Naardien het volk de twee ïaatfte dagen haf#'
gewerkt, en bijna alle de water-vaten gevuld had,
hetwelk gefchiedde nit eene beek aan den flinkef
hoek van het Ifrand, liet ik hen den zeven en
twintigften rustdag houden * om kersmis te vieren.
Veefe van hun namen deeze vrijheid waar
om aan land te gaan en deeden togtjens het land*
in naar verfchillende oorden , maar zij vonden
het ten uiterften dor en woest. In den avond
bragt een hunner mij eene fleseh, die hij mee
ijzerdraad aan eene uitfteekende klip aan de Noordzijde
van de haven vastgemaakc had gevonden*
ï>aar was een ftuk parkement in, waarop het volgende
gefchreven ftond:?
Ludovico X V. GalUaruni
rege & d. de JBoynès
reOpi a Secretis ad res
maritimas annis 1772- <£?
*773*
Üit dit opfehrift blijkt dui'dlijk dat wij de eef-
fie Europeaanen niet waren , die deeze haven-
bezogt hadden Ik onderftelde dat het hier ge-
laaten ware door den Heer de bo i sgüehew-
n e O, die den dertienden February 1772 alhier
aan land gong, denzelfden dag toen de Heer db
e e r G'ü e l e i i dit land ontdekte, gelijk blijkt
tëf
üit eene aantekening op de Franfche Kaart van
het zuider halfrond 9 in het volgend jaar uitge-
geeven. ( * ) Als
( * ) Natuurlijk zal men bief vraagën ; hoe kon de fieef
dé BoisGUÈHÉNNÉu in het begin van alhier een
opfehrift laaten, dat eene daad van het volgend jaar gedenkt?
coöKs wijze van zig hier uit te drukken toont
duidlijk dat hij deeze onderflelling deed uit gebrek aan narichten
om eene andere te doen. Hij had geen denkbeeld
dat de Franfcbén dit land twèemaalen bezogt hadden, en
hetgeen hij zag tragtende overeen te brengen met het weinige,
dat hij! van hunnen togt gehoord had, verwart hij
eene verrigting, die, wij nu weeten dat tot de tweede reis
behoort, met eene diergelijke, welke op'de Kaart vermeld
ilaat, en die in een ander jaar en op eene andere plaats is
voorgevallen.
De baai, waarin de Héér dé boi sóuéhènnëu
landde, is aan de west-kust van dit land, verre ten zuiden
van Kaap L o u is , en niet verre van een ander nog zuid-
iijker voorgebergte, Kaap Bourbon genaamd, aan welk
gedeelte van de kust onze fchepen niet gew,eest zijn. Des-
Zelfs ligging is op onze Kaart getekend, en men vindt een
gezigt van de Zeeleeuw - B a a i (want zoo noemde haar de
Heer d-é boisgüèhënnéu ) met de diepten, in het
tverk van dë k erguè len.
Maar zoo dit parkement niet door de boi sguehen-
n É u alhier gelaaten is , door wien en wanneer was het dan
hier gelaaten ? Dit leeren wij zeer voldoende uit de tweede
reize van de ker-Güèl è n , door hem en de pages
uitgegeeven, die ons de volgende bijzonderheden aanbiedt*
„ Dat zij den veertienden December 1773 aan de west-
G a kust