
 
		jfVlIf I N L E I D I N G . 
 ten  wij,  ten  minften,  de  verdiende  toekennen  
 van  het  ijs  voor  ons  gebrooken  te  hebben,  
 fehoon  wij  hen  daarna  voorbij  ftreefden  op  den  
 weg,  dien  zij  eerst  voor  ons  hadden  gebaand.  
 En  met welk  eenen  goeden  üitflag  de  fchepen van  
 Zijne  Majedeit,  in  hunne  herhaalde  togten,  in  
 de  onbekendfte  deelen  Van  den  Zuider  Stillen  
 Oceaan  zijn  doorgedrongen,  zal  blijken  uit  de  
 volgende  opnoeming  van  derzelver  verfchillende  
 en  zeer  uitgebreide  werkzaamheden  ,  die  den  
 fluier  opgeligt  hebben,  welke  tot nu toe  over  de  
 aardrijkskunde  van  een  zoo  groot  deel  des  aard-  
 bols was  geworpen. 
 i .   De  verfchillende  landen,  van  welke  enig  
 naricht  gegeeven is,  als door de  voorige  zee-vaa-  
 rers,  S-paanfche  o f Hollandfche,  gezien  zijnde,  
 zijn  zorgvuldig  opgezogt,  en  de  meefie  (ten  
 minden  die  van  enig  belang  fcheenen  te  zijn)  
 gevonden  en  bezogt,  en  niet  ter  loops  bezogt,  
 maar  men  heeft  alle  middelen  aangewend  om  
 voorige dwaalingen  te  verbeteren ,  en  voorgaande  
 gebreken  aantevullen,  door  naauwkeurig  onder*  
 zoek aan  land  te  doen en  de  kusten  met bekwaamheid  
 opteneemen,  en doof  dezelve  rond  te  zeilen*  
 Wie  heeft  niet  gehoord  of  geleezen  van  hef  zoo  
 genoemd  Tierra  Auflralia  del  Efpiritü  Santo  
 van  qüïROs?  Zijne  doute  voorgeevens dat  het  
 een  gedeelte  van  een  zuidlijk  vast  land  was  
 konden  het  onderzoek  van  Kapitein  eooK  niet 
 'uit* 
 1  N  t   E  I  D  I  N   G. 
 tiitdaan,  die  het  omzeilde,  en  deszelfs  waare  ligging  
 en  maatige  grootte  aanwees  in  den  archipel  
 van  de Nieuwe - Hebriden.  ( * ) 
 2.  Onze  laatdë  zee - reizigers hebben  niet alleeir  
 veele  ontdekkingen  van  hunne  voorgangeren  verbeterd, 
   maar  zij  hebben  de  aardrijkskunde  ook  
 verrijkt  met  eene  lange  lijst  van  hunne  eigene  
 ontdekkingen..  De  Stille  Zee,  binnen  den  Zui-  
 der  keerkring  herhaalde  reizen  doorgevaaren,  
 wierd  bevonden  te  krioelen  van  eene,  naar  het  
 fcheen,  oneindige  menigte  bewoonbaare dukken  
 lands.  Veele eilanden,  door de verbaazende ruimte  
 van  omtrent  tagtig  graaden  lengte,  op  verfchillende  
 afftanden  van  malkanderen  verfpreid  
 liggende,  o f  in  talrijke  groepen  verdeeld,  zijn,  
 bij  hunne  aannadering,  als  het  ware  ,  opgeree-  
 zen,  en  zij  hebben,  zulke  breedvoerige  narichten  
 van  dezelve  en  derzelver  bewooneren  t’huis  
 gebragt  als  tot alle nuttige  oogmerken van  onderzoek  
 dienilig kunnen zijn,  en ^  om Kapitein  cooks  
 eigen  woorden  te  gebruiken,  di.e  zulk  een  aan-  
 lüerklijk  deel  aan  deeze  ontdekkingen  had,  dat 
 zij  m  dat  vak  wéinig  méér  overig  gelakten'hebben. 
   ( f ) 
 ,  ^  }  °   e A i n v i l l b  deed  in  het  jaar  17Ö8  niet meer 
 i.n   te  ontdekken  dat  hei  land  alhier  uit  eilanden  bellond.  
 -Kapitein  o o k   „am  i„  i e   gehM|8  r 
 zijne  Reizen  VI  Deel  bladz.  257.  " 
 C f )   VII  Deel  bladz.  203, 
 H  b