
bruingrijs, en heeft niets dan kleine vleugelstompjes. — Men ziet
de vlinders in November en December te voorschijn komen, altijd
op tijdèn dat de ^rond niet stijf bevroren maar ook niet nat is.
Men houdt de
omhoog klimmende
wijfjes
van deknoppèn
en twijgjes af,
en men van^t
de om de stammen
rond vliegende
mannetjes
met behulp
van eene klevende
stof, die
men op de
boomstammen
smeert, of beter,
op eenen bord-
papierhand,
welke om de
stammen stevig
Fig 74. Gedaanteverwisseling van den wintervlinder: la eihoopjes;
2 ei, zeer vergroot; 3 volwassen rups; 4 pop, nat gr.; .
5 pop, vergroot; 6 mannelijke vlinder ; 7 vrouwelijke vlinder; iS- Verschillen-
^ebnïde^^ bestrijken bordpapierring, om eenen boomstam ¿g soorten van
rupso’ilijm zijn
in den handel. Goed en goedkoop is de „brumatalijm", wclke men
vervaardigt uit 4 deelen raapolie, 1 deel varkensvet, 1 deel ter-
pentijnhars en 1 deel kolophonium (hars); de twee eerste substan-
ties kookt men met elkaar; men smelt de twee laatste stofíen en
voegt ze dan bij de eerstgenoemde zelfstandigheden, terwijl men
men ze flink dooréén roert. —