Iii '.'t
N A T U U R
„ eeae fpelonk tot verderf der Stad uitgeholt
„ zyode , word 'er eenc onderaardfclie weg
„ ge20chr. Welk bedrog van tweevoudige
,, uitwerking is. Wanc of zy körnen in de Stad,
,, en des nachts, zonder dat de Stedelingen
,, hec gewaar worden, ftappen zy uit door de
„ onderaardfche gang , en de poorcen open
„ gedaan hebbende , Uten zy de benden van
„ hen binnen , en dooden de onkundige vy-
,, anden in de huizen zelven: of ten minften,
„ wanneer zy tot de fondamenren vanderauu-
,, ren zyn gekomen, zoo ondergraven zy der-
„ zelver grootfte gedeelce. en, drooger hou-
„ ten daar by gelegd hebbende verwachten zy
,, de nederltorting van demuurdooreenefchie-
„ lyke ruk. Daar benevens voegen zy daar by
,, takkeboíTchen en andere vlamvoedende din-
„ gen. Aisdan, de kryslieden gereed zynde,
„ word het vuur van onderen aangeftooken, ,
„ en de hoiite pylaren en zolderingen verbrand
„ zynde, de muur fchielyk inftortende, word
„ de toegang tot den inval opengeflooten
„ Ciirtius IX. B. „ De alderfterkfte Stad van
„ liet volk heeft hy doot ondcraardiche onder-
„ myning ingenoomen. Het heeft den barbaja
ren, onkundig van krygs-werken, eenwan-
„ gedrocht gelykende toegefcheenen. Want
j, byna in het midden van de Stad kwamenzy
j, voor den dag , te vooren geen bewys van
„ een uitgegraven hol geraaakt zynde,,. lecs
zodanigs kan miíTchien verftaan worden Van
die verwoefting van Babel Jereni, L I . 58. Die
hreede muur van Babel, zal 't eenemaal ontbloot
'•jjorden i ende hare hooge porten zullenmet
viifir aangeflooken worden. Pl". CXXXVI L 7.
Ontblootze, üntblootze tot haar fondatnent toe.
Van de Karpn word ook melding gemaakt
Ezech. XXI. 22. De 'waarzegging zalaan
zmrechter hant zynopjei-nzalem. om¡lormrammen
, Karim , ie ¡teilen , om den mont te
openen in het doodflaan, om de fiemme o}> te heffen
mit gejuich , veldgefchrey, om fiormrammen
te ßellen tegen de porten , om flerkten op
te -"jja'peny om bolwerken te ¿£)tftce»..XXVI.9.
Ende hy zal mnurbrckers tegen nuve tnnuren
ftellen , ende uwt torens met zyne fweerden afbreeken.
Dit Oorlogs-werktuig word andersiins
van den Hebreeuwen genaamd ail, een
Tiim, en ail barezel eene yzere ram by Britßus.
^njopfiis, de Jbulenzer, Fatablas mWen,
dat door dusdanige rammen de Stad , Jeruzalem
doorgebrooken is op het elf de jaar Dan Zedekia^
jn de Vierde maand, op dennegenc
dermaand. Jer. XXXIX. 5.
Deze ?•<«»; nu is geweeft een zeer zwaar yzer
werktuig, aan de voorfte zyde fpits, met een
rams of bol«-kop gewapend , waarmede zy,
dezelve aan cene yzere keten hangende, ofwel
hlood, met groot geweit regen de muurenaanhonrten.
De naam heeft daar aan gegeven de
gedaap.te zelve van een rams-hoofd, en de gewoone
manier van aanvallen der rammen of
K U N D E . 14 0 5
bokken. Diis zag Daniel VIII. 4. een rmlioo.
tetide met de hoerneti ttgm het Weßin, ende tegen
het Zmden. Hier van daan heeft raifTchiea
liet Hoogdiiitfclicwoord/r;<iAr, waardoorzy
eenen rambetekenen, växitmpetcndo, aanvallen
verkreegen de oorfprong , om dat hy wider,
tegen, oder entgegen , of daar tegen aanftooti
oiväXi wehren, verdedigen : gelyk der Latynen
aries van areys, van Mars, den Ootlogs-
God, ook een gevecht. Dit is de rede, waarom
de Nederlanders deze krygs-werktiligen in
oQzenText, en kap. XXI . 22. zeer wclgepaft
uitdrukken door Stormrammen , wy zouden
zcggen Sturm-Widder , Smrm-Biete. De
Franfchen noemden die in de middelfte Eeuwen
CurcamoHffes, naderhand i i a t twr j . FutHtores
by Fauchet. De Woordafleiding wil
ik Iiever behouden, dan onderzoeken. Deuityinding
van deze Stormrammen fchryven "lertulUnm
en Fitruvms den Karthagincnzen toe,
dewelke in de belegering van Kadix, de niüuren
met hoiue balkcn aanvielen , en orarammeyden.
Fitnmim : „ Men verhaalt dat de
„ Stormram tot verOveringen dus het eerft is
„ uitgevonden. Die van Karthago hadden hun
„ leger om Kadix in te neemen daar rontom
'» geflagen. Dog wanneer zy het kafteel eerft
„ hadden bemächtigt, hebben zy getrachthec
„ zelve te flechten, Naderhand hebben zy,
„ geen yzergereedfchap ter ontmanteling by de
„ hand hebbende cene balk genuomen, ende-
„ zelve in de banden houdende, enroetdekop
„ of punt daar van de hoge muur onophoude-
„ lyk beukende, wierpen zy de hoogfte lagen
„ fteenen van boveo nedcr, en dus hebben zy
„ trapswyze naar order de gehele vefting-wal
,, van een verftrooit,,. Aangaande deze floffevan
den Storm ram zic die wydlopiger verhandeld
by Stewechius over het IK A'. van ^egetius
kap. 14. En Lipßus Poliorcet. III. B.
1. Dial. waar uit ik de voornaarafle zaken hier
uittrekke.
A. De Stormram is eene dikke paal, welke
ilerke mannen op de banden en het bovenftegedeelte
des arms vafthouden en beftieren. Dus
ftaac dezelve afgefchilderd op de Pilaar van
Trajanus. Lucanus I. B.
By aUiengy , welke muuren het ook mogten
zyn , met de grond zoude willen gelyk makcnt
ZOO zal deze ram, doorßyve armen aangezet,
de fteenen verflrooym.
ß C. Een te zamengeflelde Stormram, dewelke
van eene andere balk af hangende door
groorer gewelc, mec minder kraciit gezwaait
word , waar van de uitvinding ook aan Karthago
, krachtig zieh op dien oorlog toeleggende,
word toegefchreeven. Dezelve befchryfc
Jofifm van den Joodfchen Oorlog het IH. ß.
dusdanig : ,, De Stormram is eene zeer groote
j, balk , dewelke wel naar eene Schecps-maft
,, gelykt. Dezelve word aan het emd met een
„ dik yzer beilagen, met de gedaante van een
„ ram,
I c .