
 
		en  énige  infekten,  als  krekels ,  en  drie  óf  vier  
 foorten  van  juffers. 
 Ik  had  gelegenheid  om  in et  een  verftandig  en  
 kundig  man,  wiens  gezegde  ik  geene  de  minde  
 reden  heb  te wantrouwen,  en  die  hier gezeten  is,  
 te  fpreeken.  Ik  vernam  enige  bijzonderheden  
 van  hem,  die,  geduurende  ons  kort  verblijf  van  
 drie  dagen,  niet  onder  het  bereik  mijner  waar-  
 peeming  vielen.  Hij  leerde  mij  dat  hier  een  
 heester  gemeen  is,  die  naauivkeuriglijk  overeen-  
 koomt met de befchrijving,  door t o u r n e f o r t   
 en  LiNNAEus  van  den  thee - heester,  zoo  als  
 die  in  China  en  Japan  gröeit,  gegeeven.  Men  
 houdt  dien  voor  onkruid,  en  hij  roeit  alle  jaa-  
 ren  duizenden  van  dezelve  uit  zijne  wijngaarden  
 uit.  De  Spanjaards  van  het eiland  gebruiken  
 hem egter  fomtijds  als  thee,  en  fchrijven  ’er  alle  
 de  hoedahighedèn  aan  tóe  Vatf  de  thee  ,  die  uit  
 China  wordt  aangebragt.  Zij  géeven  hem  ook  
 den  naam  van  thee  ,  maar , f dat  aanmerklijk  is»  
 zij  zéggen  dat  hij  hier  gevonden  is,  toén  de  eilanden  
 eerst ontdekt wierdem'  ‘ 
 Eene  andere  kruidkundige  merkwaerdigheid,  
 van welke hij ^gewag  maakte,  is  hetgeen men  den  
 bevrugteri limoen  noemt/  (; * ) .'  Het •'&  eén  vól- 
 • :  koo- 
 ( * )   De  fchrijver  van  hei  Bericht  van  Tenerijfe  Ia  
 «FRATS  Hiftorie  maakt  gewag  van  deeze  limoen,  als  hier 
 groeieekoomén  
 onderfcheiden  limoen,  binnen  eene  andere  
 befloten,  en  die  daarin  alleen  van  de  buiten-  
 fte  vérfchilt,  dat  zij  ronder  is.  De bladeren  van  
 den  boom  ,  die  deeze  foort  voortbrengt,  zijn  
 veel  langer dan die  van  de  gemeene,  en  zij  wierd  
 mij opgegeeven  als  krom  en niet  zoo  fraai. 
 Ik  leerde  ook  van  hem  dat  eene  zekere  foort  
 van  druif,  die  hiér  groeit,, voor  een  uitmuntend  
 geneesmiddel  tegens  teeringachtige  kwaaien  gehouden  
 wordt,  en  de  lucht  en  de  luchtftreek  in  
 het algemeen  zijn  aanmerklijk  gezond  en  bijzonderlijk  
 gefchikt  om  in  zulke kwaaien  verligting  toe  
 te brengen.  Hier van  tragtede  hij  reden  te  geeveti  
 door  aan  te  merken,  dat  het  altijd  in  iemands  
 magt  was  om  eene  verfchillende  getemperdheid  
 van  lucht  te  genieten,  door  zig  op verfchillende  *  
 hoogten  op het  eiland optehouden,  en  hij  betuigde  
 zijne  verwondering  dat  de  Engelfche Geneesmeesters  
 nimmer  gedagt  hebben  om  hunne  teeringachtige  
 lijders  naar  Tenerijfe,  in  plaats  van  
 naar  Nice  of  Lisfabon  te  zenden.  Hoe  zeer  de  
 getemperdheid der lucht  hier verfchillê  kon  ik zelf  
 duidlijk bemerken,  enkel  in  het  rijden  van  Santa  
 Cniz  naar boven  naar  J-agwta,  en  men  kan  op* 
 klimgróeietide, 
   en  noemt  die  Prègnada.  Waarfchijnlijk  is  em-  
 premwda,  het  Spaanfche  woord  vóór  bevrngt  de  nrfaró,  
 waarbij  zij bekend  ifc  - 
 C  4