Stempel met neergedrukten of een weinig bollen top.
Kokervruchten dik, schuin of gekromd, glad of met 2
smalle langsvleugels. Zaden met een haarkuif.
Windende, onbehaarde kruiden of half heesters met
tegenoverstaande, smalle bladeren. Bloemen groot, met
kogelvormige knoppen, draadvormige bloemstelen, tot
losse tros- of schermvormige bijschermen vereenigd, zelden
alleenstaand.
14. G OM PH O O A R PU S R. Br.
I Kelk 5-deelig, met 5-oo klieren aan de basis van de
binnenzijde en met spitse segmenten. Bloemkroon wijd
klokvormig, radvormig of ten slotte teruggeslagen, diep
5-spletig, met van binnen ongebaarde, in den knop
klepswijze aaneensluitende of smal aan den rand over
elkander liggende lobben. Bijkroonschubben 5, aan de
meeldradenbuis bevestigd, opgericht of min of meer uitgespreid,
zeer hol, kapvormig of samengevouwen of zijdelings
samengedrukt, vleezig, van binnen gevoord, nabij
de basis of den top aan weerszijden met een tand of
kant, aan den top stomp, zelden lint vormig, zonder aanhangsels
aan de binnenzijde. Meeldraden nabij de basis
der bloemkroon ingeplant; helmdraden tot eene korte
buis verbonden; helmknoppen in een neergeslagen vlies
eindigend. Stuifmeelklompjes in elk hokje één, langwerpig,
min of meer samengedrukt, hangend. Stempel meestal
met hoedvormigen top, met dikke, 5 voren dragende of
min of meer 5-lobbigen rand. Kokervruchten dik of dun,
soms opgeblazen, borstelig gestekeld of glad.
Overblijvende kruiden of halfheesters, soms opgericht
en dan laag of hoog, soms ook wijdvertakt en neerliggend
met talrijke stengels, onbehaard, een weinig ruigharig of
lang- en zachtharig, zelden grijs viltachtig. Bladeren
tegenovergesteld. Bloemen klein of groot, in schermvor-
mige bijschermen, welke in één der bladoksels meestal
op een steel zijn gezeten, zelden ongesteeld zijn.
Aantal soorten omstreeks 80, voornamelijk in tropisch Afrika en
Amerika te huis behoorend, doch waarvan ééne algemeen gekweekt
wordt en ook in Nederlandsch Indië verwilderd schijnt.
15. C O L O T R O PU S R. Br.
Kelk 5-deelig, van binnen aan de basis met oo klieren;
segmenten lancetvormig. Bloemkroon wijd klok- of na-
genoég radvormig, min of meer lederachtig, 5-spletig,
met breede, ongebaarde, in den knop kantig klepswjjs
aaneensluitende lobben. Schubben der bijkroon 5, met de
meeldradenzuil vergroeid, vleezig, zijdelings samengedrukt,
met een löb of tand aan weerszijden van den top en aan
de basis of aan het midden in een korten, naar boven
gekromden spoor verlengd. Meeldraden nabij de basis
van de bloemkroon ingeplant; helmdraden tot eene korte
buis vergroeid; helmknoppen eindigende in een naar
voren gebogen vlies. Stuifmeelklompjes in elk hokje één,
omgekeerd eivormig-langwerpig, samengedrukt, hangend..
Stempel met neergedrukten top, onduidelijk 5-lobbig e£'
-kantig. Kokervruchten kort, dik, toegespitst. Zaden met:
een haarkuif.
Onbehaarde of viltachtig, grijsharige heesters of kleine'
boomen, met tegenovergestelde breede, nagenoeg zittende-
bladeren. Groote van buiten groenachtige, van binnen
meestal purperachtige bloemen, in schermvormige of min
of meer trosvormige, eindelingsche of in één der bladoksels
geplaatste bijschermen.
Soorten 3, in de warmere gewesten van Azië en Afrika, waarvan
ééne C. gigantea Br. in Nederlandsch Indië in de kuststreken
algemeen gekweekt of verwilderd voorkomt.
16. A S C L E P IA S L.
Kelk 5-deelig, van binnen aan de basis met 5—10
klieren; segmenten spits. Bloemkroon radvormig of ten
slotte, teruggeslagen, diep 5-spletig; lobben ongebaard,
in den knop klepswijze aaneensluitend of zelden smal
naar rechts dekkend. Schubben der bijkroon 5, aan de
meeldradenbuis vastgehecht, opgericht, hol kapvormig,
met een tongvormig aanhangsel aan de binnenzijde.
Meeldraden aan de basis der bloemkroon bevestigd; helmdraden
tot eene buis verbonden; helmknoppen in een
naar voren gebogen vlies eindigend. Stuifmeelklompjes
in elk hokje één, langwerpig, samengedrukt, hangend.
Stempel met vlakken top, 5-kantig of stomp, 5-lobbig.
Kokervruchten vrij dik, toegespitst, gewoonlijk glad.
Zaden met een haarkuif.
Overblijvende, opgerichte of in vele stengels uiteen