lobben. Bloemkroon trompetvormig met cilindrische, bij
de meeldraden verwijde buis en met samengetrokken,
niet bescbubde keel; lobben 5, kort, breed, ineengedraaid,
min of meer recht en naar rechts dekkend. Meeldraden
boven het midden in de buis besloten, met zeer korte
helmdraden; helmknoppen vrij, langwerpig lancetvormig,
met aan de basis stompe helmhokjes, zonder aanhangsels.
Schijf ontbrekend (volgens Bentham) of ringvormig om
het vrije deel van den eierstok (volgens Baillon). Yrucht-
bladen aan de basis min of meer vergroeid (volgens
Bentham), aan de basis onderstandig en vergroeid (vol
gens Baillon); eitje in elk vruchtblad 2, naast elkander
hangend (volgens Bentham) of in groot aantal bevestigd
aan een wandstandige 2-lobbige zaadlijst (volgens
Baillon). Vrucht onbekend.
Waarschijnlijk opgerichte heesters. Bladeren in kransen
van drie, -langwerpig, aan den top kort toegespitst,
en aan de basis langzamerhand naar den bladsteel versmald,
van boven onbehaard en glanzend, van onderen
met korte haren bezet of kaal en met ver uiteenstaande
zijnerven. Bloemen klein, evenals de gebeele bloeiwijze vilt-
achtig-zachtharig, in groot aantal aan in drieën vertakte
bijschermen, die aan de uiteinden van tot een scherm
vereenigde, aan de toppen der takken geplaatste bloemstengels
staan.
Eene soort van Borneo, A. Beccarii Benth., werd in Hooker
Icones t. 1179 afgebeeld en beschreven. Daar werd elk hokje van
den eierstok evenals in Gen. Plant, voorgesteld met 2 asstandige
eitjes Dientengevolge behoorde het geslacht tot de tribus der Rau-
wolfieae. Wegens den hiervan afwijkenden bouw van den eierstok
zooals deze volgens een referaat in J ust Bot. Jahrb. door Baillon
werd medegedeeld in Buil. de la Soc. Sem. de Paris No. 91 (1888),
moet de plant veeleer in de nabijheid van Alstonia geplaatst worden
en schijnt het zelfs, zoolang de vrucht niet bekend is, moeilijk
te bepalen door welk verschil zij van dit geslacht afwijkt. In zijn
Hist. des Plant, plaatst Baillon echter het geslacht vrij ver hier
van daan in de groep, die met onze Rauwolfleae overeenkomt,
waarin hij echter ook Holarrhena opneemt, dat daar wegens het
aantal der eitjes evenzeer niet past. Schumann houdt zich aan de
beschrijving van Bentham, zoodat ook bij hem het geslacht onder
de Rauwolfieae komt.
22. D Y E R A Hook f.
Kelk half kogelvormig, met 5 korte lobben, zonder
klieren van binnen. Bloemkroon trompet vormig, met korte
buis en lijnvormig langwerpige in den knop naar links
dekkende (volgens Baillon naar rechts dekkende) lobben.
Meeldraden 5, in het midden van de buis besloten; helmdraden
zeer kort; helmknoppen langwerpig, stomp, de
bovenste helft ledig en vleezig, aan de basis stomp, 2-
lobbig; helmhokjes verdeeld in een kort inwendig en een
lang uitwendig vakje. Schijf ringvormig, onduidelijk of
ontbrekend. Eierstok kort, breed kogelvormig, stomp, met
zachtharigen top, (in ééne soort, D. Borneensis Baill.,
half of voor twee derden onderstandig) 2-hokkig, of aan
den top 1-hokkig, met oo eitjes in elk hokje; stijl ontbrekend;
stempel 2-spletig; klein, zittend, peervormig
met aangedrukte lobben. Kokervruchten, zeer lang en
dik, recht, cilindrisch, stomp, met kleine gekartelde roestkleurige
schubjes bedekt, aan de basis vergroeid en teruggeslagen.
Zaden afgeplat, gevleugeld (alleen in onrijpen
toestand bekend).
Onbehaarde boomen. Bladeren gesteeld, in kransen.
Bloemen klein, in eindelingsche en okselstandige, scherm-
vormig vertakte bijschermen.
Aantal soorten 2 of 3, in Malakka, Singapore en Sumatra. Van
het geslacht dat alleen naar onvolledig materiaal bekend is, werd
door Miquel de eerste soort beschreven als een soort van Alstonia
R. Br. Ofschoon men door nieuw materiaal er thans meer van
weet, is de verwantschap van het geslacht nog onzeker.
23. HO LA R RH EN A R. Br.
Kelk 5-deelig of diep 5-spletig, van binnen met weinige
klieren aan de basis; zelden zonder klieren, met
kleine smalle segmenten. Bloemkroon trompetvormig, met
dunne cilindrische, bij de meeldraden weinig uitgezette
buis en zonder schubben in de keel ; lobben 5, langwerpig,
in den knop ineengedraaid en naar rechts dekkend.
Meeldraden nabij de basis in de buis besloten;
helmdraden kort; helmknoppen lancetvormig, vrij van
den stijl, met een kort spitsje op den top en zonder
aanhangsels aan de stompe basis der helmhokjes. Schijf
ontbrekend. Vruchtbladen in den eierstok vrij; stijl kort
draadvormig; stempel weinig verdikt, langwerpig-spoel-
vormig, met gave of zeer kort 2-spletige spits; eitjes in