J.
IHi,
N A T U U R K
tins III. B. der Licrzan^^en, en daar in de i^.
De wolfdoolt onder de floute lamtmren.
nameiirlyk veilig onder dehoede van den liarder
i'atmns.
Clmidianits van Orpheus in de Voorrede van
hec i l . Boele over de SchakingvanFri^r^/«^;
De minzamt Dogbonden hebben den gerußen
haas gekoeßert, en het Um heejt aan de
fVolf de n.ibiturige zyde toegereikt. Zie ook
Martialis IX. B. 7;. Punrdiclit.
De Sibyllynfche Godfpraken m.B.endehkoi
te hat arm en otireßn ammis edmtai, enz.
Tardalies t' eriphois bama bofkeyfintai.
I n dit hlocfdflulc vnnjezaias, waar vannu
gehandelt word , worden bevac doorluchcige
v o o r v e r k o n d i g i n g e n van des Mejßas toekomltc
cn de Tydftondcn van hec Nieuwe Teftamenc.
Die ontkennen de foden niec, maar volgensde
u i t l e g g i n g van KimcPji leven z y in dieverbeeld
i n g , dat in de dagen van den Meßas de wild
e beeilen in rammen zullen verändert worden,
f c h o o n dac 'er onder hen z yn, deweJke uitden
T e x t een Gelykenis-fpréLik opmaken. Doorgaans
ontmoetmen wel voorbeelden van tatnge-
. ma aki e wi lde beeilen. By ayEUanus in het VI.
B. 1. kap. word iets wonderlyks verhaalt van
een Panterdier , het w e l k op den cerften dag
door fpys verzadigt tot zatwordcns toe eenen
b o k hem voorgeworpenlieeftgefpaart, ookop
den rwceden dag, om dat hem de honger nog
niet had gedrongcn, op den derdeninsgelyks,
om dat die reeds twee dagen in eene vriendel
y k e maarfchappy had geleeft, maar dat hycenen
anderen bok hem voorgeworpen heefc verf
c l i e u r t , en greetiglyk veiflonden. Wy, benevens
alle Kriilen Uiileggers, verklarendeze
G o d f p r a a k van JeZfZMS leenfpreukiglyk door
d e mendc l yke gemeenfchap der Joden cn Heidencn
ten tyde des Mtßas, welke ik verdcr
tcr opheldermg aan denGodgelcerdcnovcrlatc.
H e t woord Mert word door ons ovcrgezet
U N D E. Iip^
jnvencus,
i . Sam; VI. 13. i. Kor. I. 9. ^
word door den Üitleggers in den eigenftcn ziii
niec genoomen. De Gneken zetcen hec o v e r een
fcbciiip of een ram. Dit gevoelcn word gegrond
Mefivce. Hec woord kerne ook voor
[ 9 - 2 5 . dog
op hec Gefchiedenis-verhaal, het welk
nicn Icell 2. Sam. V I . 13. alwaar de geleiders
van de Bondkift uit hec huis van Obed-Edont
naar de St ad Davids gezegd wordeft alle zes
treeden G O D hadden opgeoffert ojpn enmeri,
gemeß vee: en i. Krön. X V . z6. zeven varren
ende zeven rammen. J3y veel Rabbynen
en by Jqiiinas is meri eene zoort van Aiiclandf
c h e ofen of buffels. Aan Rabbi Selomon over
E z e c h . X X X I X . 18. Gemeße varre, tauros.
Andere n is meri hec zthc d^xbari, allerleygemefl:
beeil, van mara, meßen, alwaarom de
G r i e k c n merie op de aangehaalde plaats van
Ezechiel, htt ovciztiiai eßeatoomenous ^ Hieronymus
altiles, vee datmen vec maakc, en
fingues t vetre. De Arabieren geven liehe,
by welken mari becekenc het jong van eenen
gladden en wicten os. Meninzk. IVoordenb. 4255.
in hcc Vrouwelyke Maria tnmamriattntkoty
w e l k e dusdanigen kalf heefc geworpen : maar
o o k maria is eene vecce dui v e , en een poezelvet
vrouwsperzoon. Ook \s mari, een naam,
d o o r den Arabieren aan aalen, adders, Hangen
g e g e v e n . ßochart erkend voor meri eene zoorc
van Syrifche o f Afrikaanfche oflen , hoedanigen
Bellonius te Kairo gezien heefc, cn Ob/ervat.
IL ß. ^io. ¿<2/). b e f c h r y f c , v e c , fchoon van
gedaante , kleinder als een hert, glad, geel
van hairen, aan de buik meer rofle, korce,
d i k k e beenen , ingedrongen hals, de hoorens
als eene waiTcnde Maan krom omgekruld, een
w e i n i g uifgefneeden, gelyk die der wilde bokken
of gelten , mec ooren als eene k o e , böge
v e t t e fchouders, eene lange ftaarc met dikke
hairen bezec. Fig. A.
P R I N T B L A D DCVI.
E,ii/e een zoogkkt iai zieh vermahn over het ho!-van een adder: ende een Rerpeent kirn
^alzyne band mtfteeken hi de huii der baßlUken. Jez. X I . vers. %.
Hkr geeft de konß een trits van vreemde Stangen,
n . , ; „ i g^'ß -van S C H E U C H Z E R , afrerichs
Ofallc ftaf, viel helderheids ontfangen,
"'''•fyl Gods'jioord daar nevens word verlieht.
Men kroon V Mam naam, d,e d'Eeuwen zullen vieren,
J\a zynen dood, met eewjnge Lauwneren.
OO k alhier voorfpejt de Voorzegger een
gehcel nieuw Schouwtooneel onder het
R y k v a n K L I U S T U S . G O D S cn der Kcrkc
g e z w o o r e n vyanden mocften van wol v cn, pantherdieren
, beeren , leeuwen in fchapen veranderd
wor i jcn, de a ldcr fenynigf t e (langen haar
v e r g i f of ontrokken worden , of daar toe geb
r a c h t , dat z y genefcWdczouden können aanbrcn