rende zijn verblijf in ingeland, als bij zijn vertrek,
om dpor hem den bewooneren van de Eilanden
in den Stillen Oceaan het verheven^
denkbeeld van de grootheid en edelmoedigheid
Van de Britfche natie te geeven.
Terwijl de Re/olutie aan de Nare lag, deed de
Heer k ing verfcheiden waarneemingen, om
door het uurwerk de Lengte te vinden. Het gemiddelde
van alle dezelve gaf o° 44' c” voor de
Xengte van de plaats, daar het fchip lag. Dit,
•;Op Sheernes/overgebragt zijnde door de flrekking
.en den gegisten aflland,, zal de Lengte van die
;plaats $§ 37' o" ten- Oosten, van Greenwigh zijn,
.dat zeven Engelfche. mijlen meer is dan de Heer
x V on s die bepaald. heeft door middel van het
uurwerk , welk Lord ,mul gr a v e b;j zig had
op zijne reizO; naar de Noord - Pool* Al die iets
-weejp yap d§n afftand tusfghen Sheefnes/en Green,”
wich zal kunnen oordeelen welke van deeze twee
waarneemingen nader bij de waarheid zij.
, De afwijking van de, kompas-naald was alhier,
volgens het gemiddelde van verfchillende reekfen
van waarneemingen met verfchiljende kompas-
ièn, 20° 37' West.
1 Den vijf en twintigften, omtrent den middag,
ligteden wij het anker, en gongen onder zeil naar
Duins, door het Koninginne Kanaal, met eene
labber koelte uit het N. W. ten W. Des avonds
ten
tennegenuuren ankerden w ij, wanneer h Noord“
Voorland Z. #1 O. en Punt Margate Z. W* ten
Z. van ons af lagen.
Des anderen daags ’s morgens, ten twee uuren,
ligteden wij het anker en Zeilden het Voorland
om; en toen het op het kompas ten Noorden van
ons lag, gaf het uurwerk i° 24' Ooster Lengte,
dat, op het X wrland overgebragt zijnde, . 1 °; 21'
Oost zijn zal. Waarneemingen op de Maan, den
avond te Vooren gedaan, bepaalden dezelve op
i° 20' Oost. Dienzelfden morgen ten agt uuren
ankerden wij in Duim. Daar waren te Deal
twee floepen voor ons, getimmerd, dewelke ik
terftond liet haaien. Mên zeide mij dat aldaar
veel volk verzameld was om om a i te zien;
doch.,: tot hunnen groo.teu fpijt, gong hij niet
aan land*
De floepen ingenoomen hebbende, en een ligt
koeltjen uit; het Z. Z. O. opkoomende, gongen
Wij den volgenden dag, des agtermiddags ten
twee uuren; onder zeil. Maar het koekjen gong
dra liggen, en wij waren genoodzaakt wederom
te ankeren tot des avonds ten tien uuren. Toén
ligteden wij het anker met eenen Oosten wind en
lieven den het kanaal af.
Den derdgften , des agtermiddags ten drie
uuren; ankerden wij in het kanaal van Plyniouih,
daar de Ontdekking eerst drie dagen te voren was
aangekoomen. Ik begroetede den Admiraal a m-
HERST,