
 
		Et»  t N t l I D I f T Ö . 
 zoek  bepaalde  Dan,   fchoon  JVagérs-Strüiït  
 aldus  onze  hoop  had  te  letir  gefield,  gelijk  ook  
 Rankins - Kanaal,  dat  nü  bevonden  wierd  eene  
 gefloten  baai  te  zijn 9  en  fchoon  andere  bewijzen,  
 op  den  onderftelden  loop  def  getijen  in Hudfons  
 Baai rustende, bleekèo geheel zonder grond te zijn $  
 is  egter  ’s menfchen  verknogtheid aan  een ééns op-  
 gevat  gevoelen  zoo  flerk,  dat  veele,  zelfs  na  
 den  flegten  uitflag  van  de  reis  van  de  Dobbs  en  
 de  California,  nog  meenden  dat  eene  doorvaart  
 door  de  eene  o f andere  plaats  in  die  baai mogelijk  
 ware,  en  in  het  bijzonder  volgde nu Chefier-  
 fields  (voorheen  Bowdens')  kanaal,  tusfchen 6 ƒ   
 en  64°  Breedte  liggende,  Wagers-Straat  op  in.  
 flerke  hoop  in  te  boezemen  aan  degeenen,  die  
 door  voprige  mislukkingen  nog  niet  overtuigd  
 waren.  De  Heer  ë l l ï s ,  die  aan  boord  van  
 de  Bobbs  was  en  de  hiflorie  van  de  reis gefchre-  
 Ven  heeft,  wijst  deeze  aan  als  eene  van  de  plaat-  
 fen,  daar de doorvaart  kan  gezogt worden  op  zeer  
 goede  gronden  en  met  zeer  goeden  uitflag.  ( * )   
 Hij  (preekt  ook  van  Stuit - Baai,  die  omtrent  
 op  67°  Breedte  lig t;  maar  van  deeze  fpreekt hij  
 met  minder  vertrouwen,  flechts  zeggende  dat  
 men,  de  zaak  aldaar  verzoekende,  waarfchijnlijk 
 elli s  Reize  naar  de  Baai  van  Hudfon,  Ned.  
 Vert.  bladz.  429.. 
 lijk  nader  bij  de  ontdekking  zal  koomen.  ( * )   
 Hij  had  goede  reden  om  zijne woorden  dus voor*  
 zigtig  interigten;  want  de  Commisfie,  die  deeze  
 reis ontworpen  had,  de  ondoenlijkheid  van  eenen  
 doortogt  door  de  S tuit'Ba ai  ( Repulfe  bay')  
 aanneemende,  had  geweigerd  den  fchepen  toete-  
 ftaan  dezelve  in  te  zeilen,  als  omtrent die  plaats  
 overtuigd  zijnde,  ( f ) 
 Stuit-Baai dan  ter  zijde  zettende *  binnen welke  
 wij  geene  reden  hebben  om  te  gelooven  dat  
 *er  een  inloopend  kanaal  zij, b le e f’er geen gedeelte  
 van  Hudfons * Baai  te  onderzoeken  dan Chesterfields  
 ■ Kanaal,  en  een  klein  gedeelte  van de  
 kust  tusfchen  6a°  Breedte  en  hetgeen  men  de  
 zuid- punt  van het  groot  landnoemt,  dat deDobbs  
 en  de  California niet  onderzogt  hadden. 
 Maar  deeze  laatfte  glimmering  van hoop  is nu  
 ook  verdwenen.  De  Heer  d o b b s   had  openlijk  
 gefchreeuwd  over  de  onwilligheid  van  de  maat-  
 fchappij  van  de Hudfons - Baai  om  iets  toetebren-  
 gen  tot  de  ontdekking  van  een  Noord* Wester  
 doortogt,  en  het  algemeen  fcheen  te denken  dat 
 de 
 £*)  ibid.  bladz.  432. 
 ( -j)  Verflag  van  de  reis  door  den  Schrijver  van  de  California  
 Vol.  II,  pag.  273.  De  Heer  dobbs  zegt  zelf  
 dat  hij  dagt  dat de  doorvaart  onbevaarbaar,  of ten minftea  
 zeer moeijelijk  zoude  zijn,  zoo  ’er  een ware  verder  noordwaarts  
 den  67«  Verflag  van  Hudfons-Baai  pag.  99.