1 3 2 2 G E E s T E L Y K E
eerfte vogel , welke hier vermeld Word is Sus,
welk woord anders een piiard betekenr Gen.
X L I X . 17. In de hedcndaagfche voorraadkamcr
der Oofterfchc Talen vinde ik geene
vermaagfchapte gelyknamige woorden, ten zy
gy hier toc brengt der Türken fuU, her Meervoiid
van eßekk, of der /uabieren zoetzm,
waar door zy ecne merrie gene wyfjes veulens
werpende betekenen. Memnzk.
_ _ _ il [-IpUrpciIwi
3059- Die in de Hebrecuwfche Taie ervaren
zyn leezen byna eenparig ßs , cn Pagninns,
Münßerus, lUtxtorfus, SchmMerus, Jumus,
Tremeltins , de Italianen, Rngelfchen , de
beide Zurichfche vertalen hec gruem , een
Kraan. Die ondertekenen de aldergeleerdften
onder den j o d e n , Ktmchi, Pmarius, J^archi,
Jonathan, in de Kaldeeuwfche Uicbreiding,
dewelke voor ßs ftelt kurkaja, aan welk verwand
fchynen der Arabieren ghurnuk, ghyrna
wk ,gh)r7ieik, voor eene watervogel met cene
lange hals , eene kraan , of die gelykende.
Mcninzk. JVoordenb. 3396. Maar Velgens het
vonnis van Bochart is Sts nog een Kr aan ^ nog
eene Krekel, wdkc Symmachus m\, maar gel
y k o n z e Moedertalige hetoverzet, eenea-K^'Ä-
Iwwe. Deze volgeode redenen geefc daar van
de groote Beeftenbeichryver. Dus vertalen de
L X X . cheltdoon , Theodotion, Hieronymus,
Symmachus zelf over Jezaias , de Arabieren
Swiunua. Hedendaags by den Türken en Perzianen
S'iimmu, Siinmuts;et,Sunurii]n. Memnzk.
JVoordenh. 1691. Daar koomt by , dat die
zelve woord jVibekwaanielykdeStemderzwaluwe
uitdrukt, alwaarom de Venetianen deze
vogel noemen zißlla , en zißlare op dewyze
der zwaluwe titubizein ofce pzithuriz^in. De
Schryver van 'Philomela Zmzilulai-e.
Het Konmkje en de Specht, en Progne met
eene roode borfi weeten op evengelyke wyze te
zinzilulare.
Ook moec niet voorbygegaan worden het
verdichtzel der Egiptenarcn van Ißs in eene
zwaluwe veranderd , waar van Plutarchus in
Ifide. Wanc Ißt is verwand aan ßs. Hiskias
dan piepede als eene zwaluwe, welkerftcmook
by ongewyde Schryvcrs droevig, klagende is.
Heßodiis Operntn liif. 366.
Na deezen ts te voorfchyn gekomn de treurende
dochter van Pandion de zwaluwe. Orthogoey
is in het Woordenboek her zzXidzdA^ hey megahos
threynoufa , zeer klagende. Klaagìiederen
zingd de Zwaluw by Jrißofanes in de Ktkvorjchen.
want zy zingt een droevig knnrßend lied.
OvidiusTriß. V. B. i. TreurUed:
Het is nog trooßelyk zyn dodelyk verdriet door
woorden te verzachten.
Du doed de klagende Progne en de halcyons.
Andere getuigenilTcn van dit zoorc flaa ik
over, dit alleenlyk daar by voegende, dache:
gezang eener zwaluwe in haar aart noch zuchtende
is noch klagende; in caze oorcn weergalmchet
wel op de w y z e als cene ftem, welke
menfchcn door pyn of angft geperft gewoon
zyn uic te geven , maar in zig zelve is zy zo
danig, hoedanigzyzyn moet, overeenkomftig
met hec zamenilcl van het ligchaam en de gc.
luid gevende werkcuigen.
De tweede Vogel , die gene fyne, fchuifFelende
nog zaftc ftem heeft, maar eene luideklaagdroevige
is agttr, grus een kraan een langbcentge
vogel, eneene lange hals hebbende, van
vyf voeten, boven andere gefchreeuw maken.
de . om dat hec geluid grootelyks word vcrmeerderd
gaande door de rouwe ftrot, voor
den ingang in de long in kringswyze en krulachtige
fchakelingen uitgefpannen. Maar zie
Bellonins over de Fogelen iV. B. 1 kap. fViU
loHgby Ichthyol, bl 200. De züchten van Hu.
kias derhalven zyn niec ftilzwygende , zachc,
maar luidruchtig , mec eene verheve ftem geweeft.
Even zoo vergelykt Homerus die klagende
ftemmen der Nereiden over de dood van
Achilles by de Stemme der kraanen onweders
Dog zy wierden gedragen met i
kwetter gelyk zynde de gezmnde kraanen, ¿/¡?-
•welke eengroot on^weder van tevooren gevoelen,
Dezelve elders, alwaar hy van Trojens oadergang
:
En hetgejammer der vronwen was
derdroevigß den Kraanen gelykende, w anneer zj
een Arent uit de hoogte door de lucht zien w
derßchieten.
Dezelve (gelyk de voorgaande) III. B.der
Iliade van hetgcfchreeuwderTrojaanfchekrygs.
lieden:
Ook gingen de Trojanen met gefchreeuw
getuid gelyk de vogels,
Hoedanig het gekwetter is der kraanvogels
tot den hemel toe.
Het welk Firgilius dus befchryft in hec X.B.
van Eneas:
— De Trojanen verhejfen vandemuiiren
een gefchreeuw tot aan hetgeßernte-, hoedd'
nig ander donkere wölken de Strymonifche kraanen
tekmen geven, en de lucht met geluid overzwemmen,
en de Zuidewinden ontvlieden dooi'
een voordeehg gefchreeuw.
Clandtanus van het Gildonikfch oorlog.
Door eengr00t gefchreeuw verlaten de kraanen
de Thracifche Zomerlegerplaatzen, de Strimonifche
landen verwißelen zy voor de laew^t
Nylßroom.
Hier van daan is deze vogel by Eullathius
phoneytikey, geluid gevende.- EndeLetterkundige
Liefhebbers merken aan , dac derzelvet
naam in de meefte T a k n met het gefchreeurf
overecnkomt, in dcHebreeuwfche^Wi^wr, in
de Kaldeeu\*rfche Kurkeja , in de Arabifch«
Kurki. Gurnuk, in de Griekfche^cr<?rtW, in
de Engcllche Gar an, crane, in de Hoogduic-
(chQ Kranich, indeLatynfcheGr«i. De Kraanen
htbben de naarn van de e ige ßem genomi^ >
rjvant
TAB.X)CXV.
IKS. Cajj., XX. V.12,
-Montes ili ih» fcivt «ppensi
;pn' ii\H]fwpi]fiie 'i^n^flr.
( T _7). Ne ¡im .1 rt sai!/ •.