
hevruchte wijfje legt hare eitjes ’t zij afzonderlijk, ’tzij bij tweeen,
aan den bovenkant van de bladeren van tarwe, soms ook van rogge,
haver of gerst, en wel altijd aan znlke planten, bij welke de aar
nog tusschen de bladeren verscholen is. De te voorschijn komende
larve dringt in de holte tusschen de bladeren, en komt zóó bij
■den zich intusschen ontwikkelenden halm.
Deze larve, welke in den volwassen toestand 5—7 mM. lang
wordt, is geelwit van kleur en tamelijk doorzichtig. Doordat zij aan
den halm vlak beneden de aar gaat zuigen, ontstaat daarin eene
overlangsche, donker gekleurde groeve (fig. 30) ; de halm zelf wordt
dikker dan gewoonlijk; maar het stuk, dat beneden de plaats ligt,
Avaar de vreterij geschiedt, blijft kort, zoodat dikwijls de aar
niet nit de haar omgevende bladeren te voorschijn komt, en
in ieder geval slechts looze of ten minste
** armoedige korreltjes voortbrengt. De groeve,
welke door de larve in den halm wordt
gemaakt, bereikt eene lengte van 5— 1 0
cM. In het laagste gedeelte van deze groeve
vindt men later, in Juni of Juli, de pop
(fig. 30, C, p). De vlieg komt in Augustus te
Fig. 29. De gele hamvlieg yoorschijn. — Wanneer ’t Aveer i n ’t voor-
'{Lhioiopstaemopus),\e\grooi. ongunstig voor de ontwikkeling der
•granen is, dan kan de schade, door de zomergeneratie dei halmvlieg
teweeggebracht, groot zijn. Is echter het weer voor den groei
der gewassen günstiger, en breekt dus de aar met het bovenste
•gedeelte van den halm, Avaarop zij gezeten is, vroegtijdig uit de
•omgevende bladscheeden te voorschijn, dan is de groeve, door de
larve veroorzaakt, nog niet groot genoeg, om de plant te doen
•doodgaan; en de larve, die hare vroegere beschutting verloren
heeft, moet sterven: de plant blijft behouden.
Wat wordt er nu van de vliegen, die in Augustus te voorschijn
komen? De wijfjes van deze generatie leggen hare eitjes, ieder
afzonderlijk, aan de bladeren van wintergranen of ook wel van in
’t wild groeiende grassen. De uit een eitje voortkomende larve
begeeft zich naar den nog zeer korten stengel, en werkt zich daarin
Fig. 30. Gele halmvlieg:
A = larve, B = pop (A en
B vergroot); C = tarwehalm
met de groeve, die de larve
•daarin heeft gevreten (bij p :
•de pop); D = tarwehalm, met
de groeve, uitgevreten door
de larve r.
Fig. 31. Tarweplant, misvormd
door de wintergeneratie van de
halmvlieg.