
 
		groenten  voor  het  fchips  volk  aan  boord  zoude  
 gebragt  worden* 
 Den  twee en  twintigften  zetteden  wij  de  tenten  
 ©n  de  werktuigen  op,  en  begonnen  alles  wat  ik  
 aan  land  nodig  had  uit  het fchip  te zenden.  Dit  
 kon  niet  vroeger  gefchieden,  alzoo  de  burgerij  
 der ftad bezig was  op,  of nabij  de  plaats,  die  wij  
 beflaan  zouden,  te exerceerén. 
 Den  volgenden dag begonnen  wij gelijke hoogten  
 van  de  zon  waarceneenien,  om  den gang  van  
 het  uurwerk  te beproeven,  of,  dat  hetzelfde  is-,  
 ©m  te zien  of deszelfs gang veranderd  ware.  Dee*  
 ze  waarneemingen  wierden  dagelijks  vervolgd,  
 zoo  dikwijls  het  weder  het  toeliet,  tot  de  tijd  
 van  ons  vertrek  naderde.  Maar  alvorens  waren  
 de kalfateraars aan  het  werk gezet  om  het fchip.  te  
 kalefaatén,  en  ik  was  met  de  Heeren  b r a n d t   
 en  CHiRON overeengekoomen,  dat  zij  beiden  de  
 fchepen  van  het  nodige  proviand  zouden  voor»  
 zien.  Men  had  ook,  otfmiddelijk  na mijne  aankomst, 
   bij bakkers het bakken  van  zoo veel  brood  
 befteld  als  ik  dagt  nodig  te  hebben.  Naar maate  
 deeze  verfchillende  artijkeien,  voor  de  Refolutie  
 beftemd  ,  gereed  gemaakt  wierden  ,  wierden  zij  
 aan  boord  gebragt. 
 Den  zes  en  twintigften  vertrok  het  Fransch  
 fchip  naar  Europa  en  wij  zonden , met  hetzelve  
 brieven  naar  Engeland,  Den  volgenden  dag  ankerleerde  
 het  Oost-Indisch  fchip  de  Hampshiret  
 koomende  van  Bencoolen,  in de baai  en  groetede  
 on§  met  dertien  fchopten,  die  wij  met elf fchoo-  
 ten  beantwoordden. 
 !  Daar  viel  niets  merkwaerdigs  voor  tot den een  
 en  dertigften  des  avonds,  wanneer  het  zeer  fterk  
 begon  te  waaien  uit  het  Z.  O . ,  dat  drie  dagen  
 lang  aanhield,  geduurende  welken  tijd  ’er  geene  
 gemeenfchap  tusfchen  het  fchip  en  den wal was.  
 J)e  Refolutie  was  het  eenigfte  fchip  in  de  baai,  
 dat den  ftorm  uitftond  zonder dat  de  ankers doorgingen. 
  § Wij  gevoelden  deszelfs  uitwerking  even  
 ifterk  aan  land.  Onze  tenten  en  fchouwplaarx  
 wierden  aan  flarden  gefcheurd,  en  ons fterrekun-  
 dig  quadrant  was  bijna  önherftelbaar  befchadigd  
 geworden,  Den  derden  November  bedaarde  de  
 ftorm en  den volgenden dag  gong  ieder  wéder aan  
 zijn  werk. 
 Den  zesden  zeilde  het  Oost-Indisch  fchip  dt  
 plampshire  af naar  Engeland;  ik  zond  met  hetzelve  
 eenen  zieke  naar  huis,  wélken  Ivapitelp  
 t r im 53BE de  goedheid had  aan  boord  te neemetB  
 Naderhand  fpeet  het  mij  dat  ik  van  deeze  gelegenheid  
 geen  gebruik hadde gemaakt om nog twee  
 of drie  andere  van  mijn  volk,  die  verfchillende  
 kwaaien  hadden,  wegtezenden;  maar  thans  was.  
 ser  enige  hoop  dat  hunne  gezondheid  zoude  her-  
 fteld worden. 
 Jn  den  morgen  van  den  tienden kwam de Ont-  
 ' IÉÉ  dek