- i
s T E L Y K E
1 4 0 0 G E E
gen en beekers te maken , en bereid word uic
gelyke deelen van gout en het alderroodftekop
e r , hoedanig liet Japanfcli koper is. Brcedvoerig
befchryft die de Indiaanfche Plinius,
Rum^h in zym Amboinfche Rariicitkamer 111.
B . 4. kap.
Alhoewel ik niet afkeerig ben van het Opi
l e ! der Leere van Koperíttkus, maar veel eer
hec zelve willens en weetens ondertekene. zoo
kan ik echter niet tegenípreeken Henriciis Alorus.
een beroemdEngelfchGodgeleerden, dewelke
in de Verklaiing van Mcrcava door dit
gezichte van Ezechiel wil afgefchaduwt hebben
de draaikolken van Ves-Caries en het Leeropftel
van Kopernikiis: gelyk ook niet Zimmerma
» Kap. 7. Script. Sacr. Coperniz. d ewe lke
in het vítur van Ezechiel daar in vervangen,
glanjfcnde door eeaomloop, gezienheefcdeeerfte
Hoofdftofte vtínDes-Canes, indegroote"j^olke
de tweede , in de diere» en räderen de derde,
dewelke , in haare aarc dui f ter, door de uicwerkende
glants der Zonne moet bezielc worden.
Welke eigenfte derde hoofdftofFe in vier
dieren en zoo vele räderen wederom verdeelt
imand zoude kennen aanzien voor een Zinnebeeld
van die Ariftotelifche wagen doordevier
hoofdftoífen , vuur, lucht, water en aarde
voortgetrokken : of de zoo even gcnoemde
Zimmerman, die andersfins plagtdoorgezichten
vermaakc te worden, het rad der aarde,
der Mane , van Venus en Merkurius , welke
räderen alle zichderwaartszoudengedraaithebben,
werwaarts de ruach^ pneuma, de wint,
naraenclyk der Zonne. Welke verklaring by
aldien plaats vindt , zoo heeft Ezechiel van de
wereld-draaikolk dat gedcelte gezien, hec welk
z i eh uitftrekt van de aarde tot de Zonne, ja.
by aldien w y Zimmerman geloovcn, deeerftc
fchepping van de draaikolk der Zonne , in
welke de Zonne tf/i , cndteenfiorm-jumt
körnende van 't Noorden af, betekent den aU
derdiepfienßaat der verberging, volgensdeuitleg^
ing van Morus ^ of het werkend bellaanlyk
begmflel uit een lydend beginiTel als uic de
baarmoeder te voorfchyn körnende , door het
almachtig D^ar Z y , en het Geheel A I verliehtende.
Dus te re'deneren op eene wysgeerige
manier luf took 'P. Meita \n\ie.x.OogvinEnoch
en EUas. Mynenthalven hebbe een ieder zya
oordeel vry, maar ook my de vryheid om dit
gezicht van Ezechiel ce eerbieden voor zodan
i g , hec wel k iets hoogers envoortreffelykers,
dan hec afbeeldzel, het Opftel der wereld,
betekenen zoude.
Ezech. I. vers lá.
Tie sedaaute der räderen en der^her (a) maak^el was als de -verwe -van een
(¿) ^arkois.
i 8 A n S S f i ^ e a v ^ S ^ n e Sc.en: d.ch fchynt d. hem.lsbUeuwe b«ek.nt tc wordc.
Zie Exod. XXVIIL vers 10.
EzecK. I. vers 22.
Ende over de hoofden der dieren was ds geljkemJJe eenes Vitfpaiifeh gelyk ^^
ive 'van het -vreelfdyke Kriftal: van bovm af over bare hoofden mtgeffreid.
Begnir hakkerach ztt Arias Montanas over
vt ocuks gelu, dewelke een fteen is des hagels,
doorfchynend. Hierom w y den L X X . zynde
gevolgd hec overgezec hebben krufiallon, kriftal,
welke fteen ook doorfchynende is als ys,
ja van velen voor y s , door langduurigheic van
t yd hard geworden , gehouden wcrd. Welk
dwaalend gevoelen gy in myne Natiuirkundigc
Befchryving van Zwitzerland zult wederlcgd
vinden. .
Ezech. I. vers i6,
eens
ms.
Ende hoven het uîtfpanfel, het welk was bo-ven hare hoofden y was degelykenijje
throons, als de gedaante eenes Saßrßeens, ende op de geljhemßedestbrüom
de gelyk^niße als de gedaante eenes menfchendaarboveno^zjnde.
Zie Ezech. XXVIII. vers 17.
