.tir
N A T U U R K U N D E . 14 1 }
Ezech. X X V I I . vers 7.
fyt linnm met SÙIQ^I uìt Egipte was uts uitbreidKfl, dat hit « tot età \eiimrf :
hemdsblaeaw ende fgrpsr, nit de Eilmden van Elifa, was uw dek¡fl.
Zie Exad. XXV. vers 4..
Ezech. X X V I I . vers 12.
[à) Iharfis dreef kpophandd met « ; van wegen de gméeit van allerleygoet : mei
[b) !}Ìver, y^fr, tin, ende laot hanieUen zj op mve merkten.
Tharfis fchynt hier geñelt ce worden voor de Middelandfchc lee;
J De Hcbreeuwea letten by de afiieemende Revallen der koopwaren het vootflel fra, dac by den Latynen niec
zòo leer gemeen is, maàr by den Hödgdniachen. Der treibt Kmffrmnßbafft ài Ei/en, of, mit Eißn.
Alhier komt ter nafpeuring eenbykansor.bekend
land, Iharßs, eene vermaarde Koopftad,
dewelkc by Ezechiel ia den Texc , en
'vers 25. gelyk Jez. XXIII. i. 6. vermeid,
met "Tyrus koophandel heefc bedreeven , niet
dac Tarßs hec welk in de ßoeken der Koningen
onder de regeerings-tyden van Salerno en
Jofaphac genoemd word. Over hec zelve verfchillen
de gevoelens der Uicleggeren. Door
Thajiifih verftaac Hieronymus in het algemeen
deZee, nimem\ykdeMiddelandfihe, hetwelk
de Woordelyke Verklaringyanonze Latynfche
Overzetcing ter neer ftelt. Dir ondercekenc
de Kaldeeuwfche Uitlegger, en vele onder de
Joodfche Leeraars. En miflchien zyn Jez.
X X I I I. I. anijoth Iharfcbifcb koopvaardy.
fcheepen zoo genaamd, om datzyge\^oonzyn
geweeft naar 'Iharfis te fteevenen. Dit belcc
echter niec , waarom Thar/is niec zoude betckencn
eenezekereplaats, oi Koopltad, Merkcplaats,
dewelke allerley zoorten vjn rykdommea
in zilver, yzer, tin en loot op de merkten
•van 'Jyrus zoude opgeßapelt hebben. In dezelve
rang is Iharfis met andere Volkeren, met welken
de Tyriers koophandel gedreeven hebben.
Jofefus Joodfche Oudh. IX. B. 11. kap. zoekt
die ons Iharßs ia Ciltcie. Doch men leeft nergens
dat deze Scad of ryk is geweeft in metalen,
ofberoemd door koophandel. En lag dezelve
vyf ftadien van de zee a f , ook is de rivier
Cydnus, dewelke door deze Stad ftroomt
noch ZOO breed niec als de Ehe naby Hamburg
, ZOO dat dezelve voor gene koopvaardyfcheepen
bevaarbaar was.
De LXX. verkiezen de ftranden of kuften
van Afrika , zullende Iharfis zocken in Karthago
y anijoth Iharfichifich oyerzetcende door
ploia carcheydonos. üok ftelt de Kaldeeuwfche
Uitlegger, i, Kon. XXII. 48 en Jerem X. 9.
voor Tharfis, Afrika. Tegen dezen kant zieh
a.m , dat de Atrikaanfche Kuften niec mecaalryk
zyn geweeft, de binnen 's lands leggende
geweften den alouden zynonbekend geweeft,
en dat Pharao Necho koning van iigipte de aldereerfte
rondom Afrikaheefcgevaren, volgens
hec geuügenis VAnHerodotus. VanAfrikazegd
Lucanus IX. B.
Door gene rykdommen word hei bedor'veny
door geen koper nochgout word het uitgekookt,
door gene misdaad van kluyten^ rnaar de grond
is ¿aar ten eenetnaal ziiiver.
In Azie noch Afrika niet vindende het geen
in allen deelen op Iharfis is eoe te palTen, zoo
hebben vele uic de hedendaagfche Geleerde
Mannen hec zelve in Europa gezogd, en ia
Spanje Tartcjfo gevonden, ten aanzien van de
naam aan ons 'Iharfis verwand, zynde eene
beroemde koopftad : raaar ook deze zelve zyn
onderling verdeeld, waar ter plaacze van Spanje
dezelve is, waar van de naam nauwelyks noch
is overgeblceven. Üok, dac meer is, de oude
Landbefchryvers ftellen een driederley TarteJJo :
hec eerfte is Carteja aan de voec van den berg
Calpe, hedendaags Gibraltar, aan het Naauw
vandeStraat, deStadgenaamdr<jrii^/öi, volgens
Pomponius Mela 11. B. Strabo III. B. Pli,
nius II. h. I. kap. Hec tweede , een
Eiland aan de gemeide Zee-engte, by Plinius
IV. B. 2J. kap. Arriamts van Alexanders
krygstocht II. H. het welk naderhand aan de beroemde
haven en' Stad Kadix den naam heeft
gfgeven. Het derde, hec welk dac van Ezechiel
fchynd te zyn, was gelegen aan de mond
van de ßeetis, hedendaags, Guadalquivir in
Andaluzie, welkerivieroudscydstufllhentwee
uitloopen een eiland had gemaakt, waar op
Ihdrßs fchynd geftaan te hebben. Strabo fcfiryfc
daar m hec III. B. dit van : Deze zelve Stad
is zeer naby den grooten Occaan By Hèfychius
op het woord^ró», tarteyßa. Deze Stad kcn
den Feniciers niec onbekend zyn , nademaal
' Herkules, m die heldhaftige cyden, de kuften
van Spanje zoude hebben längs gezeilc, enaan
de Straat van Gibraltar die zoo w yd vermaarde
Pilaren opgerecht hebben.
Die gevoelen zuUen gewicht byzetteo de
koopmanfchappen by den Profeet vermeld, by
aldien wy dezelve alhier zullen vtnden. Die
q q ^ q q q i kan
' ' /'li
Li i m