f
iì':.
Ílüyí-'É
|||jjjl|gl !
iiiciiiiiiiv
i l i ' á
i:!
Ullilivl
1564 G E E S T E L Y K E
De Lukgodes hem begunftigende had Cyaraxes,
anders Jßybarits tn Jrtdbnnus, Koning
der Meden , omtrent hec jaar der Wereld
3311. zyne Overwinningen regen den Schyren
können vervolgen , ren wäre hy, door eene
Zonne-zwymverfchrikr, had opgehouden, de
vreede gevolgd zynde en gegrond op hec huv/
elyk van }jfiyages zoon van Cya:<ares, met
jiriena dochrcr van Halyatte. Nicias, dapper
Veldheer der Athentenzers , van eene krygstocht
regen Dionyßns Tiran van Sicilie , afgefclirikt
by gelegendheir ecner Maanezwym,
had den zynen wys gemaakt, dar cer her einde
van de nieiiwe Maan was afgclopen allepogingen
te vergeefs zoudcn zyn , onderwylen had
h y , rerwyl hy zynen Coden ofterde den Syracuzers
middel verichaft, cm hare reeds te
vooren verloren Steeden en havens wederom te
veroveren. In her jaar 1668. is hec voorgevallcn
dac de Perzianen zullende den Kozakken
overmeefteren eene vloot in de Kafpifche
Zee hadden uitgeruft. Dog de Eerwaarde
Starrewicchelaars hadden hec afgeraden , om
datde Maan in hec ongelukkig teken van den
Scorpioen was, en aan her volk door den Kozakken
onderdrukt, hulp van den Perzianen
eifchende , en trooft voor den elendelingen,
is geen ander antwoord gegeven , dan dar,
Kamerbe Akrebefi, de Marie is in den Scorpioen.
Chardins Reize in Perzie V. D. bl. 148. De
jonger en ouder voorbeelden, dewelke ik verhaalc
hebbe zoude men können leezen by Chevreau
I. D. I.R. 10. kap. van de Koningen der
Meden bl. 78. En Flutarchns m het leven van
Nicias.
Dog daar zyn ook voorhanden doorluchtige
voorbeelden van hetoverheerlyk gcbruik, het
welk groote Veldoverllens lut de kennis der
Srarrenloop hebben gemaakt, om dac zy zieh
niet ontzet hadden voor de teekencn des hemels.
Wanneer de dappere en te gelyk ervarenPinkles
gezien had, dat door eene. by geval verfchenen
Zonnezwym , zyne krygslieden verfchrikt
waren , en de Kapicein zeit" van zyn
fchip kleinharcig, zullende zyn leger van de
vreeze bevryden, zoo had hy zyn aangezicht
mec zyne mantel bedekt, met eene bygevoegde
verklaring, dat henlieden niet raeer tevreczen
ftond wegens de verduifterde Zon , dan
wegens zyn bedekt aangezicht. Alexander de
Groorekon naeuwelykszyn leger in orderbrengen,
door eene Mane-zwym tot oproerige muyteryen
gedreeven, ten wäre hy door de Egiptifche
Starrekundigen van de wäre oorzaak der
Maan-verduifteringen onderricht was geworden
, te gelyk deze ftaatkundige krygslift gebruikt
hebbende dac de Zon ftreed voor de
Grieken . de Mane voor den Periianen. Flutarchns
en Curtms in het Levenvan den Grooten
Alexander. Dusdaniger wyze heefc ook
by gelegendheit eenerMaan-bezwymingC. Sulpeius
Gallus onder Paulus Emilius alle vreeze
het Romeinfeh Heyrieger benoomen. Hef
Verhaalftaac by Ltvius XHV. B. 37. kap.
alwaar onder anderen : „ Metverlofvan den
„ Burgerraeefter, de zoldaten vergaderc hebj,
bende, heefc hy bckend gemaakt, datopde
„ aanftaande nachc, op dac niemand hec zel.
„ ve voor een ongewoon voorceken zoudeop,
, , nemen , van twee uuren tot vier uuren de
„ Maan zoude bezwymen. Dac zulks , om
„ dat het op,door de Natuur vaftgcftelde ty^
„ den, voorviel , ook rc vooren kon geweeten,
„ en voorzegd worden. Dat derhalven gely,
„ kerwys , om dac de Zon en Mane zekere
„ vaftgeftelde op cn pndergangen hebben, als
„ in de volle rondtö of dan afgaande met ee-
„ ne kleine hoorn de Mane fchynt, zy zulks
„ niet in verwondering namen, ook zulksnlec
„ doen moeften wanneer dezelve door de fcha«
„ duwe van de aardc bedekt word. En wan.
