezen samenhangend; helmhokjes aan de basis in korte
ledige aanhangsels verlengd. Schijf napvormig, afgeknot
of golvend, 5-lobbig. Yruchtbladen van den eierstok 2,
vrij,,, in de schijf weggedoken; stijl kort; stempel dik,
aan de basis tot een smal vlies of een weinig vooruitspringenden
ring verbreed en met eene kleine spits;
eitjes in elk vruchtblad talrijk; kokervruchten lang, niet
paarlsnoervormig. Zaden lang lijnvormig,.aan weerszijden
afgeknot of weinig verdund maar niet gesnaveld, onbehaard;
aan den-top door eene afvallende haarkuif gekroond;