
 
		uit  eene  ijzerachtige  oker  met  vet  gemengd  
 fchijnt  te  beftaan,  en  fomtijds  draagen  de  vrouwen  
 hals-fieraadjen  van  haaien - tanden,  of  bos-  
 fen  lange  koraalen  ,  die  van  de  dije-beenderen  
 van  kleine  vogeltjens,  of  van  eene  bijzon-»  
 derd  fchulp  fchijnen  gemaakt te zijn.  Enige  wei*  
 nige  hebben  ook  kleine  driehoekige  fchortjens*  
 met  de  vederen  van  papegaaien,  of  ftukjens  
 paerl-moêr  verfierd,  en  voorzien  van  eene  dubbele  
 of  drie  dubbele  rei  koordjens,  om  dezelve  
 om  den  middel  vasttemaaken.  Ik  heb  fomtijds  
 mutfen  gezien,  die  van  de  vederen  van  vogelen  
 gemaakt  waren,  welke  als  verfierzelen  kunnen  
 aangemerkt  worden,  want  het  is hunne  gewoon*  
 te niet iets op  het hoofd  te draagen. 
 Zij  woonen  aan  de  kleine  bogten,  die  ik  hier  
 boven  befchreven  heb,  in  benden  van  veertig o f  
 vijftig,  of meer,  en  fomtijds  ook  in  enkele  gezinnen, 
   daar  zij  hunne  hutten  naast malkanderen  
 bouwen,  die,  over  het algemeen,  ellendige  verblijf 
  plaatfen  zijn.  De  beste  van  ajle,  die  ik  
 gezien  heb,  was omtrent  dertig  voeten lang,  vijftien  
 voeten  breed  en  zes  hoog,  op  dezelfde wijze  
 als  onze  boeren-fchuuren  gebouwd.  De binnenzijde  
 was  fterk  en  regelmaatig  gemaakt van  ftaa-  
 ken  aan  de  zijden,  groote  en kleiner,  die  beurte*  
 iings  geplaatst  waren,  wel  vastgehaakt  door  
 middel  van  teenen,  en  rood en  zwart gefchilderd.  
 De  balk  van,den  nok  wss  zwaar,  en  de  groote  
 •  VIII.  deel.  Q  rie*