- .'ft
ilNil
N A T U U R KUNDE.
ÌIÌ
ö - ßhielyk tot duizend
; njerwcn over. Hier van daan ook word een
; Huichelaar van den Jooden tfsbhua genaanid,
V oni dat hy weec te veinzen en te oncveinzen,
; iets anders in hec gemoed te bchouden, anders
•; niet de tong voort te brengen,
Deze •virbergt iets anders in het gemoed,
mur anders fpreeb hy.
Onze Overzettingen, flennende op het gezag
van Hiermymus, hebben avitmm nerßahr,
einen gejfrengtm Raub-Vogtl, de Nedcrduitfciie
Vertaling eett geffrinckelde vagel: „
] „ myne erfFeniffe is my een gefprinckelde Vo.
j, gelj de vogelen zyn rontomme tegenhaar h.
; IM u is een gejprindelde vogel een geverwde vogel.
Dogde aldernaaftvolgende woorden: „
körnet dan, verzatnelt al gy gedierte des mlls,
hometom te eeten, benadeelen dezeOverzettingen.
VVant tot de wilde dieren des velds bci
j i ;
ht)ord de hyene , met de gefprinckelde vogel.
Bochm zet daarom onzen Text dus ovir:
„ IS dan het veelverwige roofgierige dicr
„ (hyene),, myneerffenifTe tegen myi Isliet
„ roofgierigwildbeeft van alle kanten over het
„ zelve „ ? Alwaar aan te tekenen llaat, dac
gnaith nietalrydbetekenteeneroofvogel, maar
ook alle andere vlecfchvreetende wilde beeilen.
Dat derhalven dezin der woorden yrnjeremias,
of van G O D zelven door den Proplicet deze
zy : Hoe korat het bid ik u , dat de Joden,
myn eigendom, als brüllende Lceiiwen tegen
myaaniieren? Den menfcli iiittrekicen, hyeneit
gelyk zyn geworden? Zynzyniet metderoofgienge
dieren van eenderlei aart? Maar ik zal
tegen deze woefte dieren andere tegen aanftellen
, namentlyk den Kaldecuwen , die haar
züllen opflokken.
P R I N T B L A D DCXXVI.
Zal mieen Moormm zyne huidt veranderen > ofte em Laipaart zyne vlecken ? •
J e c e m . X I I I . vers ij.
Nil word ik door de konß verrakt en ofgenomen;
Dan kan ik naauw'lyks myn 'verwondermg betoomen,
Wamuer ik 't fchoon vertoog des arbeUzaamen Mans
Den wakfren SCHEUCHZEK leez'! zyn Naam ontbeer' mit kr ans ^
Di-jiyl zyn- grooten geeß en ZielbeffiegeUngen,
Door de allerzwaarfle flof der zaaken wifl te dringen;
Waar van iit fchoon vertoog -uerfirekt een klaar bewyz.
De Konßnaar hebb', ¡so wel als Hy, zyn lof en (rys.
OVer de zwartheid der Mooren , en de
viecken der Luipaarden te redeneeren, is
eene zaak van geene gemakkelyke nafpeuring,
eene laftige arbeid. Door behulpder ontleedkunde
moet onderzocht worden de gefteltheit
der uiterfte vezelrjes nauwelyks voor de gewapende
oogen zichtbaar , en uit de beginlTelen
van de Wiskundige Natuurkunde ontvouwt
Worden den aart der verwen de alderfwaarlle en
verborgenUre van allen.
ßoven alle andere ver-^en heeft de witte en
de Z'-jJarte den voorrang, zoo dat volgensdezelve
alle Landaardenbyna in wittert enzwar-
'en verdeelt Worden. Ook de RiilTen zelven
gy in zwarten cn Witten verdeeld leezen,
a hoewel de alderzwartlle van deze alleenlyk
olyfverwigen zyn. Onder den rang der blanken
worden gerekent de Europeers, onder het
"i'jsgezin der zwarten de Afrikanen, alhoewel
vele onder den Eiiropeanen zwarter zyn dan
zommige Afrikanen , en in Sicilie een hoger
graad van zwartheit plaars heeft dan onder de-
Klvecvenwydigelyn in Azie. De Landzaten
van Libye en iVIauritanie zyn zwarten by Europeers
vergeleeken zyhde, dog ten aanzien der
Mooren zyn zy blanken , namentlyk zwartachtigen
, donker-baiynen. De Arabieren
zwart zynde uit den geelen, worden echrerin
de H. Bladeren zwarten genaamd. Hogel. I.
Ik bin zwart, dog Ueßyk, gy dochteren Jeruzalems,
gelyk detemen Kedars, alwaardeKal.
deeuwfche Uitbreider , gelyk de zoonen -van
\ Chus, dewelkewoonenmdetentenKedars. Ook
I de Ethiopier, attiofZi cn/c« is in onzen Text
de Arabien Want raen moet weeten, dattoeii
ter tyd de Ifraeliten met den Mooren, by uitftek
ZOO genaamd, geenomganghadden, maac
wel met den Aziacifche Mooren enEgiptenaars,
dewelkevan Herodotus genaamd worden «c/ii»-
chroes en oülotriches, zwartverwigen en kroeshairigen
, en by Hefychius is aiguptieojat hec
zelve metmelamat, 'Egtptizeeren, zwartworden.
Plantus m Pannlns: Ik zal -voorwaar
nu door nuifi/lagen hetgeUeaeiigezicht, ofdat
het een zwartmnetje zy, zodanig zwart maken,
dat zy mel zwarter zal jehynen , als dl
Egiptijehe , of die in de renfpeelen een vat met
water rondom dragen. De rechte zwartheit der
Mooren
If