
daarbij nog 42 Liter koud water voegen. Het oplossen moet in
houten emmers of vat&ii plaats hebben.
„Verder neme men ruim *4 K.G. (men neemt ook wel 1 K.G.
kalk, terwijl de verhouding tusschen de hoeveelheden kopervitriool
en kalk eveneens anders kan worden genomen, bijv. 2 op 2, of
2 op 3, l^j op 2, enz.) ongebluschte kalk, bluscbt die en voegt
or zooveel water bij, dat op bet half K.G. kalk 50 L. water komen.
Om grove stukjes kalk en steentjes te verwijderen, giete men
daarna de kalkmelk door eene fijne zeef (of melkteems) en voege
de verkregen kalkmelk onder voortdurend omroeren bij de kopervitriooloplossing.
De dan ontstaande lichtblauwe, troebele vloeistof is
de Bouillie Bordelaise. Hoe zuiverder het water was — en men
neme het zoo zuiver mogelijk — hoe helderder de Bouillie wordt.
Na een oogenblik gestaan te hebben, wordt de bovenstaande vloei-
etof weer geheel beider. Vóór het gebruik moet de Bouillie daarom
steeds geroerd worden.
„Voor de bereiding in ’t groot gebruikten we drie halve en een
heel petroleumvat, dat goed was uitgebrand. In een van de halve
vaten maakten wij eene oplossing van 15 K.G. kopervitriool op
100 Liter water, — in het tweede eene kalkmelk, waarin ruim
5 K.G. ongebluschte kalk op 100 Liter water, Bij den aanvang
van ’t werk nam de arbeider 20 Liter van de kopervitriooloplossing
on goot die met nog 80 Liter water in het groote petroleumvat.
In bet derde halve vat werden daarna 20 Liter kalkmelk met nog
■80 Liter water gedaan en alles goed doorééngeroerd. Vervolgens
werd de 100 Liter kalkmelk onder voortdurend omroeren bij de
100 Liter verdunde kopervitriool gegoten, en 200 Liter Bouillie
waren bereid. Is het groote vat eenigszins laag geplaatst, en het
halve vat voor de kalkmelk op een paar schrägen gedeeltelijk daar
boven geplaatst, zoodat door het uittrekken van een stop de kalkmelk
in de kopervitriooloplossing kan stroomen, dan kan één
arbeider zich gemakkelijk redden.
In 5 achtereenvolgende malen kan op deze mauler 1000 Liter
Bouillie samengesteld worden; dat is juist de hoeveelheid, die één
man in één’ dag kan versproeien. - Wordt dan ’s avonds weer
15 K.G. kopervitriool in 100 Liter water ter oplossing gezet en
5 K.G. kalk met water overgoten, dan is den volgenden morgen
na ’t ziften van de kalk weder alles voor ’t bereiden der Bouillie
gereed. Deze handelwijze komt ons beter voor dan het bereiden
van eene groote hoeveelheid Bouillie op eens, daar de bereide
Bouillie van lieverlede in kracht afneemt.”
De Heer van Hoek meldt mij thans nog als resultaat van vele
proefnemingen', dat aangenomen mag worden, dat 1500 Liter
Bouillie voldoende is voor ééne besproeiing per Hektare, ook waar
bet loofrijke soorten geldt. „Wanneer de besproeiing zorgvuldig
plaats heeft (met een’ pulvérisateur), dan kan één man in 3 dagen
eene Hektare besproeien. Wordt de door ons beschreven methode
voor de Bouillie-bereiding toegepast, dan wordt daarvoor weinig
tijd gevorderd. De kosten voor eene besproeiing komen dan per
Hektare op ongeveer / 12,50.
Voor 1500 Tiiter Bouillie heeft men nl. noodig:
22*4 KG. kopervitriool à 25 ct. per KG. =
7^2 KG. kalk . . . à 4 „ „
1 man 3 dagen à f 1,25 per dag
Slijtage aan de machine.....................
Samen
5,62^
0,30
3,75
2,50
. . / 12,17^
„In 1891 leerden onze proeven, dat eene bespuiting kort vóór
’t optreden van de ziekte het meeste succès had. Latere proeven
hebben dit meer of minder bevestigd. Doch al was dit ook zoo
niet, dan is het toch uit een praktisch en oeconomisch oogpunt
gewenscht, om de besproeiing niet eerder te doen plaats hebben,
dan kort vóór het tijdstip, waarop de ziekte begint en men dus
zoo bier en daar reeds over aardappelziekte hoort praten. Is Juni
droog en volgen dan in ’t begin van Juli regenachtige dagen, dan
treedt ook meestal de aardappelziekte op en ieder praktisch land-
bouwer denkt bij ’t intreden van een’ regentijd in ’t laatst van
Juni en begin Juli reeds aan de aardappelziekte. Is het volgens
de praktische ervaring mogelijk dat binnenkort de ziekte optreden
kan, dan besproeie men. In het tegenovergestelde geval, wachte
men zoo lang mogelijk.
Landbouwbibliotheek: Plantenziekten. 8
___ ...