l;., f I
N A T U U R K U N D E.
BOvcn hebben wy gezien deheerlykheitvan
den Alderhoogften G O D door een wonderwerk
veilig geftelc, door hetbevel van Nebucadnezar
in de dtkfte duiftcrniflen van her
Heidendom , hec vuur Daniels medgezellen
verfchoonende , de beulen verteerende. Nu
körnt de order der vervolging tot Daniel zelven.
Voor eene misdaad, en wel van Majefteits
fchennis, word hem telaftgelegd, dat
hy drie tyden des daags knielde op zyne knien.
ende dat hy bad, ende helydenis -voor z mn GOD
dede, vs. ii. Hy word by den Kbning aangeklaagd,
van den welken de wangunftige Hovelingen
op een& bedriegelyke en kwaadaardige
•wyze een beiluit hadden afgeperft, uir kracht
van hec welke de zeer godvruchtigemanmoeft
geworpen worden in den kuil der Leeuwen,
en deze alderverfcheurendfte beerten ten proye
•worden, opdac de vyanden over den iiit den
•weg geruimden Daniel een Zege-Iied zouden
können opheifea. Maar zie daar een fchielyk
veranderd foneel-bedryf! de redenlooze beulen
, andersfins de alderwreedfte uitvoerders
van het door Darius gevelde vonnis, fpaaren
den onfchuldigen, vérflinden den befchuldigers
zelven. Waariyk niet door eenige natuurelyke
drift. Gene fchade is 'er aan Daniel ge-vonden,
ook vry zynde van zcdelyke fmette, zekerlyk
geensfins, om dat zyn vleefch min fraakelyk
is geweeft, of dac de Leeuwen gene honger
gehad hebben , maar, cm dat G Ü D zelf de
mtiylen der Leeuwen heeft toegeflopt, Hebr.
X L 33. Want hy heeft in zyn GOD gclooft.
D e waarheid hier van blyktoverbodighieruit,
dat gebeurd is , Daniel uit den kuyl verloft
zynde, opgetrokkm» de Koning bevetende zyn
1 4 ^ 7
die mannen voor tgebr acht, die den Daniel over-
Und befchuldigt hadden, en geworpen in den kuyl
der leew^en^ zy, harehinderen, enharevrou--
"Wen, en zy kwatnen niet op den gront dei
kuyls, of de leewjven heerfchten over haar, en
zy ver'morfelden alle hare beenderen. Deze veriolling
voi van een wonderwerk fchryfc Daniel
nc)ch Darius niet toe aan eenige krachrcn der
naruLir, maar aan G ü D. Dan. VI. 33. Myn
GOD helft zynen Engel gezonden , ende hy
heeft den muti der Leeuwen toegeßooten, dat
zy my niet befchadigt hebben. Darius door een
Bevel aan alle Volkeren, natien en tongen, die
op de gantfche aar de woonden, toegezonden vfl".
27. 2«. ran my is een bevelgegeven, datmen
in de gantfche heerjchappy mynes Koninkryks
beeve en tzittere voor het aangezichte van den
GOD Daniels: want hy is de levendige GOD,
ende bejiendig in eeuwigheden, ende zyn Komt/gryk
en is niet verderfeiyk, ende zyne heerfchapfye
ts tot den einde toe. Hy verloß ende reddet,
ende hy doed teekenen ende wonderen tn den hemei,
ende op der aar de. Die heeft Daniel uit
het geweit der Leeuwen verlofi. De Rabb\'nfche
en Arabifche Schryvers voegen, volgens
gewoonte, andere cmftandigheden daar by, dewelke
ik, om dvit zy naarverdichtzelenneken,
in het kleed der ftilzwygendheid bewinde.
Echrer zyn die dingen, dewelke verhaalc
niec ongerymd, dac Daniels vyanden en
G O D S haters de zaak zoo uicgelegd hebben ,
dat de Leeuwen hem gefpaarc hebben, om dac
z y geene honger hadden, en dac daarora de
Koning belaft had den Leeuwen mer vleefcii
te verzadigen van te yooren, eer die elendige
huisgczinncn in deii kuil geworpen wierden.
Dan. IX. vers 24.
Zeventig meken zyn heßemt over t*w 'volk , ende o'Ver ime heilige Staä, om äs
overtreedtnge te ßuiten, ende om de zpnden te verxegelen, ende om de ongerech-^
tigheit te 'ver^oenen , ende om eene eeuwige gerechtigheit aan te brennen , ende
om het gewehte ende den Pro^heet te ver^gelen , ende om de heiligheit der heiligheden
te ^ahen.
Deze doorluchtige Voorzegging , van de
Toekomfte van den Meflias , zal ik in zoo
verre verhandclen , als dezelve de Tydrekening,
dewelke een gedeelte der Wiskunde is,
betreft, zullende voor anderen de andere dingen
overlaaten.
Eckend is hec , en by allen Volkeren aangenoomen
dat eene Pf^eeke, feptimana , hebdojmda,
fchabuang, eene kringicop is van Zeven
gewoonelyke dagcn. JVlaar in de Heilige
Bockrollen , en in onzen zelven Text word
opgcgevcn eene andere zoort van Weeken, dewelke
een Umloop zyn van Zeven jarcn. Dcrhalven
zal 'er onderfcheid zyn tuiichen dagweeken
en jaar-weeken. Dezen kan bygevoegJ
worden de i^rootejaar-week, dewelke uitloopc
op zevenmaal zeven, 0(49. jaren, weí^cweek
geeindigd zynde het Juheljaargevierdis. Door
de Profeetifche Weeken verftaan wy hier ter
piaatze jaar-wecken , en voor den Joden , de- •
welke , by aldien zy niet liever bitnt willen
blyven , klaar zien, dat de termyft door Daniel
geopenbaard, lang IS verloopen , latenwy
over, gelyk zv verdichten, eene vicrde zoorc
van Profeecifchejaren, dewelkeeeneTydkring
maken van zeven lubeljaren, en voor 70. weeken
3+30- jaren uicleveren.
Alhoewel wy , m« allen üitleggeren vati
d«
l - ä l . i
iÜ • I'
lil.l-:'
i
M'Iíí;
. i j j i v l