If
H :
l
I '
f
1 3 8 0 G E E S T E L Y K E
winnelyk bewys, voor oogen de alderftandvartigfte
Order in de altyd diiurende verandering
der overheerlyke Werken Zonne , Mane
en Sterren. De Gelykluidende Piaars Gen. 1.
14-16. brengen wy hier by voor hec gezicht,
Datter lichten zyti m het iiitfpanzel des hemels,
om fchetdinge te maken tujjchen den dag , ende
tufeben de nacht; ende datze tot ieekenen,
ende tot dagen^ ende jaren. Ende dat zy, zyn
tot lichten in 't Uitfpanfel des hemels, om licht
te geven op der aar de. En, uit kracht der uitfpraak
van den Almachcigen, maakte GOD
die t-weegroote lichten : datgr00te licht tot heerfchappye
desdaags. ende dat kleine licht tot beerfchappye
des nachts; 00k de Sterren. Insgelyks
Pf. CXXXVI. 7. 8. 9. alwaar aan te merken
ftaac eenedrievoudige ZinrykeOpheffing:
luant zyne goedertierenheit is in der eewjvigheyt.
Myn voornemen is niet om te herhalen die
zaken, dewelke ik, naar de geringe mate van
myn verftand, byeeneanderegelegendiieic over
deze ftoiFe hebbe gefchreeven. Echter by deze
bekwaame ontraoecing, welke de Textaanbied,
zal ik te voorfchyn brengen eenige zaken
uit de hedendaagfche Starrckunde, en
geeving van den Schepper aantoonen,
nige dat die ordeningen, vaßftdlingen, tvetlen,
chiikkooth oi chukkim, nomoi i.yn , naar welker
regel alle die geheele ligchamen derwereld
worden geregeert, en wel onverandcrlyke wetten,
deyf/dkt van voor des H E E R E N aangezichte
niet ziillen -wyken, de H E E R E zelf
zulks verzekerende.
Eene zodanige ordening van G O D is, dat
zes voorname Dwaalfterren te gelyk elk mec
zyne Wächters op gezette omloopen rondom de
Zon zoudcn omdraayen in eenen zekeren afftand
van dezen Monarch , of Huis. Ditbeveftigcn
in de Planeren Mercurius en Venus it
Schynfels, die der Mane gelyk, zoo dat dezeWedanvoIzyn,
dannieuw, dan waiTchende,
dan afneemende ten aanzien van ons ; ook dan
eens in de Zonne in de gedaante van zwarte
vlakken zichcbaar, nu zieh achter de Zonne
verbergende onzichtbaar. Wat belangddebovenfte,
Mars, Jupiter ta Saturnits, dezeverfchynen
altyd aan ons vol, Mars\}t\ volderin
de ontmoeting, als in de Vierkanten. Van de
Aarde ftaat het zelve doormeer dan eenewaaroeeming
vaft , byzonderlyk door het jaarlyks
Plaatsverfcheel, of Afwyking.
Eene andere Ordening van GOD is, dat de
omloopende tyden der zes voorname Dwaalilarren
zyn anderhalfmaal zoo veel der afftanden
van de Zon: de vierkantige wortelsderaf.
ftand uit de Vierkanten der omwentelingen.
Welke beroemde rege! van Ke^lerus door ontelbare
waarneemingen zodanig is beveftigd,
dat de hedendaagfche Starrekundigen genezwarigheit
maken ora dezelve onderde wiskundige
waarheden zelf aan te tekenen. Dezelve zal
klaarly k gezien worden uit de volgende Tafelen.
Middelfte afftanden der Planeeten van de Zonne.
Saturnus. Jupiter. Mars. De Aarde. Venus. Mercurius.
Volgens Keplerus 95-1000. 5-196^0. 1^1350. 100000. 71400. 38801?.
VelgensBiillialdus 95'4i98. 1513^0. 100000. 71398. 385'iJj'.
Uicde Omloopen 9^3805. j-ioiiö. 1^x399. 100000. 72-333- 38710.
Tyd-omloopen der Planeeten. Van
Dagen. Uuren. Min. of Maanden. Vierkanten. Vierkantigewortels.
Mercurius - 87.
Venus - - 214.
Aarde met de .
Maan - -
Mars - - 6%6.
Jupiter - 4331.
bSaturnus - 1075^9.
Deze zelve regel heefcook plaats nietalleen
in de beweegingen der Planeeten, dewelke de
voornaamfte zyn, maar ook der tweeden, namentlyk
2.3. I i . B- 9- a. omtrent.
16. 4S. 7. S7- 4-
6. 9- IZ. 144. f .
Î 3 . 17. 14. Î7S. 8.
12., 20. 144. 1073«. »7.
6. 36. 360. 119600.
der vyf Wächters van Saturnus , en
vier van y e n i s a l d u s grondtftcllig en
gemeen aan de gehele Draaikolk der Zonne.
Eene andere Ordening , dat de Planeeten,
door de ftraalen aan de Zonne gebracht zynde
luchtige kringen omfchryven geevenaart naar
de tyden, aan gel yken altyd gelyken. De Planeeten
namentlyk gaan altydvoort in harewegftreepen,
fchoon zy oas fchynen dan lynrechte,
dan itilftaande, dan te rüg gaande : wel fnelder
in het Perihelium 5 trager in Jfhehim.
