van geftrafc te zullen worden, dat zoo ftrijdig is
met den geest van waare dapperheid , dat men
hunne gereedheid om beledigingen te wreeken
misfchien eerder moet befchouwen als eene uitwerking
vad kwaadaartigheid dan van groote
kloekmoedigheid. Zij fchijnen ook agterdogtig
en wantrouwend van aart te zijn ( dafr-hün egter
misfchien meer aangewend dan natuurlijk aangeboren
is ) want nooit kwamen vreemden onmid-
delijk aan het fchip, maar zij bleeven in hunne
kanos op eenen kleinen afftand liggen, of om on»
ze beweegingen gade te flaan, of om te overleggen
of zij zig aan ons zouden waagen. Hierbij
voegen zij eenen groocen graad van oneerlijkheid *
want zij fteelen alles dat zij onder hun bereik
kunnen krijgen, zoo ’er maar de minde hoop is
van niet geftrafc te zullen worden, en ik twijfel
niet of zij zouden in het mangelen ook bedrog
pleegen, zoo zij maar dagcen dat het veilig ge-
fchieden konde, alzoo zij niet alleen weigerden
ons iets in de handen te geeven , om het te bezien»
maar juichten als zij meenden ons met de koop
bedrogen te hebben.
Zulk een gedrag is egter enigermaate te vef-
wagten, daar flechts weinig ondergefchiktheid
fchijnt te zijn, en , bijgevolg, ook weinige,
zoo al enige, wetten om overtrëedingen te ftraf-
fen ; want niemands gezag fchijnt zig Verder
uicteftrekken dan zijn eigen gezin, en zoo zij zig
Ui fomtijds vereenigen tot hunne onderlinge verdediging,
of tot enig ander oogmerk, ftellen zig
diegeene, welke in moed of beleid uitmunten,
zig aan het hoofd. Hoe hunne bijzondere ge-
fchillen beflist worden is onzeeker; maar in de
weinige, welke wij zagen, die ook van geen
groot belang waren, fchreeuwden en tierden de
partijen geweldig.
Hunne openbaare gefchillen zijn menigvuldig,
of liever altoos duurende, want het fchijnt, uit
het aantal hunner wapenen en hunne behendigheid
in dezelve te gebruiken, dat de oorlog hunne
voornaamfte bezigheid zij. Deeze wapenen
zijn fpeeren, patoos en knodfen, of fomtijds
fteenen. De eerde zijn gemaakt van hard hout
dat gefpitst is, van verfchillende lengte, van vijf
tot twintig, ja tot dertig voeten lengte. De korte
Worden gebruikt om dezelve als werp - fpietfen te
werpen. De patoo of emeete is van eene elipti-
fche gedaante, omtrent agttien duimen lang, met
een handvat van hout, fteen, het been van enig
zee-dier, of groene jaspis, en fchijnt hun voornaamst
wapen van verdediging in den ftrijd te
zijn. De knods is omtrent vijf of zes voeten
lang, en loopt aan het een eind, daar een gefhe-
den kop op ftaat, fmal toe, en aan het ander
eind is zij breed of plat met fcherpe kanten.
Eer de aanval begint, heffen zij te zaamen
eenen oorlogs• zang aan, waarin zij alle aller-
Q 5 naauw