hokjes mislukt is. Eierstok boven een gelijke of schuine
schijf op een gekromden of schuinen stamperdrager geplaatst;
stijl aan den top priemvormig, met een zeer
korte achterste lob. Nootjes min of meer kogelvormig
of neergedrukt, met wratjes of haren bezet, zelden glad.
Éénjarige of overblijvende kruiden of half heesters, neer-
liggend of uitgespreid, zelden opgericht en hoog, of hoogst
zelden heesters; bladeren meestal getand, soms vinspletig
of gaaf. Bloemen blauw, paars, rood of geel in 2-bloe-
mige, zelden tegenover elkander staande schijnkransen,
soms in eindelingsche aren of trossen.
Aantal soorten 90, in de gematigde streken en in de bergstreken
tusschen de keerkringen van de beide halfronden.
21. BRUNELLA L.
Kelk buis-klok vormig, van af de rugzijde samengedrukt,
onregelmatig 10-nervig en netvormig geaderd, 2-1ippig;
bovenlip plat, breed, afgeknot 3^tandig; onderlip 2-lobbig;
kelk na den bloei door de beide lippen gesloten; keel
naakt. Bloemkroonbuis wijd, meestal buiten den kelk uitstekend,
naar boven buikvormig gezwollen, opstijgend,
van binnen nabij de samengetrokken keel met een ring
van haren of schubben; zoom 2-lippig; bovenlip opgericht
helmvormig, gekield, gaaf; onderlip met 3 lobben,
waarvan de zijdelingsche langwerpig en neergeslagen, de
middelste breed, hol en gekarteld is. Meeldraden 4, didy-
namisch, de voorste hét langst, onder den helm opstijgend;
helmdraden, vooral de achterste, aan den top 2-tandig,
waarvan de achterste tand den helmknop draagt; helm-
knoppen paarswijze genaderd, 2-hokkig, met vrije, wijd
uiteenstaande hokjes. Schijf gelijk. Stijl kaal, aan den top
2-spletig met priemvormige lobben. Nootjes eivormig of
langwerpig, glad, bij bevochtiging niet of weinig slijm
gevend.
O ver blijvende, neer liggende of min of meer opgerichte
kruiden met ingesneden-getande of vinspletige bladeren,
waarvan die welke de bloemen omgeven, tot schutbladen
verminderd zijn. Bloemen purper, blauw of wit, in 6-
bloemige schijnkransen, welke een eindelingsche dichte
aar vormen, met breede, dakpanswijze opeengedrongen,
soms gekleurde schutbladen.
Aantal soorten 2 of 3, in de gematigde streken en de bergstreken
tusschen de keerkringen wijd verspreid.
22. A N ISOM E L E S R. Br.
Kelk ei-buisvormig, gelijk, 5-tandig, vruchtdragend
weinig vergroot, opgericht. Bloemkroonbuis even lang
als de kelk, van binnen met een haarring; zoom 2-lippig;
bovenlip opgericht, gaaf, kort, min of meer hol; onderlip
langer, uitgespreid, 3-spletig, met korte zijlobben en een
uitgerande of 2-spletige grootere middenlob. Meeldraden
4, didynamisch, de voorste het langst, buiten den helm
uitstekend; helmknoppen der achterste door mislukking
van een der hokjes éénhokkig, die der voorste 2-hokkig;
hokjes alle evenwijdig en dwars. Schijf gelijk. Stijl aan
den top 2-spletig; lobben priemvormig, nagenoeg gelijk.
Nootjes eivormig, stomp, glad.
Meestal hooge ruige, langharige of wollige kruiden met
min of meer getande bladeren; van die der bloeiwijze
komen de onderste met de andere overeen, terwijl de
bovenste langzamerhand in schutbladen overgaan. Schijnkransen
nu eens veelbloemig okselstandig of in trossen
aan de toppen der takken of in losse, langgesteelde bij-
schermen, dan weder weinigbloemig en okselstandig.
Aantal soorten 8 in tropisch en subtropisch Azië en Australië.
23. A CH Y RO S PE RM UM BI.
Kelk buis-klokvormig, recht of gekromd, 10-nervig,
met 5 eivormige, nagenoeg gelijke of 2 lippen vormende
tanden, vruchtdragend vergroot en kruidachtig. Bloemkroonbuis
nu eens binnen den kelk besloten, dan weder
er ver boven uitstekend, recht of gekromd, naar boven
kort verwijd, zonder haarring; zoom 2-lippig; bovenlip
kort, opgericht, uitgerand of 2-spletig; onderlip langer
3-spletig met afgeronde lobben, waarvan de middelste
het grootst en uitgerand of 2-lobbig is. Meeldraden 4,
didynamisch, de voorste het langst, onder de bovenlip
opstijgend; helmknoppen 2-hokkig, met wijd uiteenstaande
en ineenvloeiende hokjes of bijna van den beginne af
aan 1-hokkig. Schijf gelijk. Stijl aan den top 2-spletig;
de achterste of beide lobben zeer kort. Nootjes omgekeerd
eivormig, aan den top dicht met sehubjes of haren
bezet.