
 
		ren  het  ten  drie  uuren  voorbij,  Z. Z.  O.  ftuuren*  
 de met  egne  frisfe westlijke  koelte. 
 Kort  daarop  zagen  wij  het  land,  van  hetwejk  
 wij  in  den  morgen  een  flaauw gezigt  hadden,  ep  
 ten  vier  uuren  ftrekte  het  zig  uit  van  Z. O.  f  O.  
 tot Z.  W.  ten  Z.  op  den  afftand  van  omtrent  vier  
 Engelfche  mijlen.  Het  flinker  eind,  dat ik voor  
 de  noordlijke  punt van  dit  land  hield,  in  de  fran-  
 fche Kaart van  het zuider  halfrond Kaap  St. Louis  
 genaamd  (   * )   ,  eindigde  in  eepe  fteile  rots 
 -  van 
 van  Parys,  dat  omtrent  6?a  16'  Oost  van  Londen  is,  o f  
 i°   24/meer Westlijk  dan  cooks   waarneemingen  hetzelve  
 bepaalen.  De  Heer  d ï  pages  zegt  dat het  66°  47'  Oost  
 van  Parys  is,  dat  is,  69°  6  Oost  van  Londen,  o f  zes  en  
 twintig  Engelfche mijlen  oostlijker  dan  het  door cook  geplaatst  
 is.  lERGt iELEN  zelf  zegt Hechts  dat  het omtrent  
 de  68°  Ooster  Lengte  is. 
 ( *  )   Wij  hebben  tot  hiertoe  Hechts  die  gebreken  te  verbeteren  
 gehad,  die  toetefchrijven  waren  a ancoos s   vol-  
 koomene  onkunde  van k e r g u e l e n s   tweede reis in 1773;  
 maar  nu moeten  wij  dwaalingen  verbeteren,  die  zijn  toetefchrijven  
 aan  zijne  zeer  bepaalde  kennis  van  de  verrigtingen  
 op  de  eerfte  reis  in  1772.  Naardien  de  kaart  vau  het  zuider  
 halfrond,  zijn  eenigfte  gids,  hem,  zoo  hij  zegt,  den  
 naam  vaD  Kaap  St.  Louis  opgaf als  de  noordlijkfte  pun^,  
 die  de  Franfchen  gezien  hadden,  en  zijne  eigen waarnee-  
 mingen  hem  thans  overtuigden  dat  het  groot  land  zig  niet  
 verder  noordwaards  uitftrekte  dan  het  flinker eind,  dat  n,u  
 voor  hem  was,  oordeelde  hij  uit  deeze  onderftelde  gelijkheid  
 van  ligging,  dat  zijne  loodregte  rpts  de  Kaap  Loujs 
 vaa 
 vün  eene  aanmerklijke  hoogte,  en  het regter  (bij  
 welk eene  afzonderlijke  klip  ligt)  in  eene  hooge  
 uit  en  inloopende  punt.  ( * )   Van  deeze  punt  
 fcheen  de  kust  kort  naar  het  Zuiden  te  draaien ;  
 want wij  konden  geen  ander land  zien  ten Westen  
 van  de  ftfeek,  waarin  het  nu  ten  onzen  opzigte  
 lag,  dan  de  eilanden *  welke  wij  in  den  morgen  
 gezien  hadden,  liggende  het  zuidlijkst  van  dezelve  
 (  f  ) ,  ten  naasten  bij  westlijk  van  de punt,  op  
 den  aifland van  omtrent  twee  of drie  mijlen. 
 Omtrent  het  midden  van  het  land  fcheen  een 
 in- 
 Van  de  eeflte  ontdekkers moest  zijn.  Als  wij  het  oog  op  
 onze  kaart  flaan *  zullen  wij  bevinden  dat Kaap  Louis  op  
 een  geheel  ander  gedeelte  van  de  kust  ligt,  en  als  men  
 deeze  kaart  vergelijkt  met  die ,  welke  onlangs  door  k e r»  
 g o E L E N  is  üitgegeeven,  zal  het  ten  duidlijkfte  blijken  
 dat  de  noorder  punt,  hu  door  c o o ï   befchreven,  dezelfde  
 is ,  welke  de  Franfchen  den  naam  van  Kaap François  ge-  
 geeven  hebben. 
 Dit  regter  eind  van  de  kust,  gelijk  het  zig  nu  aan  
 c o o k   vertoonde,  fchijnt  te  zijn  hetgeen  o p k e r g u ë -  
 1  e n s  Kaart  Kaap  Aubert  genoemd  wordt.  Het  zal miS-  
 fchien  niet  ongepasc  zijn  alhier  aantemerken  dat  de  Franfchen  
 de  ligging  van die geheele  kust  tusfchen  Kaap  Louis ,  
 en  Kaap  François,  vàn  welke  zij  weinig  zagen,  in  1772,  
 en  die  de  noord-westzijde  van  dit  land  kan  genoemd  worden, 
   in  1773  konden  aftekenen,  en  enige  van  derzelver  
 baaien,  rivieren  en  voorgebergten  op  hunne  kaart  naamen  
 gegeeven  hebben. 
 ( f )   kbrcuelsus  Ijle  és C/ugny,