1 4 9 1 G E E S T
der Sprinklianen. Maar de formeering zelve
fchrytc de Alderhoogfte G O O zieh zdven
toe. Hy zelfis de tbrmecrder der Spnnkhanen
jotzer gobat. Her zelfde woord ftaat
Gen. 11 7. 8. 19. alwaar gefprooken word van
d e formeering des menfchen en der beeilen.
N i e t dar Hy ooknochdczediertjesvoortbrengc
uir nier, of uir eene vnrnielooze ftoffe, ofeene
koft-elyker, dan die van andere dieren is, overgcbiceven
van de formeering van Adam, gel
y k der Türken Godgeleerden beuzelen. De
alderrechtvaardigfte G O D heefc her opher ald
e r w y f t e zodanig voorzorgd , datde tyd tot
d e aldertalrykftc voortteeling en het kven der
Sprinkh-inen zoude overeenkomen, tot eene ftraf
den zond.iren toegclegd. Deut XXVIII. 38.
Cy ztilt veel zaals op den akker nitbretigen:
maargy zult weinig inzamelen ; ivant de Sprinkhaan
zal't vei'teeren. 2. Krön. VII. 13. Zoo
ik den hemel toefluite, dat 'er geen regen en zy^
ojte ZOO ik de Sprinkhanen gebtede het land te
-verteeren. Pf LXXVIII. 4.6. Ende hy gaf
haar geiväs den kruid'-jvorm ; ende baren arbeid
den Sprmkhaan. Pf. CV. 54. Hyfprak, ende
daar kivaamen Sprhikhar.en ende kevers, ende
dat zondcr getal. Hier van daan is het, dac
d e Sprinkhanen niet allecnby den J o d e n , maar
00k by den /^rabiercn GODS heirleger genaamd
worden. Zie na wat wy over Joel II.
25. gefchreeven hebbt-n. Zoo ouV Plintu s : die
pefi word voor de toornigheden der Coden gehoudcn.
Hier van daan 00k der Hcidenen
p k c h t i g e Fecften, waar door zy zichverbeeld-
E L Y K E
den dèe Coden gramfchappen te ftillen. By
den Achenienzen wierd Jpollo genaamd Conopius,
ora dat hy de Sprinkhanen had vcrdreeven.
Dit blykc uii de Jiticis van Paufanias.
Zoo 00k Herkules in Oeta Conopton by Sirabo
X I I I . B. Deze formeering der Sprinkhanen
van G ü D valt gemakkelyic ce betoogen uic
d e geftalce-vorraing zelve , dewelke van een
oneindig konftwerkis, envoornamentlykdiend
ora te wederleggen zoo die Cngodiftcn , als
W y s g e e r e n , dewelke eene dubbelzinnige voorteeling
bcgunftigen, in achting houdende den
vooTvechter/irnobiusinzyn I I .Bo e k : „Neen,
, , by aldicn wyonckcnnen, datvliegcn, fchal-
„ lebyters, enwandluyzen, muisjes, klanders
in 't koorn en motten , het werk zyn van
j , den almachtigen Koning , zoo is gevolgcj,
lyk van ons af te eifchen, dat wy zcggen,
„ wie deze gcmaakt heeft of aangeftclt. Wanc
j, wy zouden zonder berifping niec können on-
„ kundig zyn, en wie aan dezelve hetbcgin-
„ zel heeft gegeven, en le gevoelen, dat niet
„ van den oppcrrten G 0 D zyn voorrgebracht
„ ZOO overcoliige . zoo ydele, zoo tot gene
, , redcnen behoorende zakcn „. Zeer weinig
verfchillen d e gedachten van dezen, geen wysgeerigen
, Kerkvader van her leerftuk der
Marcioniten, dewclke, volgens het getuigenis
van Teriiillianiis en Hieronymus, een anderep
Schepper van hemel, aarde, menfchen, ee^
nen anderen van bloedeloos Gedierte geftelc
hebben.
Arnos V i r . vers 7.
Noch deed hy my aldm ; ende ^iet , de BEERE ßond op eene mmr. dk
naar het fas bot gemaaki ^as: ende een pasUot was in zyne h-"--'
mag , Z00 fchynt echter anak in onzen Text
geen edel gerteenre te bcrekenen, Kmchi
l e e r a a r t o n s , anak is loot oitm, namentlyk
in de Arabifche Taal , welkebctekenisookGölius
I n dit, en het naaft hier aan volgende vers
oncmoetmen viermaal hec woord Anak , het
•welk de LXX. geftadiglyk adamanta , een
diamant overzetten. Volgens het getuigenis
van Hieron)mus ondertekent Symmachiis deze
overzetting. Deze verklaring begunftigt ook
Orphetts over de Steenen , die onder de naam
van Gaïacîites eene Diamant vermeld Anactites.
, ^ • men anaktiteyn adamanta
Kleion.
Ook deze AnaBiîes noemden de Ouden een
Diamant.
Ook erkend Reinefius Variar. Leei..\l. B. 7.
kap. Anach voor een Diamant, welke hy verzekert
anachites genaamd te worden , om dat
dezelve ydele vreezen un het gemoed ver dryft
volgens 'Phnm XXXVII. B. 4.. b p . Doch
wil Salmafiîis dit woord liever afleiden apo
teys anagkeys , van noodzakelykheit, dwam.
W a e 'er ook van deze woord-afleidingen zyn
heeft in het Woordenboek mt Ibn Mariiph.
MiiTchten dat Theodotion om deze reden anak
ovcTZtxteykomenon. faßim, gefmolten, omdat
d e gezegde metalcn gcmakkelyk gefmolten
worden} Aqmla aleiphooßn, Hieronymus\\ceiz
flagnaturam. Hier van daan willen zy dat
Engcland Brittannie genaamd word even zoo
veel als barath anak Im-veld, akker van Tin.
Bochart Phanic. I H. 39. kap, DeomHündigheden
van het Gezicht vorderen een werkcuig,
het welk de metzelaars gcbruiken by hcc opmetzelen
van een muur. Hieronymus hcefc
trullam camentarii, een metzclaars troffel,
anderen liever tibellam neemende. ook perpendiculum,
ein Senck-Bley, Btey-Schnur, gelyk
onze Moeder tahge Overzetting.
P R I N T -
T A ^ . j icxivin.
A-MOS - C ap. IJL. V. S
S e i ^ e i i f e s .
» ' ^ J i t n ü (J^ofr.ix. V. 3 .
' l^ríiísijyfen.
I.-d.P/i'fel It^n • ''culps.