
 
		distelen  ,  klim,  (   *  )   foorten  van  banilje,  we»  
 derlcki  wolfsmelk,  ojevaars-  bek,  biezen,  rieE  
 van  verfehillende  foorten,  vlas,  wond-kruid,  
 Amerikaanfche  naebt-fchade,  lidgras,  braa n-  
 bezieën  ,  ©ogen-  troost  en  kmiskruid  5  maar  
 de  foorten  van  alle  deeze  kruiden  zijn  verfchil-  
 knde  van  die  wij  in  Europa  hebben.  Daar  i»  
 ook  boom - varen  (  Polypodium) ,   miltkruid,  en  
 omtrent  twintig  andere  verfehillende  foorten  van  
 varens,  deeze  plaats  geheel  bijzonder  eigen,  
 benevens  verfcheiden  foorten  van  mosfèn,  die  
 o f  zeldzaam,  of  alleen  hier  te  vinden  zijn,  ber  
 halven  nog  een  groot  aantal  andere  planten,  
 welker  gebruik  nog  niet  bekend  is,  en  welker  
 befchrijving  alleen  in  kruidkundige  boeken  
 zoude  pasfen. 
 „'I  Onder  deeze  is  ’er  egter  eene,  die  een  bijzonder  
 gewag  verdient  ,  alzoo  de  inboorlingen  
 ?er  hunne  klederen  van  maaken,  en  zij  een  fraai  
 zijdeachtig  vlas  vóórtbreng;,  dat  het  voolkoovoor 
 £* )   Nirgins  bower,  dat  de maagde- palm  zou  fchijnen  
 te  zijn,  doch  de  Heer forster  vertaalt  het  door  JVald-  
 peben,  dat*  volgens  h o u t t u i n ,   de  Clematis  vit al ba  
 is.  Zie  N^^Iift,  II  Deel  IX  Stuk  ,  bladz.  204.  In  de  
 Franfche  Vertaaling  zijn  de  namen  der  gewasfen  veeltijds  
 of onvertaald 7  of verkeerd  genoemd. 
 YÏRTAALIR" 
 men  heefc  van  al  ons  vlas  te  overtreffen  ,  
 en  dat  waarfchijnlijk  ten  minften  even  fterk  
 is.  ( * )   Het  groeit  overal  digt  bij  zee,  en  
 op  fommige  pbiatfen  vrij  hoog  de  bergen  op,  in  
 bosfen,  met  bladeren,  naar  die  van  riet  gelijkende, 
   en  draagt op  eenen  langen  ftengèl  geelach-  
 tige  bloemen,  die  gevolgd  worden  door  eene  
 lange  rondachtige  peul,  met  zeer  dunne,  blinkende, 
   zwarte  zaaden  gevuld.  Daar wordt  eene  
 foort  van  lange  peper  in  grooten  overvloed  gevonden, 
   ( f )   maar  zij  heefc  weinig  van  de  fpe-  
 cerijachdge  geur,  die  de  waerde  der  fpecerijen  
 uitmaakt;  daar  is  ook  een  boom,  die  op  een’ af-  
 ftand  veel  raar  eênen  palmboom  gelijkt,  en  die  
 vrij  menigvuldig  in  de  bosfehen  ftaat,  maar  als  
 men  ’er  digt  bij  koomt,  blijkt  het  ras  dat  hij  niet  
 onder  de  palmboomen  behoort,  ( f )   Ik  moet  
 ook opmerken  dat  wij  ,  alzoo  het grootst gedeelte  
 van  de  boomen  en'planten  thans  hunne  bloemen  
 hadden  laaten  vallen,  befpeurden  da;  zij  gemeenlijk  
 van  de  bezieën- draagende  waren,  van  welke 
 ( * )   Phormium  tenax  afgebeeld  IV  Deel  PI.  XXIII*. 
 V E R T A A L E R . 
 f f )   Pip er  excelfum. 
 (  f   )  Daar  zi:n  in  Nieuw  Zeeland  waare  Kool • palmen  
 Zreca  fapida.  Comm.  de  pl.  Efc.  No.  35,  en  Dras ken-  
 boomen  Dracana  auftralis  en  D.  indivifa,  die  zeer  nabij  
 met  de  palmboomen  vermaagfehapt  zijn. 
 G.   F O R S T E  R„ 
 p  3