
 
		xii I N H O U D . 
 ZEVENDE  HOOFDSTUK. 
 Bladz. 
 Vaart  van  Van 'Diemens  Land  tot Nieüw-  
 Zeeland.  Verrigtingen  in Koningin  Char-  
 lotta  Kanaal.  Onderhandelingen  met  de  
 inboorlingen.  Naricht  omtrent  het  vermoorden  
 van  het  volk  van  ie  floep  van de  
 Avontuur.  Wie  bij  die  gelegenheid  aan  
 het  hoofd  van  de  bende-was.  Twee jonge  
 lieden fcheepen zig in ,  om  o m a i  te verzet-  
 len.  Aanmerkingen  over  de  inwooneren.  
 Sterrekundige  en zeevaartkundige Waar-  
 neemingen.  .  *  •  •  •  .  •  •  •  .  18a 
 AGTSTE  HOOFDSTUK* 
 Aanmerkingen  van  den  Heer  anderson  
 over  het  land omtrent Koningin Charlotte  
 Kanaal.  B e grond ^luchtftreek ^ het water i  
 de  winden;  de  Boomen  en  Kruiden;  de  
 Vogelen,  Visfchen  en andere Biereng  B e   
 Inwooneren l  hunne  Perfoonen, hunne Kledij  
 ,  Verfierzelen,  Wleningen,  Vdartui-  
 gen i  Voedzel en Kookerij,  hunne Konften  
 en hunne Wapenen;  Hunne wreedheid te-  
 gens  gevangenen;  hunne  Gewoonten  en  
 Taal»  i t .   • • * » * * » *   22ï 
 INÏ 
 N L Ë I Ö I N G i 
 D e   geest  vah  Öntdêkking^  die  dé  Europifchë  
 hacieën  van  over  lang  had  bezield,  Was,  na  dê  
 moeijelijke  en  wel  gehaagde  önderneemingen  in  
 de  vijftiende  en  zestiende  eeuwen $  Jangzaartief-  
 hand  aan  het  (luimeren  geraakt  en  had  feeds  
 eehen  gernimén  tijd  Werkloos  gelegen,  Wanneer  
 Hij,  onder  de  laatfte  fegeering,  in  Groot-Brit-  
 tannie  wederom  begon  te  ontwaaken  ( * ) ,   om  
 onder den  koefterenden  invloëd  en  vorstlijke  aanmoediging  
 van  zijne Majesteit,  KoningGEORGÈ  
 den  Berden  *  alle  zijne  voorige  werkzaamheid  
 weder  aanteneerhén* 
 Kort  na  zijne  komst  tot  den  troon*  het vernielend 
 ( * )   Daar  waren  toen  twee  feizen  gedaan  om  eeneti  
 Noord  Wester  doorcogt  door  de Hudfohs - Baai  te  vinden *  
 eene  onder  bevel  van  Kapitein  m i d d l eton  in  zijnet?  
 Msjeileic  fchip  het  Fornuis  en  de  Pink  de  Ontdekking  iü  
 1741  en  1742;  de  andere  onder  bevel  van  de  Kapitein én  
 SMiTH  en  M o  o r é   in  de  fchepén Dobbs  én  Califotnid,  iri  
 de  jaaren  1746  en  1747  bij  intekening  rntgerusi»- 
 VlIIi  DEEL*  *