„ neer op het gezegde uur de Mane was afge-
„ gaan , was her verftand van Gallus den
„ Koomfche krygsknechten byna Goddelyk
„ voorgekomen, den Macedoniers hceft hef,
„ als een droevigvoorteekenden ondergangen
„ hec verderf van hec Ryk voorfpellende,
oncruft,,. Dezelvelof, a ls, iswaardi g
de ontdekker en overwinnaar van de Nieuwe
Wereld Columbus, die niet alleen zig de gunft
der Volkeren op Jamaica hecft verkreegen met
te bedreigen, dat de volgende nacht de Mane
zoude verduifterc worden, tenzydaczy hem
en zyn volk lyftochc toeftonden, raaar ook de
cer van vergoding hceft weggedragen. Verderfpreekt
Ptoo in het VII. H. overdeWetteh
van hetgebruik der Starre-kunde toepaffelyk
op de Scaatkunde overaardig: „ Volko-
„ menrlyk moeten geleert worden die dingen,
,, dewelke nuctig zynuitde goddelyke omloo
„ pen der Gefterntens en der Zonneen Mane,
„ nademaal het nodig is ten opzichc van dezelve
den gantfchen burgerftaat te fchikken.
„ Maar zu!c gy vragen, wegens welke dingen?
Namentlyk over de fchikking der dagen in
, , eencmaand, en dermaandcn ineenjaar, en
, , alzoo de jaargetyden, plechrige fecitdagen,
, , ofterhanden, zoo als het betaamt, gefchikt
„ zynde , zullen door zekere nacurelykc lei-
„ dmg de gantfche burgerfchap Icvendig en
, , waakzaam maken,, . Maar van hccfchandelyke
misbruikdcr Scarrekundedoor den Starrewichelaars
ingevoerd , zegd c_/Ecolami>adius
over onze Texcwoorden: „ Wat zyn de Hei-
„ denen gewoon te leeren ? zy neemcn waar
„ den hemelendeflelfs gefterntens, endaaruit
„ voorzeggenzytoekomendc dingen, hctwelk
„ eene ydclhcit van het vlccfch, en ten eene-
, , niaal heidenfch is, onteercnde het Volk
„ G O DS. Alwaaromdeze piaats voortrclfe-
„ lykis regen de Scerrewichelaars, de aldcr-
„ groocftc bedriegcrs van allen , des hemels
„ loop te kennen , den op en ondergang der
1, Sterrcn , waar uit racn hec ondcricheid der
lyden
N A T Ü U R K u N D E.
,, tyden , is buicen fchuld: raaar daar uit
j, toekomendedingen tevoorzeggen, cn kracht
j, aande fterren toece fchryven, weikezyniet
„ hebben, is godloos. He t Saturnus
„ Gefternre is niet verfchrikkelyk , noch hec
„ Gefterntc van remis zachcmoedig,,.
De gocdgunftige Leezers zullcn my lichtel
yk deze uicweidmg over hec gebruikderSrarrekuade
in de Burgerheerfching ten bellen hoüden,
zooby aldienzy mec my zoudenhoopen,
dat de Kriflren Vorftén eenmaal zullen opwaken
, en dczen alderfchandelykften afgod van
Sterrevoorzegkunde, of lievervan Sierredolheit
verbryzelen. Hier hebben ook de Leeraars van
G O D S Woord wat in acht te neemen , dat
zy leeren zig ce wachten om by het gevallig
vcrfchynen eener Haarfterre, of Zon-of-Maantaaning
gene boet-bazuin van den Predikftoel
te blazen , die Luchcverfchynn'elen als eene
vinger van den vertoornden G O D voorftellende.
Heel anders G O D S Dienaars zoo
in het Oude , als in het Nieuwe Teftament,
dan veele van de onzen. Waarlyk de van yver
brandende Jeremias heeft den Joden niet afgezondennaarScaartfterren,
nog Zonnc-ofManezwymingen,
maar hceft hcn wel gezonden
naar de Natuur-School, naar de gewoonelyke
Natuur-Hevelingen in de Lucht. Kap. V. 24,
Laat ans nn den HEERE onzen GOD
vmza , die dea regen geeft, zoo vroegen re.
