J>
N A T U U R K U N D E .
ondcr Cvm en T>ms- Tot getiiigcn rocpen
\vy die in Perzie gcreisd hebben , dewclke in
d e Arabifche wilderniíTcn menigmaal mccr gevaar
uitftaan dan in de onlluimige zee, door
d e Zuidelyke winden nu en dan gehele Karavanen
kooplieden ondcr het zane begravende.
JSaraentlyk het woefl: Arabie is landachtig,
d o r , van water ontblood: de luchtaldaardoor
<Je bitte verzengd , zodanig vcrdiind, dat een
fterker wind van de zee aanwaayende, tegenftand
ontbreekende, waat maar opening is door .
1 3 0 ^
barft , ja in andere naby gelegen landen vati
Arabie overgroote nederlagen veroorzaakc.
In ons Europa fteeken zodanige ftormwinden
niec ZOO zeer op uic den Zuiäen (indien gy
eenige Alpifche Valeyen uitzondcrt ) maar veci
uit den Z. en N . Werten, nademaal de Aziaanfche
en Afrikaanfche Lucht zieh vervoegd
by eenc overgroote menigte dampen uit de
M i d d c l a n d i c h e Zee cn den Oceaan zelveo opklimmende
J e z . XXI . veriT: 3. 4.
Daarom ¿yn myne lendenen volvan groote krankheit ^ hange men hebben m-^aange^
greepen, gelyk de bange ween eener die haart i ik kromme my van hooren, ik
. "worde ontftelt van het aanzien.
Myn berte dwaalt, grouwen 'verfchriht my, de fchemer'mge daar ik na
•kj ßelt hy mj tot bevmge.
H o e groot Babels verwoellingegeweefthebb
e , door den Perzen en Medm ter uitvoer gebracht
, kan men afneemen, al was het maar
uit de gebaarden van den Profeec niet anders
dan droevige zakenvoorbeduidende. Mync lendenen,
zegdhy, zynvolvangrootekrankheid,
cnepleyßhey hey osfhns mou tkltij'eoos t mynlenden
is vervuld door onthinding, O m eigentlyk te
fpreeken hutsveft de fchnk nog in d e lendenen,
nog in eenig ander deel des ligchaams ^ maar
in het gemoet, m den geelL Wanneer die
door fchrik word aangedaan doorcenigdroevig
v o o r w e r p , draagt dezelve de lall niet alleen,
raaar gceft een gedeeltc aan het ligchaam over.
1-Iet geheel geitel der zeniiwen word al teveel
u i r g e l p a n n e n , voornamentjyk word de beweeg
i n g v a a h e t b l o e d d o o r d e m c e r f t e deelen, ende
fpieren heviger,hter van daan worden niet alleen
door trillend beeven de lendenen aangegreep
e n , maar de van dezelveafhangende dyen, ja
het gantfche ligchaam. Wy Duitfchen hebben
daar van daan dit zeggen ; der Zitier kommet
. mir vor fchrecken in die Beine. Myne beenen
trUlen van fchrik.
i Bange ween hebben my anngegreepen, gelyk de
\ bange ween eener die baart : ik kromme my van
hooren, ikwordeontßeltvnnhetaanzien. Odi-
\ nes elabon me hoos teyn tiktoufan. eydikeyfa ton
\ mey akoufai, efpoiidafa lou rney blepein. ' Onze
1 u i t w e n d i g e Zinnen, en derzelver werktuigen»
! d e oogen, ooren zyn dieongelukkige liriefdra-
! g e r s , die droevige nieuwe tydingen aan hetge-
; moed boodichappen, maar ook lyden zy zelve
I als door de weerftuiring. ichxiiiy znjezaias
I w a s ZOO g root , dat ook zelf de zenuwen der
' ingewanden al te zeer waren uitgerekt, by aldien
bange ween hem aangreepen als eene di©
baart. Het herte klopte, hey kardia. pianatai,
het herte dwaalt, wegens de aldergrootfte tegenftand
der alderuiterfte deelen, cm het wel k
t e boven te komen het niet machtig was, door
bloed dcswegens zynde overftelpt. De Nacht
eindelyk zelvc, andersfinsde raedegezellinoe van
droef hei t , is hem t o t f c h r i k , t o t be v ing e geweeft.
P R I N T B L A D D C I X .
Ernie hy lag eene wagen, een paar myters, een wagen met ezeh, een wage» met
kernels : ende hy merkter zeer naeuvie op, tnet groote opmerkingc, Je z . X X I .
v e r s 7.
Dit tonß-Tafred vertoant de W A G E N ,
Die Goâs Propkeet Jefaias Zäg
In een gezieht^ in vroegen eiûg-.
De Konfi moet elk op 't boogß' behaagen:
Maar meerder 't geen de gieß van SCHEUCHZBK om lierkladrd',
' \. Des ondergangs, door 'vmr en beving van al* de Aard,
mmmmmm AI