hunne tooneel-fpelen , hunne danfen » h-un-nc
olympifche fpelen, gelijk wij die zouden kun?*
nen noemen, de reden voeringen van hunne Opperhoofden,
de gezangen van hunne priefleis, de
plechtigheid van hunne godsdienfiige omgangen *
hunne konflen en manufaóhmren, hunne icbran-
dere uitvindingen om het gebrek van gefchikte
ftoffen en van gereedfchap en werktuigen te vervullen,
en de wonderbaarlijke voortbrengzelen
van hunnen Handvastigen en langduurigen arbeid,
onder eenen zaamenloop van nadeelige omflandig-
heden, hun doek en hunne matten, hunne wape-
nen, hun visch-tuig, hunne verfierzelen, hun
huisraad, dat, in tekening en uitvoering, met dat
van het tegenswoordig Europa, of van de oudheid
van de beste fmaak naar den vöorrang kan dingen,
gebragt hebben.
De geleerde fchept vermaak in de overblijfzelen
van Grieksch en Romeinsch werk optefpeu-
ren; hij doorbladert zijnen m o n t f a u c o n met
een geleerd genoegen, en hij Haart met vervoering
op de fchoone verzameling van w i l l i a ivt
HAMiLTON. Het vermaak is verflandig en leerzaam;
doch zal zijne nieuwsgierigheid niet nog
meer opgewekt worden, zal hij zelf niet nog
meer waare Hof voor gewigtige overdenkingen
vinden, als hij een uur doorbrengt met het bezien
van de talrijke blijken van nijvere fchranderheid
Van onze nieuwling ontdekte vrienden, uit de
verst
verst afgelegen fchuilhoeken des aardbols aange-
bragt om het Britsch mufeum en de kostbaare
verzameling van den Heer a shton l e v e r , te
verrijken,? C*) Zoo de merkwaerdigheden van
de Sandwiyh - Kamer van den Heer a sht o n alleen
het eenigfte ware, dat wij door onze bezoeken
in den Stillen Oceaan gewonnen hadden,
wie, die fmaak heeft om te bewonderen, of
Hechts oogen om te zien, zoude kunnen aarfelen
om te zeggen dat Kapitein cook niet te ver-
geefsch vertrokken was? De kosten van zijne
drie reizen gongen misfchien die van het opdelven
van de begraaven oudheden van Herculaneutn
niet verre te boven, en dan kunnen wij zeggen
dat de nieuwigheden van de maatfchappij van de
Sandwich-Eilanden beter gefchikt fchijnen om
de aandacht van den geleerden in onzen tijd bezig
te houden dan de oudheden, die ons de blijken
van de Romeinfche praqht voor oogen Hellen.
De gronden om deeze aanmerkingen te maaien
kunnen niet beter verklaard worden dan in
de woorden van eenen zeer fchranderen fchrijyer.
In eene eeuw (zegt de de Heer w a r t o n in
zij-
(*") Nu het nog zeer verrijkt Kabinet van den Heer
v a k ki n son, misfchien de uitgeftrektfte verzameling,
die door enigen bijzonderen perfoon op de waereld bezeten,
wordt, VïRTAALïR,
* * * * * * * ^