gen alsf[aden regen, in zynen ty! : die om de
weeken , dt gezette tyden des oogfles be-juamu
By aldicn de meufch in den eerften rechtftandigcn
Staat wäre rerblceven gewecft, door gene
ootlogen zoude hy zyn uitgeplondert geworden,
de Gemenebeften en Koninkryken zoudcn
niet overkomcn zyn geweeft vcranderingen,
roch peft , hongerfnoot, andere rampen, en
lochtans zouden 'er indeZonne, Mane, Jupiter
ßczwymingCii zyn geweeft , SraartlVerren
gezien geworden. De hcdcndaagiche Wiskunde
verzend de Sterrevoorzeggers als baftlarden
in ballingfchap. Even zoo hadden ook
de Vaders in de Eerfte Kerk van dusdaoige bedriegers
geoordeeltj Jugußin. II. B. 5. kap.
legen Faußm, Mamchxta, kap. 6. II. B. texen
twee PeUgUmfihe Brieven kap. i. Confi fr
IV. cn kap. 6. van het VII. B. Confef. De
verftandigten zelfs onder den Heidenen hebben
de brerrewicchelary aangemerkr alsop zeer
zwakke grondveften fteunende. Men leeze by
Gellms in het XIV. B. i. kap. de Redent-^ift
•van dm IVysgeer Phavmnus. De Borgerlyke
en Geeftelyke Wetren verbooden deze zelve
om den tiiyn leidende konftgreepen. In het
iVethoek IX. Wet, 18. TiitJ In de Kmouyb
Beßtiiten de IF^men tegendenStarrersjicchelaari
Planeetkeztrs 16. de j . 6. i-Fragin.
Jerem. X. veriÌ: 12.
D« de Mrde genudlf heeft door zyne kracht, die de iverelt bereyt heeft door zjni
wysbeit ; ende den hemel mtgehreid door zyn verßant.
^Is hy zyne flemme geeft, x.00 is 'er een gedruys van wateren in den hemel, ende
hy doed de dumfen ofklimmen •van 't einde der aarde : hy maakf de l
met den regen, ende doed den mnt •voortkomen uyt zyne Jchatkameren.
De H E E R E onze G O D zegd de Profeet,
heeft de aarde, deze aard-watcr-luchtbol
onze woonplaats gemaakt door zyne kracht,
heeft dezelve uit de onmeetbare afgronden van
Niets voortgebracht en door zyne oneindige
-Jiysheit dezelve bireyt, {ho foityfas teyngeyn
en tty ifcbiiei duton, ho am'thoofas teyn oikokinmeyn
en tei Sophia autott ) namentlyk op den
twceden dag gemaakt hebbende de fcheidinge
tullchen de benedenlle en bovenfte wateren,
eene onmerelykc mcnigte van dampen naar boven
verheven zynde om de wölken voort te
brengen, op den derden dag de benedenfte wateren
van de drooge aarde zynJeafgefchciden,
binnen zekere afpalingen beflooten zynde de
zee, rivieren , meyren , vorders het aartryk,
nu droog zynde bekleed met groene tapyten ten
gebruik van menfchen en beeilen : welkgebouw
Tan her aldergrootfte gevaarre de aldermach-
«iRfc G O D niet alleen op hctaldcrwyfte heeft
gelchikt, maar zodanig vaft gemaakt, dat zy
ook voor de alderinnokkenftehoofdlloffen, de
alderongeftuimigfte winden, ook voordeover-
Itrooriiingeri der wateren zoiideonwinbaarzyn :
ook heeft hy door zyn vtrftant de hemelen, de
bovenfteen d,ilucht-hemel, uitgebreit, kaitey
fhroneyfiiautOtt exeteine ton ouranon, welkalderverhevenil
werk van eeneverbaazendekonlt
g y geroemd ziilt vinden PC. Ci V . z. 5, Jez.
X L . 12. XLI I . 5 . 'XL1V. 24,. LI, 13.7»iIX.
8. XXXV I I . 18.
In het byzonder is onze Luchthemel een
overheerlyk Toneel van G O DS Wysheid ed
IVIacht. Als hy zvie donderende flemme, ook
zyne windgevende. geeft, zoois'ereengedruys
•vàn 'wateren in deji hemel, daar word vergaderd
een pleythos hudatos enouranoo. dewaterbobbelrjes
, door de rondom het aartryk leggende
darap verfpreid , worden verdikt tot
zwarte ••jjolken, dewelke opklimmen vanheteiii'
• de der aardi, aneygage nefhelas ex efchatouteys
[geys, uit alle rtippunten van het aardryk, uit
valeyen, bcrgen, velden, zeen, rivieren, fonteinen;
hy maakt de hìikzemen met din regni,
ddddddd ajlraias
i , . 1