
 
		gen  wij  de  klippen,  die  aan  de  zuid  west-zijdè  
 van  Bonavista  liggen,  in  hét  Z.  O.  drié  of vief  
 mijlen van  ons.' 
 Den  volgenden morgen,  ten zes uuren,  lag heé  
 eiland  Mayö  omtrent  vijf mijlen  in  het  Z.  Z. O;  
 Hier peilden wij  en  vonden  grónd  op  zestig vademen. 
   Te  zelfden  tijd  was  de  afwijking,  doof  
 Het  gemiddelde  van  verfcheiden  azimüths,  met  
 drie  verfchillende  kompasfen  genoomen,  90 325'  
 West.  Tén  elf uuren  lag  eene  punt  van  Mayö  
 O.  ten N.  en  de  andere  Z. O.  teH  Z.  €>p deeze  
 plaats  vertoonden  zig  twee  rondachtige  bergen  
 digt  bij  deszelfs  noord - oöstlijk  gedeelte,  verderop  
 een  grootef  en  hooger bergi  en  omtrent  twee  
 derden  van  deszelfs  lengte  éen  enkele,  die  fpitf  
 is.  Op  den  afftand  ,  waarop  wij  nu  dit  eiland  
 zagen,  die  drie  of  vier  Engelfche  mijlen  was,-  
 was  ’er geen  de  minde  fèhijn van  gfoeijing,  noch  
 enige  afwisfeling  voor  het  oog van  dat levenloos-  
 Ibruin,  dat  gemeenlijk  heerScht  in  landen  onder  
 de  verzengde  luehtflreek,  die  van  hout  ont^  
 bloot  zijn. 
 Hier  kan  ik  niet  nalaaten  aantemerken  dat  de  
 Heer  n ich e l so n   in  zijne voorreden  voor  zijne  
 Verfcheidene Aanmerkingen  en EVaarneemingén,  
 gedaan op  eene  reis  naar  de  Oost - Indieën,  met;  
 ’s  Konings  fchip  de  Elifabeth,  van  1758  tot  
 1765,  Lond.  1773.  zegt  dat  „men met agt graaden  
 wester  afwijking  of  meer,  het  waagen 
 kan 
 kan  dq Kaap  Verdifche  Eilanden  bij  nacht  of  
 M  bij dag  voorbij  te  zeilen,  kunnende verzeekerd  
 ,,  zijn met  die afwijking  dac men  ten  Oosten  van  
 ,-,  dezelve  is.  ”  Zulk  eene  verzeekering  kan  van  
 gevaarlijke  gevolgen  zijn  ,  zoo  iemand  ’er  zig  
 blindling  op;  mogt  verlaaten.  Wij  beproefden  
 ook  den  ftroom,  en  vonden  eenen,  die  Z.  W.  
 ten W.  liep,  iets  meer  dan  eene  halve Engelfche  
 mijl  in  een  uur.  Wij  hadden  reden  om  zulks te  
 verwagten  uit het  verfchil  tusfehen  de  lengte,  dat  
 het uurwerk opgaf en  onze  rekening,  dat,  zedert  
 ons vertrek  van  Teneriffe,  eenen  graad  bedroeg. 
 Terwijl  wij  tusfehen  deeze  eilanden  waren,  
 hadden  wij  ligce  koeltjens,  veranderende  van  het  
 £. O. naar  het O. , en  enige ftilcen.  Dit toont dat  
 de  Kaap  Verdifche  Eilanden  of  uitgeftrekt  genoeg  
 zijn  om  den  ftroom  van  den  pasfaat - wind  
 te  breeken,  of  dat  zij  even  buiten  den  rand  van  
 deszelfs  ftroom  liggen  ,  in  die  ruimte,  daar  de  
 veranderlijke  winden,  die  men  vindt als men nabij  
 de  linie  koomt,  beginnen,  De  eerfte  onder-  
 ftelling  is  egter  de  waarfchijnlijkfte,  alzoo  damp 
 i e r   den  wind  hier  wesdijk  vond  in  de  maand  
 February,  op  welken  tijd  men  onderftelt  dat  de  
 pasfaat-wind  zig  verst  naaf  de evennachtlijn  uit-  
 ftrekc.  Het  weder  was  heet  en  drukkende  xaet 
 enigen 
 (*)  d am p ie r   Foyages  Fok  III, ƒ>.  10»