
 
		nieuwsgierigheid  zelfs  niet kunnen  voldoen,  zonder  
 met  belangrijke  onderrigdngen  beloond  te  
 worden.  Deeze  waarneeming  is  toepaslijk  op  
 het  onderwerp,  dat  wij  behandelen.  Reizen,  
 waarin  nieuwe  Oceaanen  doorkruist,  en  waarin  
 nieuwe  landen  bezogt  zijn,  kunnen  naauwlijks  
 immer  volbragt  worden  zonder ons  nieuwe  voorwerpen  
 van  weetenfchap  voor  het gezigt  te  brengen. 
   Al  moeflen  wij  onze  berichten  van  hetgeen  
 ontdekt  was,  fleohts  van  den  matroos  hebben,  
 wiens  kennis  naauwlijks  verder  gaat  dan  de  enge  
 grenzen  van  zijn  eigen  beroep,  en  wiens  onderzoekingen  
 niet  door  wijsgeerig  doorzigt  'beftuurd  
 worden.,  zou  het  waarlijk  wel  ongelukkig  zijn^  
 zoo.  ’er  niet  iets  ware  opgemerkr,  uit  welk  de  
 geleerde  kan  lieren  en  waardoor  er  nuttige  bij-  
 draagen  zouden  koomen  bij  onzen  ouden'voorraad  
 van  kundigheden.  En  zoo  dit  over  het  algemeen  
 het  geval  is,  hoe  veel  meer  moet  ’er  dan  door  
 deeze  reizen  niet  gewonnen  zijn?  Behalven  de  
 zee  - officieren,  die  zoo  wel  in  (laat waren  de  kusten, 
   die  zij  zouden  naderen,  opteneemen,  als  
 dezelve  op  hunne  kaarten  afcetekenen  ,  wierden  
 ’er  mag  konftenaars.  medegeeven,  die  door  hunne  
 tekeningen  konden  ophelderen  hetgeen  flechts on-  
 volkoomen  kon  befehreven  worden;  wiskundigen, 
   die  ee.ne  uitgeftrekce  reeks  van  weetenfchap-  
 lijke  waarneemingeiMtonden  verzamelen,  en  per-  
 foouen,  wel  bedreven  in  de  verfchilleade  vakken 
 va& 
 Vart  de  Natuurlijke  Hiüorie,  die  alles wat  zij  in  
 het  wijd  veld  van  hunne  nafpeuringen  nieuw  en  
 aanmerkenswaerdig  zouden  vinden,  zöuden  kunnen  
 verzamelen  of befehrijven.  Doch  terwijl  de  
 meefte  reisgenooten  van  onze  ontdekkers mildlijk  
 beloond  wierden,  was  ’er  een,  die meenende  dat  
 de  grootfte  belooning,  die  hij  ontvangen  koude  
 was  gelegenheid  te  hebben  om  bet  groot  goed,  
 dat  hij  van  zijne  voorouderen  geërfd  had,  te  kunnen  
 doen  dienen  tot  de  bevordering  der  weetenfchap, 
   zig  van  zelf  aanbood,  en  zig  aan  de  ongemakken  
 en  gevaarcn  van  eenen  togt rondom  dè  
 waereld  onderwerpende,  Kapitein  cook  in  dc  
 Onderneeming  verzelde.  De  geleerde  waereld,  
 en  ik  mag  ook  zeggen de  ongeleefde,  zal  nooic de  
 verplichtingen  vergeeten,  welke  zij  aan  j o seph  
 Banks   verfchuldigd  is. 
 Welke  wezenlijke  aanwinften  ’er  door  deeze  
 milde  zorg  voor  de  weetenfchappen  gedaan  zijft,  
 kan  niet  beter  üitgedrükc  worden  dan rtiet de woorden  
 van  den  Heer  w a l e s ,  die  eene  van  deeze  
 reizen  bij woonde  en  veel  toebragt  tot  het  voordeel, 
   dat  uit  dezelve  getrokken  is. 
 ,,  Die  tak  van  natuurkunde,  die  de  Zee-vadït-  
 5,  kundige  flerrekunde  zoude  kunnen  genoemd  
 s,  worden,  was  ongetwijfeld  nog in zijne kindsheid 
 toen  deeze  reizen  eerst  ondernoomen  wierden.  
 „   En  werktuigen  en  waarneemers,  die  deezen  
 w  naatn  verdienden,  waren  zeer  zeldzaam,  en 
 ,,  nog