
, I
* i : Í
gezac/ide plant vroeger een krachtiger wortelnet, waardoor zij
gedurende hare jengd beter weerstand kan bieden aan schadelijke
Fig. 13. Kniptor, op den
liggend , met het doel oni
springen.
invloeden. — Daar de ritnaalden
4 of 5 jaar noodig hebben voor hare
volkomen ontwikkeling, zoo wordt
altijd dezelfde. akker eenige jaren
achtereen door hen geteisterd. Zeer
■ wg groote schade brengen zij teweeg aan
suikerbieten en mangelwortels, vooral
nadat er klaver op verbouwd werd.
Men vermijde daarom het verbouwen van bieten na klaver.
Niet minder groot nadeel brengen zij toe in ’t voorjaar en in den
herfst aan het jonge graan. Hebben zich de ritnaalden in het
•onderste deel van den halm^ ingeboord, dan worden eerst de
onderste bladeren geel, en spoedig daarop volgt de dood van
de geheele plant.
Bestrijdingsmiddelen. Door ritnaalden bewoonde akkers ploege
•men herhaaldelijk, opdat de kraaien, spreeuwen, kwikstaarten,
meeuwen, enz. het ongedierte opvreten. Ook worden door herhaaldelijk
bewerken van den bodem vele ritnaalden door de
xonnestralen gedood. Op velden, waar men in ’t vorige jaar veel
last van ritnaalden heeft gehad, terwijl deze i n ’t daaropvolgend jaar
nog niet ter verpopping gereed zullen zijn, verbouwe men in dit jaar
vroege zomererwten, koolzaad of eenig ander gewas, dat vroeg in
-den zomer geoogst kan worden, opdat men reeds in ’t midden
van den zomer het land kan ploegen en herhaaldelijk eggen,
waardoor de ritnaalden aan de heete zonnestralen worden bloot-
^esteld en daardoor gedood. Daar de grond bij vlaskultuur zeer
veel bewerkt wordt, vermindert deze kultunr de ritnaalden, hoewel
ook het vlas — zij ’t dan niet bij voorkeur — door de ritnaalden
hezocht AVordt. Verder is raadzaam, het graan zoo ondiep mogelijk
zaaien op door ritnaalden bewoonde akkers (zie boven). — Aard-
nppelen laten zich ( in ’t klein) als lokmiddel gebruiken: brengt men
op een’ door vele ritnaalden bewoonden akker, op bepaalde plaatsen
bier en daar een’ aardappel in den grond, dan zal men, als men een
veertien dagen later die aardappelen er weer uithaalt, zien dat zich
Fig. 14. Eene diep en eene ondiep gezaaide graanplant, de eerste aan haar
onderaardsch stengellid door eene ritnaald aangetast.
daarin verscheiden ritnaalden hebben ingevreten, welke men met
Landbouwhibl.: r i t z , b o s , Ziekten en beschad. d. kultuurgew. II. 3
i«i
A ___------------------ -------- -------------