
steenvruchtboomen gom. Beide stofíen, hars en gom, zijn natuurlijke
beschermingsmiddelen voor dc levende weefsels; wanneer een boom
uitwendig eene wond heeft gekregen of wanneer inwendig weefsels
zijn gestorven, dan is de vorming van gom een natuurlijk middel
tot conserveering van de levende weefsels. Vandaar dan ook dat de
„gomziekte” verschijnt na verschillende verschijnselen: na verwon-
dingen i n ’t voorjaar, wanneer de sapstrooming der boomen krachtig
is; na verwondingen door vorst; na verplanting op ongeschikten
tijd; na te diep planten. Zij vertoont zich het meest op zwaren,
vochtigen, sterk met dierlijken mest gemesten grond. — Waarschijnlijk
kan „gomziekte” door verschillende oorzaken ontstaan.
Bestrijding. Men moet de gommende takken, gedurende den
rusttijd in ’t leven van den boom, tot op de gezonde weefsels afsnij-
den en de wonden teeren of met eene sooft van boomwas, die hars
bevat, diclit smeren. Zoo mogelijk, kieze men voor stcenvruchten
een’ zandigen, althans drogen, bodem ; men plante ondiep en men
vermijde zooveel doelijk alle wonden in den tijd van den groei.
c. Paddestoelen aan de boomstammçn.
Kenteekenen. Aan stammen en takken van allerlei boomen, ook
van ooftboomen, en wel vooral van pruimen boomen, groeien soms
> houtachtige, meest bruine, consolevormige paddestoelen; dat zijn
de vruchtlichamen van de eene of andere Polyporus-movt. Het
mycelium van deze zwam woekert elk jaar verder in het hout op,
’t welk het vernielt, waardoor dus het afsterven van een’ of meer
takken en ten slotte van den geheelen boom wordt veroorzaakt.
Oorzaak. De sporen van de zwam, die door den wind overal
heen worden gedreven, vestigen zich vooral op plaatsen, waar de
boom gewond was. Van dààr uit begint dan doorgaans de ziekte.
Bestrijding. Zooveel mogelijk vermijde men het maken van
groote wonden. Moeten dikke takken worden verwijderd, dan doe
men dit in ’t laatst van den winter. Alle groote wonden moet
men met teer of hars dichtsmeren. Afgestorven takken moeten
zorgvuldig worden verwijderd.
d. Poest van de perenboomen, veroorzaakt door Oymnosporangium
Sabinae (== Poestelia cancellata).
Ì
Kenteekenen. Hoofdzakelijk op de bladeren, maar soms ook in
sterke mate op jonge takken en vruchten, vertoonen zich helder-
roode vlekken; later verdikt zich het aangetaste deel meestal naar
Fig. 48. PevQnvoQst {Roestelia cancellata) op pei-enbladeren. Het
blad links toont op roode vlekken de Spermogoniengroepen op den
bovenkant der bladeren. De overige bladeren vertoonen aan den
onderkant henvelvormige opboogingen, waarop de Aecidien ge-
zeten zijn,
de onderzijde van het blad toe, en uit de aldus ontstane oranjeroode
opzwelling komen groepsgewijze witte kegelvormige lichaampjes
te voorschijn. Deze witte, kegelvormige zakjes ontsluiten zich
en laten een goudgeel poeder (sporen) ontsnappen. De aangetaste
O b .
If i
fi