I i i :
ì ';
1428 G E E S T E L Y K E
Ezech. XL. vers 11.
p^oorts mat hy de 'ivßte der dem e van de foorte, tien eilen : de lengte der poor te,
derthien eilen.
D i e maar ter loops deze woorden leeft , hy
mat de wydle der deure 'van de foorte tien eilen
, die verllaac dezelve van de opening der
deure , welice verklaring belagchelyk is, cm
dar de deuren 4. eilen wyder zouden zyn dan
de kameren zelve, ja als devoornaamftedeiire,
als dewelke maar de wydte van een riet heeft
gehad. Derhalven moet de wydte verftaanworden
van de ftraat zelve I K . namentlykvanhet
voecftuk der poft tot het voetiluk der tegenoverftaande
ftyl, dat van 1 o . elleo is geweeft
o f 2Í. Paryfche vocten en 1104.. deelcn. De
L X X . kai diemeireyfe to flatos teys thuras tou
puloonos peychoon deka.
Meer zwaarigheits legd opgeflooten in de
volgende woorden ; de lengte derpoorte derthien
eilen , kai to euros tou puloonos peychoon dekatrioon,
de Moedertalige, die Lange des Thors
dreyzehen Ellen. De Hebreeuwfche Text,
fchelofch efreh , welken de onze en alle andere
Üverzettingen uitdrukken derthien eilen, maar
niemanc wyft de plaats aan, waar zy zouden
z y n te vinden. Deze knoop ontftrikt Sturmius
Sciagr. Tempi, bl. 66. zettende driemaal
thien of 30. eilen : want aan elke zyde der
breede ftraat zyn geweeft drie kamerkens, by
g e v o l g ook drie pilaren aan d e kamerkens ftaand
e ^dus hebben zy mÜTchien paraßades \ctftaan}
de wydce van de pilaar tot de tegen
H e t befchouw der Af tekening van de Deuten
ts in plaacs van eene Verklaring I m.
D e zy-pilaren ftaaken buicen de muiir der
kamerkens, namentlyk met hecvoecilitk, ecne
e i l e , waar door zy derhalven meer ingetrokken
zyn geweeft als de doorgaande pilaarvoeten.
Fillalpandus zoekt deze eile in de rand
buiten de muiir gemaakt, gelyk ook in de zitbank
, op welke naaft de poorten geplaatft zy
gevoegelyk hebben können ilaan.
D e zes eilen zult gy op gene eene plaats
vinden , maar de i. in de breedte van elk kamerken
op. de z. van de middelfte poorce tot
het middelpunt de pilaar aan de zyde qr. de
3. van de muur der kamerkens tot hec middcn
overftaande van 10. ellen , by gevol g de drie
wydtens van 30. ellen. Het Hebreeuwfch
petach zetten zy doorgaans over door deure,
maar het betekent in het gemeen alle opening
Gen. X X X V I I I . <4- Kepctach gnenam . in
apertura duoriim fontiutn, aan den ingang der
tivee fontemen. Pf. C X I X . i^.petach debarecha
de openinge uiver woordm. Deze betekenis wil
hefwoTKWooTdpatach, aperire, openen, open
doen. Uit deze ruimer betekenis blykt het,
dat door petach verftaan kan worden niet alleen
de opening der poorte, door welke de ingang
in het huis openftaat, maar alle w y d t e , alsdewelke
doorgang verfchaft den gaanden, en toegang
voor het licht tot debinnenftevertrekken
der ftraat q s. z o o dat van het kamerke tot het
daar tegen overftaande kamerke geweeft is eene
tuffchenruirate van ti. eilen N O.
yHlalpandus zoekt de zes-ellen binnen de
kamerkens zelven , doch hy verwart zig zelven,
doordien hy derzelver wydte maakt van
een riet, en aan dat zelve geene 6. maar
eile geeft, ook ontwart hy zig niet uit deze
zwarigheit , dan met te zeggen , dat de
Schriftuur ecne palmbreette heeft overgeflagen
, en een rond getal geftelt. Maar het
gevoclcn van Sturmius, het w e l kwy verklaart
hebben, moet de voorrang hebben, Zie Goldmann
Bouwkmß bl, 4.3. yUlalpand. over Ezech.
bl. 192.
Ezech.
der huizen.
Derhalven is Villaìpandus over Ezech. bl. 191.
het met ons eens, ten ware dat hy zoude weeten
de tujfchenwydte der halve-pilaren, of, het
geen het zelfde is, hoe veel van den anderen af.
ftaan de ptlaarkruin van dehoogfievermindering
van de pilaar lynrecht daar tegen overjiaande.
Dog . ter gunfte van de Gemeene Latynfche
O v e r z e t t i n g , zoo zoekt hy 13. ellen in de
hoogte der deuren , deweike zyn zouden van
twee rieten, namentlyk ( volgens zyne onderftelling
elk van 6i. ellen) van 12^ ellen, de
hoogte der pilaarvoet daar in geilooten zynde.
Ezech. XL. vers 12.
Ende daar vas een rujß voor aan de kamerkens -van eene eile van desie ^ ende een
rn'jm van eene eile van gene zjne ; en elk, kamerken ^es ellen van de^e, ende ^es
eilen van gene zyde.
iU'XXJCiX.