M
' I ili'
N A T U U R K U N D E .
Z i e t , if vertrowd/t
tp E g i f t c , op dm'M
zalhy in Zftie huntgaan, endt dietloorboona:
1 4 2 t
- , ,, ^ -..'ooknrtetflaf.idzoo ts Pharao de Kmim van E i m e , alof
hilf te of Jen •weltm aw .mand leimt, zm | kn den genm d:e of hem v e r t n m .
E z c c h . X X X I . veriT: 3 — 9.
Ziet , ^¡[«r was em Ceder af den Libanon , frhoon •van takk'», fchadumchtíg
van k o f , ende hoog -uan Stam ; ende zyn top ^ a, t„Jféen diète t a l í e n .
Ve toteren maakten hem poot , de afgront maakte hem hoog: die ging met zym
flroomen rontom zym plantinge , ende Kpud zyne waterleidingen aie tot alle boomen
des nielts. "
Daarom merd zyne Stam hoger dan alle boomen des mlts : ende ^ yne talskem
Z hTukfS ' '" "S' '^'¡fx ¿'•O'"' « " " ' ' n .
J l l e -jogelen des hemels neßelden op zyne taksiens, ende alle dieren des Veits teelden
onder zyne ßheften : ende alle groole volcken ^ aten onder zyne fchaduw.
Akm ^ as l?yfchoon m zyne grootheit, ende in de lengte zytier takken-. omdatzyn
portel aan groote ifateren was.
De Cedere« in G O D ß S Bof en -verduyflerden hem niet, de dennehoomenencare
» zyne takten ntet gelyi , ende de Kaßmrboomen en « > aren niet gelyi zyne
r A jj"L íí O D £ J Hof was hem gelyk. in zyne fihoonhett.
I i hadde hem ^ 00 ßhoongemaakt door de veelheit zyner cakk» . dat alle boomen
van hden, d t e m G O D E S Bof waren, htm benydden.
_ D e z e zinnebeeidige befchryving van den
K o n i n g van AITyrie zoude eene bekwame gelegendlieit
aan de band geven tot eene breedlüopige
Ceder-befchryving , by aldien nret eiders
uvervloedig genoeg deze aldervoortrcfTelyklle
pynappeldragende boom was befciireeven, de
fynappeldragende Ceder met de bladerenvaaeene
Larix. C. B. DegrosteCederofdepynafpeldragende
•van den Libanon I. B. (choonvantakiien,
m het bofcb Jchadime makende. haog'uanfiam,
•welker top onder het dicht geboomte, tußchende
dichte takken -Jim. Deze befchryving komt over
een met de boom zclve, uselker takken naarom
hoog ryzen, lang zynde, m eene Zoo fraaye Order
gefihtkt, als of de band eens kmßenaars
dezdve afgefnoeit en e ^ ven gelyk hadgezet, zoo
dat 00k dezelve van verre gezien zynde fchmd
een rond rondom evengelyk afgeroiidlezjn. Raj
K ß . der Planten 1404. Maar deze dingen
zyn alle by vergrooting, en pad'en betcr o p eene
geeftelyke dan oatuurelyke Ccderboom , dal
de äenneboomen hem niet gelfk •maren, noch de
liaßame-boomen gelyk zyne [ehernen ; hat pitaes
oucfy homoiai iaisparaphmfin aiuoli, kaielatai
Olk egenonlQ homoiai tois kladois aiitou. Een
buoni harr van hout, niet lichtelyk wormfteek
i g wordende, tot de Tempelbouw gebrtiikt,
welker vaftigheit en geduurzaamheit gelegendhcit
heeft gegeven tot eene Spreekwyzc zeer
gemeen by den Latynfclie-Taal-kundigen, te
vinden by Perjius i. ScUmpdicht :
— En helft uuoorden gefprooken ivaardigom
in Cedei'en-hout gefneeden te •worden: (dar is,
die de eeuwigheic verdienen, vermids iietgeen
met cederoly gewreeven, of in Cederhüut gefneeden
is nooit verderft )
OvidiiisL 'Irißiiim:
Dat niet het Opfihrift met Menie , mg het
Papier met Ceder betekent worde.
T e n zy men hier liever onder den naam van
Ceder zoude willen verftaan verwe van cederolie
loebereid , byna meme gelyfc. De dichte
fchadv-we van de Ceder, en de dingen dewelke
volgcns vers ziillen uitdmkken de woordeii
dewelke Seneca heeft in <L/ ^ d t p i i s ;
- - - In het middenßaat eene zeer groote
boom, het bofch overfchadunimde, en dezelve
drukt door een zeer dicht lommer dt mindere of
lagere boomen , en door eenen zeer wyi
fpreiden omtrek , verdedigt zy alleen'iuyd en
zyd, takken uitgefchooten hebbende, het bofch.
E z e c h . X X X I I . verin 1. j.
Menfchen ¡ ¡ j n t , heft een klaaglied op, orver Pharao den Komng'van E g i f t e , ende
^ egd tot hem; Gy waart eenjongen Leeuw onder de Heidenen gekk ^¡ endegy
ivaart ais een Zeedraalt ^ in de zfen , ende braekt voort in uise rivieren ende
heroerdet het water met wwe voeten, ende uertHodderdet haarlied ^ r Hviersn.
sssssss jlzoo