n a t u u r k u n d e .
Jez. LI. Vers io.
i ì ì 9
VìVe kj^deren zyn in gevalkn , zy Uggeri noor aan op alle firaaten ì
gelyk. een mldt offe in V nette.
(a) AndereE leeion Oryx, cene wilde Gcite, andercQ een Bofch-oiTe.
. OpDeut. XIV". i. is aangetoonc, à&tTheo
of Tho niec zoo zecr is cen ojje, dan wel cene
zoort van wilde Geiten of Steen-geiteti. Die
bcwyft mede in het byzonder deze pUats , in
wclke Aquila hec woord cethomicmar overzet,
boos onix amphihleyfircumenos. Th e o d o r i o n
h e c f c , hoos ornx fmeileymmenos. Symmachus,
hoos orux en amphihkyßroo. de Gemeene Lalynfche,
ßctit oryx illaqueatus -, oaze Latynf
c h e , Sicut ihex reti implexas, de Moedertali"
ge, wie ein gefeiletes Pnldpret-, becer zoud gy
h e t o v e r z e t t e n , wie ein imNetz verßricktesoder
gefangenes Gems, oder, wilde Geiß-, gelyk eene
in hec Nec verftrikte of gevangene wilde
Geic. Wanc van eenen üfl e word nergensgeleezen,
dat die in netten et ftrikken word gevangen
, maar in kuiien , of op eene andere
wyze.
J e z . L U I , vei-s 6.
IVy dmalden alle als [chapen j wy keerden ons een yegelyk^naa zynen \
• Derhilvcn können deredenlooze dieren dwaalen,
welker dadeii anderflins regelmatiger zyn
als de daden der menfchen. Hier dwaalen Schapen,
hicr4\vaalen menfchen: maar gcnein ee
nen anderen zien, als deze , ja ook in denzelven
zin. Der Schapen is tc blyvcn by de kudde,
binnen zekerefcheidpalen; maarzydwaalen,
en zonder reden volgen zy in de beemden
de renk der kniiden hen voordeelig. Dit dwaalen
der Schapen is enkel Tuigwerkkundiglyk,
Van alle redenkavelingverwyderd: op zodanige
wyze dwaalt een uurwerk. Maar in eenen
Wysgeerigen zin dwaalt nog een fchaap, ncg
cen uurwerk , de beweegingen van beiden beantwoorden
de Wetten der Natuur, ook dan,
wanneer zy dwaalen. De Natuur zelve dwaalt
nimmerraeer. Heel anders is het gelegen mec
een dwaalend menfch j dit dwaalen is zondig.
Die kent den weg, welken hy moec bewandelen
, de wet is hcm voorgefchreeven : deze
dwaaling is eene vrywillige onwettelykheic,
eene ondengende afdwaaling van de wet , dewelke
ftraf verdient. Hec ligchaam zondigt
niet, maar de ziel over hec zelve heerfchende.
Hier vandaanishec, datbyaldien hetligchaam
zondigt de ziel onkundig of onwillig zynde,
Velgens de burgerlyke Wetten het zelve aan
gene ftraffen is onderworpen. Fen fchaap dan
dwaalt onkundig zynde der bedreevene dwaaling,
maar een menfch wetensen willens. Deze
redenkaveling benadcelt geenflins de vergelykmgj
dewelke zeer fraaiis, tuilclien een dwaalend
fchaap en menfch, eiders in de Schriftuur
voorkomende. Pf. CXIX. 176. Ik hebbe gedvjaalt
als een verhörenfihaap i. Petr. I I . 25".
J'Vant gy ivaart als dwalende ¡chapen, ünze
Proíeet voegd 'er de rede by ; •wy dwaalden
alie als fihapen , wy keerden ons een igelyk na
zynen ivegi pantes boos probata eplaneytheymen,
anthroopos tey hoäoo hauton eplaneythey. Nanientlyk
gelyk fchapen door deaangename geur
der planten verlokr hier en daar dwaalende in
onbekende wegen gins en weer afwyken, ¿00
ook de menfchen van de Koninklyke Deugdepaden
ter zyden den weg inflaande. deze herwaarts,
een an.ler derwaarcs, volgen elk hare
gebreeken, ja mec ruimgevicrde toomenloopen
zy, werwaarts hen geleiden of de welluftcn,
ofdeverdorvengemoedsneigingen, ftaatzucht^
gierigheit, haat, toorn, nyd. meteenwoord,
een igelyk keert zig na zynen weg. Een dwaalend
Schaap noemen de Arabieren in huülieder
'l'ale carmph, en thßiwal àio. zwymelige ziek-.
te , waar mede zy aangetaft zynde rondom de
kudde loopen.
P R I N T B L A D D C X I X .
•^l! deKf I m ge-eifiht wierd , doe wierd hy -verdrukf : doch hy m dede speti mont
met op: als em Um weri hy ter flachtinge geletd, ende als een fchaap dat flotU
IS mar het MngeKfchte zynsr fiheerders , a h o en dede hy zynen mont niet of.
J e z . H u , veis 7.
Hier
•i -I
JMIi
I
m
li
% ¡ -í
l|íW'iir|,|
T' „1 ; ;
IHfl"