de handen der vijanden wierden gered? zij fches-
nen verwonderd over deeze vraag, die zij ontkennende
beantwoordden , terwijl zij zelfs enig afgrijzen
op dat denkbeeld toonden. Hunne gewoo-
ne wijze van over hunne dooden te befchikken is
,.derzelver lighaamen in aarde te leggen; maar al;s
zij me^r gefneuvelde vijanden hebben dan zij op
kunnen eeten, werpen zij dezelve in zee..
Zij hebben niets dat naar morais of andere
plaatfen van openbaareu godsdienst gelijkt, en
nooit vergaderen zij met dit oogmerk; maar zij
hebben priesters, die alleen de Goden in het gebed
aanfpreeken voor den voorfpoed van hunne
.tijdlijke zaaken, als daar zijn eene onderneeming
tegens eene vijandlijke bende, eene yisfcherij, of
diergelijke.
Welke ook de beginzelen van hunnen godsdienst
mogen zijn, die ons nog geheel onbekend
zijn, deszelfs lesfen worden hun van de jeugd af
aan zeer fterk ingeboezetnd. Hiervan zag ik een
aanmerklijk voorbeeld in den jongen , die eerst
beftemd was om taweiharooa te verzeilen.
tfij onthield zig het grootst gedeelte van den dag
van te eeten, omdat zijn hair afgefneden was,
fchoon men alles aanwendde wat mogelijk was om
hem overtehaalen om van zijn voorneemen aftel
e n , en fchoon men hem zogt te verleiden met
de aanbieding van zulke kost, als men wist dat
hij liefst at. Hij zeide dat, zoo hij dien dag iets
at
at, de Eatooa hem zoude dooden. Tegens den
avond kreeg egter de vordering der natuur de
overhand boven de voorfchriften van zijnen godsdienst,
en hij at, maar weinig. Ik had te voo-
ren reeds dikwijls gegist dat zij enige bijgeloovige
denkbeelden omtrent hun hair hadden, alzoo ik
dikwijls geheele lokken bij enige van hunne woo-
ningen aan de takken der boomen gebonden gezien
had; maar welke deeze denkbeelden waren
had ik nooit kunnen gewaar worden.
Ondanks den verdeelden en vijandlijken ftaat,
waarin de Nieuw-Zeelanders leeven, worden egter
reizende vreemdelingen, die met geene kwaa-
de oogmerken bij hen koomen, wel ontvangen en
geduurende hun verblijf wel onthaald, welk zij
egter verwagten dat niet langer zal duuren dan genoegzaam
is om de zaaken te verrigten, waarom
zij koomen. Dus wordt de koophandel in poe-
nammoo of groene talk door het geheel noordlijk
eiland gedreven ; want zij zeggen ons dat ’er niets
Van dien fteen gevonden wordt dan op eene
plaats, die deszelfs naam draagt, ergens boven in
Koningin Charlotta Kanaal en niet meer dan ten
hoogden eene of twee dag • reizen van de plaats,
daar onze fchepen lagen. Het fpeet mij zeer dat
ik geen’ tijd had om eens naar die plaats te gaan,
alzoo men ons honderd fabelachtige hiftorieën omtrent
deezen fteen verhaalde , geene van welke
enige waarfchijnlijkheid had van waar te zijn,
O 3 fchoon
B H H w