
26
•en neer kan bewegen in eene buis, welke als pomplichaam dient,
en zich beneden D uitstrekt tot onder de uitspnitingsopening G.
De zuiger is samengesteld nit een’ knop E, uit eene biiis A en
daar binnen eene soliede dunne staaf (fig. 10, III). Deze laatste
heeft aan haar henedeneinde een leeren schijfje K; terwijl ook aan
het uiteinde van de kortere buis A zich een leeren schijfje H
(fig. II, fig. 9) bevindt, en tusschen deze schijfjes H en K een
veer aanwezig is. Men vergelijke fig. 1 met fig. 2,1, waar de zuiger
in zijn geheel, en met fig. 2, II en III, waar deze uit elkaar
genomen is voorgesteld. Wordt op den knop E gedrukt, dan sluit
de leeren schijf H den toegang tot de buis HG af voor de vloeistof,
Avelke zich in het réservoir bevindt. De schijf K sluit den toegang
voor de vloeistof in de uitvoerbuis af van de uitmondingsopeningen
G. B zijn de handvatsels, waarmee men den toestel oplicht, verplaatst,
en vervolgens een eindweegs verder weer in den grond
drukt. Deze handvatsels zijn hol en daardoor licht; terwijl zij aldus
tevens tot berging kunnen dienen voor een aantal leeren schijfjes,
die de oude, als zij versleten zijn, kunnen vervangen, en voor een
fleschje met glycerine of olie, om den toestel te smeren.
C is het pedaal, waarover reeds werd gesproken.
D is een beweegbare metalen ring, waarmee de hoeveelheid
vloeistof wordt geregeld, welke men bij elken slag op den knop
K nitspuit (zie beneden).
F is het réservoir, waarin de vloeistof aanwezig is; aan de bovenzijde
daarvan bevindt zich eene opening, waarop eene soort van
trechter bevestigd is, die door een’ stop wordt gesloten.
Bij G zijn een tweetal uitspuitingsopeningen aanwezig.
H is eene leeren schijf, werkende als zuiger; I , I zijn zijdelingsche
openingen in de buis, welke als pompbuis werkt, door welke
openingen het réservoir in verbinding staat met dit pomplichaam.
K is eene vaste leeren schijf, die met het verbreede uiteinde van
de dunne stang nit het pomplichaam volkomen afsluitingfflewerkt,
maar het uittreden van benzine veroorlooft, zoodra deze dunne
-stang door een’ slag op den knop E met haar verbreed beneden-,
uinde lager komt dan de schijf.
27
L is de uitspuitingskamer ; M is eene vastgeschroefde pnnt,
waarmee vastgehecht wordt de holle ijzeren staaf, die eene omhnlling
van het pomplichaam vormt. De punt kan in den grond worden
gestoken. — N is de schroef, waarmee wordt vastgezet de bewege-
lijke metalen ring, die voor de regeling van de hoeveelheden uit
te spulten benzine dient. — 0 is de schroef, waarmee de dunne
staaf en de wijdere buis, die eromheen zit, worden vastgehouden.
De pal injecteur kan zoo worden gesteld, dat naar willekeur
3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 cM^ van de vloeistof bij eenen slag
op den knop E in den grond worden gespoten. Op de buiten-
oppervlakte van den zuiger zijn tot dat doel de deelstrepen 3, 5,
8 en 10 aangebracht. Om bij een’ slag op den knop E drie cM'^
in den grond te spuiten, brengt men den metalen ring D zoöver
omhoog tot zijn bovenrand gelijk staat met de streep 3; om vijf
cM^ in te spuiten, brengt men dezen bovenrand gelijk met dc
streep 5. — Zoodra de zuiger in werking is, wordt elke verbinding
Tusschen het réservoir en het pomplichaam opgeheven. Het pomplichaam
kan hoogstens 12 cM^ vloeistof bevatten. Deze vloeistof
wordt eruit gedreven door de drukking van de schijf H. Kon de
zuiger zoo ver mogelijk dalen, dan zouden alle 12 cM® vloeistof
bij elken slag op den knop E worden naar buiten geperst; maar
daar hij slechts kan dalen tot den bovenrand van den ring D ,
wordt er minder iiitgeperst, en wel des te minder, naarmate deze
ring hooger is vastgeschroefd. Is hij bij het punt 3 van den zuiger
vastgeschroefd, dan wordt er 3 cM® iiitgeperst; is hij bij 10 vastgeschroefd,
dan 10 cMY Zoolang, men op den knop blijft drukken,
blijft de nitstrooming aanhouden; om dus juist zooveel vloeistol
uit te persen als men wenscht, stelt men eerst den toestel met
behulp van den ring D op het pnnt 3 of 5, naarmate men 3 of 5
cM^ wil uitpersen, en drukt men vervolgens de hand met kracht
op E, tot de zniger door de aanwezigheid van den ring niet verder
naar beneden kan, en licht dan onmiddellijk weer de hand op.
^ Gaat men den toestel gebruiken, dan stelt men dus eerst het
pedaal C op de juiste plaats; daarna vult men het réservoir;
vervolgens stelt men den ring D bij een der punten 3, 5, 8 of
Y