N A T U U R
• Deze Text behelft in zig gene zwarigheir.
Voor de oogen van den alderrykften en alderwyften
Oppervorft ftondendagelyks de pilaren
uic koftclyk marmcr mec gouden voetftukken
onderfcliraagt, by welken hy vergelykc de
feilenkelen van den ßruidegom , dewelke onder
de benaming van ßerke mannen by hem
vüorkomen in zynen Prediker X I I . 3. die in
den ouderdom -wankelen. Dezeaamentiyk on-
K U N D E , 128J
derfchooren her ligchaim, gelyk gene een gebouw.
Hcc Uicziclic, her welk hy had op
den berg Libanon y toen ter tyd gchecImecCederbüomen
beplant, gaf hem aanleiding om by
deze te vergel y ken de gehele gedaante of ge.
ftalte van den ßruidegom, niet aangezicbt
aüecn , welk onze iVjoederralige heefc. Eiäoi
autou hoos Líbanos, ekUktos hoos Kcdroi.
Hogel. VI. veriT. 6. 7. ^
Uwe tand-in iyn als een hidde Schapen , die uit de laafchßede ophoinen, die al V
zq^cn tweelingen 'voonhvengen, ende onder dezelve en is ^ene jonge/oos.
Uwe loflngen zyn als een Sttik van eenen granaat-appel tußchen um vkchten,
(a) Hieronymus : als de fchil van cenen granaat-appel , zoo (zyn) uwe wangen aonder verbergingen. Nochtaus
eai weinig anders Kap. I V . i
Zie Hogel: vers 2. 3.
Hogel. VI. vers 10.
tVie is 7.y die daar uytúet, ah de dageraad : fcUom gelyk <
de Zonne, fcbrikkelyk als flagordens met banieren ?
Mane , zuiver als
Alhier zoude eene ruime gelegendheic zig
opdoen om ce fpreeken van de Dageraad, aan-
, genaamom te ziendoorharei-oosverwigemond,
van deglanfchderZö»«^ endeder Mane^ zelfs
00k van die Noorder Morgmßond, of Dageraad
^ , welke door hare gloeyende piramiden,
en gints en herwaarc!; uitgefchoote vlammeneen
•welgefchaartheirleger, ja vechtende flagordens
verbeelc, Jchnkkelyk als toegeruße Slagordens,
thambos hoostetagtnenai y Syrnmachus heefc epphobos
meta fìiphons, fchrikkelyk met Jlagorde.
epiphaneys hoos megalnnomenai, doorluchtig,
gelyk die, dewelke grootelyks verheven 'worden,
katapleyktikey en memegalummenais, fchnkbam
rende onder die, devjelke verheerlykt zyn. De
Vyfde en Zesde Uitgave der L X X . Overzetcers.
Dog van alien deezen hebbe ik elders
overvloediglyk gehandek, en miflchien zoude
de verhandeling over de Noorder Morgenftond,
bet Noorder'Ucht, buiten den dmai zyn.
P R I N T B L A D DCIII.
Ik ben tot den notenhof afgegaan, om de groene vmchten der vaììeye te sien : om
tezten ofde Wynßok bloeide, de granaatboomenmthotteden. Hogel. VI. vers. 11.
Decz' Print verkcU den Nootenhof,
Al'-Ji'aar de Brnigom^ ryk van loft
Zieh tn de Lente ging vermaaken ;
Een Hof, ns^aar m de JVjnftok bloeid!
En den Granaatboom nuélig grondi
Tracht ge aan meer kmidigheids te raaken ;
Lees 't gem u SCMEUCHZEKS pen enlvowwty
Gedoopt m Inlit van vloeibaar gout.
IN den text komt voorhet woord egoz^ het
we!k zy Karuan, nucem, ecne jioot, in liet
byzonder ccncoUcraíioíoverzetten, cnterecht.
D i t , of een naverwand woord, is nog liedendaags
in het Ooften, hoe wyduitgeftrekt het
00k z y , voor cene okkcrnoot in gebruik. Dc
Perzianen zeggen enleezen giiZt goz, ke-^z,
gewz.kewiz, gewiz , Kewiiz, Kuz. De
Arabieren ¿íí^í^j gewzi) rumi^ gewzi aghagi,
de Turken^cíe/rá, toz. Memnzk. Woordenb.
4068. 4071. 1677. 3793. En gely.
kcrwys in het Weiten de woord en Kar non
Nux.