
A
I
noch de mensch noch de huisdieren vatbaar zijn voor muizentyphus;
2®. dat hier het vergift zich van zelf vermeerdert, zoodat
niet slechts op de akkers, vrelke men ermee behandelt, de muizen
sterven, maar de epidemic zich ook verbreidt over aangrenzende
terreinen. De kultuur van „Loefflersche bacillen” in bouillon verdient
voorkeur. Reinkulturen van deze bacillen zijn in den handel te
krijgen. Men brengt den inhoud der gekochte fleschjes in eene
zeer weinig geconcentreerde keukenzoutoplossiug, en dompelt
daarin stukjes brood, die in de vooraf dichtgetreden muizengaten
gestopt worden.
De wat errat (Arvicola amphibius)
I
is D/2 dM. lang, den staart niet meegerekend, die half zoo lang
is als de romp. Kleur bruinzwart of zwartbruin, de buikzijde
lichter. Deze soort wordt wel. vaak verward met de bruine rat (Mus
decwmanus), die in huizen en schüren zich ophoudt, maar ook wel
te water gaat en goed zwemt, en daarom in sommige streken
„waterrat” heet. (Vgl. Dierk. bl. 61). De echte waterrat houdt
zich aan de oevers van rivieren, beken, kanalen, grachten, enz.
op, ook op vochtige, laaggelegen weiden en akkers. Door haar
woelen vernielt zij de weiden en beschädigt zij de te velde staande
gewassen, ook de dijken. Zij vreet voornamelijk graankorrels, ook
erwten en boonen, aardappelen, knollen en wortelen, en sleept
deze plantendeelen ook naar haar hol. Zij vernielt gras- en graan-
wortels. Verder doodt zij kuikens van eenden en ganzen, die zij
bij een’ poot beetgrijpt en onder water trekt. Zij knaagt aan den
voet van boomstammeu even onder den grond; bij boomen en
heesters tot een paar vinger dik scheidt zij zelfs den stam van den
wortel, zoodat deze boomen plotseling verwelken en spoedig sterven. —
Op hoogere zandgronden komt eene iets kleinere en lichter gekleurde
verscheidenheid voor, die „aardwolf" of „vreetwolf" wordt genoemd.
Voor eenige jaren kwam deze zeer veel voor in verscheiden deelen
van Gelderland en Overijsel, en werd zij soms met den hamster
verward. (Zie bl. 8). Men vangt de waterrat’in vallen; men
maakt er ook jacht op met vunrwapenen; men vergiftigt haar op
/) ' 1(!' i i ' i ' l lJ l ' ! ' 1i
cc
*
o
U0)
G
bb E
de wijze als de veldmuizen (vgl. bl. 5), maar de Loefflersche bacil
heeft op haar geen vat.
i y i M . ■ s -
m.- '’Yi