Deze waarheid beveftigen voornamenclyk de
Verduifteringen in Jupiter, welker waarnemingenbeftipcelyk
metde rekeningovereenkomen:
insgelyksde beweegingen van de Maan, byaldien
men derzelver waarfchynelyke middellyo
vergelykt met de waarfchynelyke beweeging,
en afftand van de aarde. Dezelve wetten zyn
onderworpen de Wächters van y///»//fr, welk«
tyd-omloopen zyn, als boven is gezegd, van
anderhalveaiilanden, namentlyk
Dagen
N A T U U R K U N D E .
VoIgensCaffin. ¿ i
Boreil. - -
Minuten.
18;.
St-
Afftanden van het Middelpünt van ^ u p e r
I. II.
Dagen. Uuren.
I . - - I . - - - 18. =
I I . - 3- - - - 13- -
I I I . - - 7. - - 3. -
I V . - - Ii. - - - 18. -
i j S r
Townlej.doorcenvergrootglas. j-. yi. - 8. 78.
Flarnfted-dooreenvergrootglas. f , 51. - 8. 8j-.
- - Eklips. van Saturnus. y. 5-78. - 8. 870.
Uitdeomlopende Tyden - - ^78. - g. 878.
i n IV.
14. . - Hl
I3.47. • 14. 72.
13.98. • H- »3.
14.1^9. - 14. 903.
I 4 . I Í 8 . - X4. 9S8,
I . -
I I . -
I I I .
I V .
V.
Dagen.
Tyd-omloopen
Uuren. Minuten.
; 18.
4471..
I . -
I I .
I I I .
IV.
V.
- 79- - - - 7. - - - VAfftanden
van het Middelpunt vaji Saturnus.
- ii.ji'
Eene andere Ordming; dat de Icrachtender
Planeten, ZOO eerften als tweeden naar het
middelpunt trekkende zouden zyn wederzyds
als Vierkanten der afftanden van het middelpunt,
wel de voornaamftenvanhetmiddelpiint
der Zonne, der Wächters van demiddelpuoten
der voornaamften. Deze waarheid word wederom
beveftigt uit de evengelykheit der luchtige
kringen , welke de voornaamften rondom
de Zonne maken, de tweede rondom hare voornaamften,
gelyk ook uic de anderhalve optelling
der rondom loopende beweeging tot den
afftanden. Uit kracht van deze Ordening hellen
beftendiglyk de voornaamfte Planeeten naar
de Zonne, de Wächters van Jupiter nnzr Jupiter
, die van Saturnus naar Saturnus, de
Maan naar de Aarde. In die zelve beftaat de
zwaarte, dewelke medeinvält met de naar het
middelpunt hellende kracht. Deze by aldien
iets ondcrfcheiden was van de niiddelpuntige
krachten , ZOO zouden de zware ligchamen in
den tyd van de tweede minuut niet Valien de
ruimte van i6. voeten , hec welk de ondervinding
leert van 3 2. Dezelve wederzydfche zwaarte
» van de Zon naar alle de Planeeten, van Jupiter
en Saturnus naar hunne Wächters is altyd
tieantwoordende de hoeveelheit der ftofte, het
2y die vloeibaare of vafte is. Deze waarheid be-
|pogen de hangwerken, aan welken hocdanige
l'gchamen ook van het zelve gewicht gehangen
'n evcngelyke tyd ook evengelyke wydtens in
het op en nederklimmen doorloopen. Uit deztf
beginflelen weeten de hedendaagfche Newtoniaanfclie
Wysgeeren uit te rekenen niet alleen
de zwaartens zelven, maar ook de diktens van
elke Planeet onder haar zelven, en de wederzydfche
naar de Zonne.
Eéne andere ordening, door welke de Planeeten
en Komeeten, in de aldetdunfte ruimte
, geen tegenftand biedende, het ledige gelyk
zynde, voortgerolt hare beweegingen zonder
eenige vertraging vervolgen, het welk de
waarneemingen der hedendaagfche Starrekundigen,
by dealderoudftenvergeleeken, getuigen.
Eene andere Ordening, waar door alle dingen
ftandvaftig, maar op het alderwelgefchikfte
bewoogen worden. De Zon, het Middelpunt
van den Dwaalftarrigen Hemel, rondom
zyn afpunt, de Planeeten rondom de Zon,
alle byzondere ligchamen. Even al eens zal 'c
zyn met de vafte Starren, als zoo veele Zonnen,
insgelyks als zoo vele Zweefftarren en
Haartfterren rondom dezelve gaande, Dog hec
middelpunt zelf der zwaartte in den PJaoeet-
Hemel kan nergens gevoegelyker geplaatft
worden als in de Zonne zelve, als in dewelke
alle Planeeten als in het middelpunt, en wel
in het wiskundig middelpunt der Zonne uitloopen.
Derhalven zal 'er in het geheele Geftel
der dingen gene ruft zyn. De Zonne echter,
alfchoon die in eene ftandvafte beweeging
hhhbhhh zcl.
F
i l