Ezcch.'
N A T U U R K U N D E . 1 4 0 I
Ezech. I. vcriT; 27. 28.
Ende ik de verwe van Bafmal, als de gedaante van vmr rontom daat^
binnen, van de gedaante zjner lendenen ende opwaarts : ende van de gedaante
%jner lendenen ende nederwaarts j ^ag ik^als de gedaante van vmr ^ endeglantK.
aan hem rontom.
Oelyk. ^^ gedaante van den böge, die in de wölke is ten dage desplasregens , als^oo
ovas de gedaante van den glant^ rontom: dit was de gedaante van de gelykenis
der heerhiheit des HEEREN,
Zie Ezech. I. vers 4. Gen. IX. vers 16.
Ezech. II. vers 6.
Ende gy , menßhen kjnt, en vreeß niet voor hen , ende en vreeß niet voor hart
woorden j hoewel wederwillige ^ en doornen by t* zyn^ ende gy by [a) Scorpioenen
mont: en vreeß voor hare woorden niet, ende en ont^et u niet voor haar aangewehte
j want zy zyn een wederfpannig hitis,
(a) Zyn alderfchadelykfte meafchen.
Ecn Scorpioen is, gelykmen \Veec, cen fenynig
beeft, fchade doende zelfs den genen die
het goed doet , verderiFelyk , een liefhebber
van hec bed, gelyk de weegluizen. De fteek
i s , voornamenclyk in warmer geweften, dodel
y k , cen zy men daar aanftonds hulp voor
fchaft. Derhalven is hec geen wonder , by aldien
die in de menfchelyke zamenleeving ter
1 onze Stad , mlien het volk wegens de bitter-
I heit zyner zeden den Scorpioen noemd. Van
Procopius werd by Suidas eene vrouw van een
kwaad ^¿dru^Îkorpiodeys genaamd, als vaardig
om te tre^n, en de toornverbergende. Van
Pollux een krakkeelzuchrige : dog een opßuivend
fenyny een Scorpioen gelyk, een Scorpioen. By
den Grreken is (korpioun, fkorpiaineflhai^ a.-
griaineßhai ,ereihize/thai, apotheyrioußhai, tra'
chmefihai, apaiiîhadizefihai, verwoeft worden
kwader naara en faam ftaat, by aldien by den
Arabieren hatelyker dan Scorpioenen geoaamd
word die gene , die den haat van ider een op
z i ch haalc. Dusdanig is voor Ezechiel hec
Joodfche Vol k gewceft : deze brommende menfchen,
of derzelver kwaadipreekende congen,
o f verkeerde gemoedsdriften zyn Scorpioenfteeken
geweeft. Ja G O D zelf becekent de.
ze wederfpannelingen onder de tytel vanScorpioenen,
hoogmoediglyk hartnekkig zyn. Sirach XXVI .
10. van eeneboozevrouwei eenkruid, diezich
daar by voegd, doed als die geen, die een Scor^
pioen aanvat. En by die Scorpioenen , die
Ezechiel kwe lden, verdienen vergeleken te worden
zynen Profeet moed geevende, zeggende,
en vreejl niet voor ben. Zoo ook word
Herkules in CajJandrà van Lycophronytrs
fkorpios een Scorpioen genaanid , volgens de
uitleggingvanden Verkiaarder, wegens de bedreeven
, gramfteurig worden , getergr worden,
die geeftelyke fprinkhanen, dewelke ¡teerten
hadden den fcorpioenen gelyk Openb. IX.
3. ro. Daar is nog overig indachcig ce maken,
dat het Hebreeuwfche woord farabimmctvecX
nadruk door den LXX. word overgezec paroifireyfoußy
doodjlagen. Van dusdanigenMenfchenhater
menfch w or d genaamd wreedy woefi, vol
zegd Ammiantis Antholog. II. B.4.3. kap.
Feel eer zal een Schallebyter honing maken
of eene mugge melk geven,
Dan gy ietsgoeds zoud doen , overmits gy
ten Scorpioen zyt.
Apulejus IX. B. Gy kend zekeren Hopmanvan
als door woede vervoerd zullen a y
dol, onzinnig zyn , die Joden, even als een
ongecemc paardachteruicflaande, doormuggen
gekwelc zynde. Hoz. IV. 16. Ifrael is onbandig,
als eene onbandige koe. Alwaar meer dingen
over de onder handen zynde zaak zyn ge*
Ezech. m . vers 5>.
voorhoofd heb ik, gemaakt als een diamant, — -
Zie fermi, XVIt vers i.
nnnnnnn P R I N T -
•m
W