
De Heer ander s on , mijn heelmeefter, die#
gelijk ik reeds gezegd heb# zig ook in de Natuurlijke
Hiftorie geoefend had, verloor geene
gelegenheid, geduurende den korten tijd, dien wij
in Kersmis - Haven lagen, van het land overal te
doorzoekem Hij deelde mij naderhand de waar*
neemingen mede, welke hij op deszelfs natuurlijke
voortbrengzelen gedaan had, welke ik alhier
in zijne eigen woorden zal inlasfchen.
„ Misfchien is ?er gfeene plaats tot hier toe iri
de beiden halfronden, onder dezelfde breedte,
ontdekt, die een zoo fchraal veld voor den natuurkundige
oplevert als dit dor land. De groente,
welke zig vertoont, als men op een weinig
afftands van land is, zou iemand vleien met de
verwagting van enig gras te zullen ontmoeten 5 maar
hierin vonden wij ons zeer bedrogen; want bij
het landen zagen wij dat deeze levendige kleut*
alleen veroorzaakt wierd door eene etikele kleine
plant, niet ongelijk aan enige foörten van fteen-
•breek, die in groote uitlpreidende bosfen groeiE
tot
Men kan ondertusfchen niet nalaateri aantemerken dat d e
rerguélen bijzonder ongelukkig geweest is dat hij
Zoo weinig gedaan heeft om hetgeen hij begonnen had te
eindigen. Hij heeft wel een nieuw tand ontdekt, maar,
op twee togten naar hetzelve, kon hif niet eens ten anker
ksomen op deszelfs kust. Kapitein cook hebben wij gé*
Zien dat minder moeijelijkheden ontmoetede, of gelukkiger
was in dezelve te boven te kooiüen.