N A T U Ü R KUNDE.
De Engel des verbonds is verder voorrgegaan
van de omtrek o f baiten-muur, befchreeven
w r s 5. door het Voorhof der Heidenen
naar de porte , wtlkt zag naar het
Ooften, zonder dat hy her Voorhof der Heidencn
had gemeeten. Hier mede komen Over een
die dingen , welken wy leezen Ope'nb. X I . i.
__ Ende de Engel ßont, ende zeide flaat op,
ende meet den Tempel GODS, ende den alt aar ^
ende de gene die daar in aanbidden. fs. 2. Ende
den Voorhof dievanbuitendcnTempelis, hat
iiit, ende meet dien niet, want hy is den Heide,
mngegeven.
H y is verder voorcgegaan , zegge ik» eerftelyk
naa de poorte -^elke zag naa het Ooßen.
Deze is de voornaamfte Poorte geweeft , de
Poorte des Konings i. Krön. IX. 18. als door
welke de Koning gewoon was in te gaan. De
Heeriykheit des G ODS Ifraels kwam van den
weg naa 't Ooßen Ezech. XLIII. 2. Dus
fprcekt G O D den Profeet aan X L I V . 2. Deze
poorte, naa't Ooßen, zal toegeßooten zyn,
zy en zal niet geopent worden, mg iemant ( en
de man oiet) door dezelve ingaan , om dat de
H E E R E , deGOD Iß-aels, door dezelve
' is ingegaan: daarom zalze toegeßooten zyn. De
geeftelyke zin heefc het oog op de Uicbreiding
van het Koninkrykvanc^en K R I S T U S van
h e c ü o f t e n tot het Weilen. Degehele Kerkel
y k e Gefchiedenis is daar over eenftemmig. De
Eilanden moefien op de Leere van den HEEKE
•wachten Jez. X L I I . 4. Door deze üofterfche
poort kwam in het geztchc het binncnfteheilige
Huys des H E E R E N . iVant het voaiße
deel des Huyzes -^as in het Ooßen. Ezech.
X L V I I . I.
Verder gaat de Engel by derzelver trappen
op. Tot de pracht van een gebouw brengd
niet weinig by de hoogte, verhevendheid, uitfteekendheid.
De geheele Bouwing des Tempels
is in zieh zelve verhevener geweeft dan de
Stad , als gelegen op eenen zeer hoogen berg
vs. 2. Nu was hec Voorhof van het V o l k ifraels
hooger als het Voorhof der Heidenen , het
Voorhof der Priefters verhevener als het Voorhof
Ifraels. Deze regel der Bouwkunde namen
ook de Heidenen in acht, als dewelke by trappen
lempelwaar t sopklommen, volgensV i t r u -
viusUl. 2. 3. kapp. Tengetiiigenzyntwce
Gedenkpenningen op Printblad DCXXXVi l l .
de eene van Fanßlna Fig. A. de andere van M.
Jurelins Antonimis Fig. B. Deze zelve regel
eifcht de aard van dusdanigegebouwen, zwaar
van gevaartc , hoedanige de Tempelen zyn,
als dewelke door zwaarce gedrukt allengskens
zakken. Hit zien wy in bet Pantheon , aller
Coden Tempel , het alderberomdße en aiderflceuwigß
Gedenkfiuli der Aloudheit, 7iaar het
welk hedendaags längs zoo veele trappen ward
afgeklommen , met hoe vele wen oudstyds, zoo
zy zeggen , opklom. ViUdpandiiS Over Ezech.
' 4 2 <
Het getal der trappen zelven !s in den Oorfpronkelyken
Text niet uitgedrukt. R. Sololm
en Xmt h , hebten'eri2. DogdeLXX.Taalslieden
met meer recht 7. hept^ anaiathmons.
Dit voorrecht ftennt op ven 22. alwaar aan de
Noorder Poort Zeven i«fif„geg..ven worden.
Namentlyk alle de poorten hadden dezelve
bouwfchikking , ende dezelve mate i dit vereifcht
ook de evenrcdigheit, en de zeer uitgeleezene
aanlegging der drie Voorhoven. Deze
zelve wer fchryft Fitrsvius voor in het III. B
3. kap. detroniyeßenopgtbouwdzyndezoomoeten
de fljlgronden naar het rigtihotr mlaatH
worden. Niemand waarlyk zoude zieh verwondert
liebben over de fchoonheit en de volmaaktheit
van het Gebouw , by aldien hy de
Voorhoven , ja de pilaren , derzelver grondveften
en allerlei andere deelen van het zelve
alle d inKn zag van deZelVeafmeetingenhooRte.
FiUalpandus bepaalt de hoogte zelve dir
trappen. Van allen zyden waren 'er op te
klimmen naar het Heiligdom 2 y. trappen, namentlyk
7. naar de poorte desbuirenften Voorh
o f s , 8 . naar de poorte desbinnenften Voorhofs,
8. naar den ingang, portaal, van bmnen , emdelyk
1. naar den mgang in het Heilige. Deze
I i . trappen maken een riet uit, by aldien wy
aan elke i eener eile toefchryven , welke
hoogte niet alleen gemakfeelyk was voor de
menrchen. maar ook voordebeeftcn, dewelke
in den binnenften Voorhofmoeftengeflagt worden.
Volgens onze rekening , welke wy gemaakt
hebbcn vs. ^ . aan een riet toefehryvende
16688. Paryfclie deelen, zoo verkrygen wy
voor de hoogte eener trap 667ii. dewelke omtrent
zullen uitmaken J. Zur i chf che voe t , want
aan eene hele geven wy 1340. Deze ttappen,
b c k e n i k , zyn laag, en lager, dan ingemeene
gebouwen, maar zodanigemoeften dezelve zyn
om de zoo even bygebrachte reden. Maar om
dezelve reden moeften deze zelve trappen breeder,
wyd, zyn, Ook zal het vryftaan deze
breedte te vinden, of na te fpooren uitdetrap.
pen der poorte van den binnenften Voorhof,
alwaar in de dikte der miiur van een riet s!
trappen geweeft zyn ; verdeel een riet, welk
w y boven gegeven hebbcn van zeven eilen
door 7. 200 zult gy vo r de breedte van elke
eene verkrygen eene Hebreeuwfcheel le, welke
beftaat uit 1384. Paryfche deelen.
Daar is in den Text noch overig faph hafchaar
, to aiUm teys puleys , Imenpm-ta, de
dorpel der poorte, dewelke de breedte had van
een riet. Dit gedeelte noemd Symmachus oudon,
Aquila en Theodotion prothttron. Deze
breedte des dorpels is des te meer opmerking
waardig j om dat daar uit Word atgenomen de
dikte der muur längs den gantfchen omtrek des
T e m p e l s , mede van een riet. Want door dit
onder de naam adam word verftaan de dorpel
niet alleen, zoo als wydezelveovergaan, zullende
in een huis treeden , maar ooK de dikte
ttttttt de r
I I